Superfood van bij ons
Tal van exotische vruchten en groenten staan bekend als uitermate voedzaam. Maar zijn ze echt zoveel beter dan de producten van bij ons? Valt nog te bezien!
Er gaat geen dag voorbij of de pers en de marketing steken de loftrompet over een vrucht of groente met het heerlijke aroma van verre oorden. Meestal worden ze voorgesteld als superfood: ze zouden het risico op hart- en vaatziekten doen dalen, massa’s vitaminen en mineralen bevatten, het risico op diabetes terugdringen en ga zo maar door. En dus krijgen we ze in alle mogelijke varianten voorgeschoteld: rauw, gestoomd, in de vorm van sap, als voedingssupplement...
Maar is dat enthousiasme voor exotische voeding – vaak ten koste van inlandse groenten en fruit – wel gerechtvaardigd? Of anders gezegd: verdienen alleen deze uitheemse producten de kwalificatie superfood?
Marketing of wetenschappelijk onderbouwd?
“Ik wil hier eerst benadrukken dat er van de term superfood geen officiële, geen wetenschappelijke definitie bestaat”, aldus Serge Pieters (docent dieetleer aan het Institut Paul Lambin). “In theorie zou voeding met die kwalificatie veel nutriënten moeten bevatten die interessant zijn om bepaalde gezondheidsproblemen te voorkomen of een genezende werking hebben – ik denk bijvoorbeeld aan vezels die helpen bij constipatie. Het probleem is dat bij gebrek aan regels en aan een officiële definitie, bijna elke vrucht of groente met enige voedingswaarde als superfood wordt afgedaan.”
Bij gebrek aan reglementering kunnen marketeers de term superfood dus vrij gebruiken om een nieuw product te promoten – desnoods extrapoleren ze gewoon de resultaten van wetenschappelijke studies (lees ook Superfood met een korreltje zout). Het is een verkoopargument waarmee je de aandacht trekt en waar je quasi zeker van bent dat het aanslaat bij al wie een zwak heeft voor nieuwe voedingstrends. “Het principe is niet nieuw: het concept duikt al op in advertenties uit het begin van de 20ste eeuw. Maar sinds een paar jaar is het aan een revival bezig. Het gaat dan vooral om fruit, groenten en graanproducten uit Azië en Zuid-Amerika.” Plekken die op het vlak van gezondheid een zekere uitstraling hebben, met dank aan eeuwenoude traditionele geneeswijzen of gebruiken van hoogstaande maar inmiddels verdwenen beschavingen.
Minder sexy, even waardevol
Voor sommigen volstaat het dat een voedingsmiddel exotisch is om ook doeltreffend of een nutriëntenbom te zijn. Maar wie de samenstelling van inlandse voedingsmiddelen van nabij bestudeert, stelt niet zelden vast dat die qua voedingswaarde evenveel, om niet te zeggen meer te bieden hebben dan de vruchten en groenten van de andere kant van de wereld. Neem nu look: die is inmiddels zo ingeburgerd in onze keuken dat we hem enkel nog gebruiken omwille van de smaak. Dat look uiterst gezond is, is nagenoeg nooit een verkoopargument. En toch mag je deze geurige bol absoluut superfood noemen: dagelijks look eten helpt je sneller van je verkoudheid af en kan beschermen tegen kanker en hartkwalen. Maar er is meer: look is in het Westen al eeuwen een veelgebruikt ingrediënt – de Romeinen waren er dol op – en dus werd het effect ervan op onze gezondheid al meermaals wetenschappelijk en nauwgezet bestudeerd. Wat (nog) niet kan worden gezegd van de vele exotische vruchten en groenten die we sinds kort kennen.
Wat er ook van zij, “we moeten beseffen dat de voedingsstoffen die we nodig hebben niet door één voedingsmiddel kunnen worden geleverd”, besluit Serge Pieters. “Sommige voedingsmiddelen bevatten van bepaalde nutriënten hooguit iets meer dan het gemiddelde. Zoals altijd komt het er dus op aan gevarieerd te eten. Dat kan ook zonder exotisch voedsel of superfood. Kijk wat er in je eigen streek groeit voor je je bijvoorbeeld op chiazaad stort.” Anders gezegd: je eigen moestuin, je vertrouwde groenteboer en de supermarkt om de hoek leveren samen een voldoende ruim assortiment om evenwichtig en gezond te eten!
NICOLAS EVRARD
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier