Een hart voor sport

Al dertig jaar verslaat hij diverse sporten – zwemmen, judo, tennis,... -, maar toch associëren we hem allemaal met voetbal, de discipline waarin hij ook als speler de top bereikte. Frank Raes kent de voetbalkeuken intern én extern, en dat komt goed van pas. “Want voetbal en discussies, dat hoort bij elkaar. Hoe populairder de sport, hoe meer kenners.”

Zijn programma Extra Time op maandagavond betekent voor de voetbalfreak wat De laatste show voor veel andere mensen is: een ijkpunt voor de eigen mening en tegelijk een rustpunt na een drukke dag. Samen met zijn even bezeten kompaan Filip Joos, leidt Frank Raes er alles in goede banen. Hij legt zijn gasten op de rooster en gaat gretig in debat met trainers en specialisten. Maar het blijft altijd hoffelijk en de grappige noot is nooit ver weg.

Wie Frank Raes zegt, denkt automatisch aan voetbal en dat is geen toeval. U bent zelf een meer dan verdienstelijk voetballer geweest.

Frank Raes: Op een bepaald moment speelde ik bij de reserven van Beerschot, dat klopt. Ik trainde samen met profs als Lozano en Sanon, en Rik Coppens was onze trainer. Maar ik studeerde toen ook nog. Bovendien was ik een aanvaller, een positie waarin veel concurrentie bestond. Uiteindelijk heb ik niet voor een profcarrière gekozen, maar ben ik na mijn studies bij de sportdienst van de radio aan de slag gegaan.

Moet je gevoetbald hebben om een goed voetbalcommentator te zijn?

Dat helpt toch. Ik beweer niet dat je om een schilderij mooi te vinden moet kunnen schilderen, maar om dat schilderij technisch te beoordelen wel. Een voetbalverslaggever moet natuurlijk nog wel wat anders kunnen maar hij kan het spelletje toch maar beter grondig kennen. Het is een populaire sport, dus lopen er veel kenners rond. Tijdens mijn loopbaan heb ik me ook wel in andere sporten gespecialiseerd, hoor: in zwemmen, judo, tennis. Alle sporten interesseren me omdat de kern uiteindelijk identiek is. Winnen is niet zo belangrijk. Het gaat hem om de concentratie, de focus die je nodig hebt om te presteren. Dat geldt net zo goed voor kaarten, schaken of biljart.

Toch zie je een groot verschil in gedrag bij toeschouwers in de verschillende sporten.

Inderdaad, voetbalsupporters zijn kritisch ingesteld. De tegenpartij kan niets goed doen, nooit. En de scheidsrechter is altijd de pineut. Wat een verschil bij onze andere nationale sport, het wielrennen. Daar sluit iedereen de rangen, zelfs bij grote dopingschandalen. Bij tennis zit het publiek dan weer muisstil toe te kijken. Ach, zo heeft elke sport zijn geplogenheden. Het probleem bij voetbal is dat de grens onduidelijk is. Is dat nu een contactsport of niet? De emoties laaien hoog op, er wordt eindeloos gediscussieerd over betwiste fases, maar tegelijk is dat de charme van het voetbal. Het geeft stof tot discussie voor de rest van de week, tot de volgende wedstrijd.

De laatste jaren zijn sportprogramma’s geëvolueerd tot echte talkshows. Er wordt geanalyseerd en gediscussieerd. Is het showelement nu belangrijker?

Een politiek debat is zogezegd hoogstaande journalistiek maar daar zit ook een groot showgehalte in, want iedereen zit te wachten tot de kop-stukken elkaar in de haren vliegen. Vroeger was dat trouwens niet anders. Het is bijna dertig jaar geleden dat Rik De Saedeleer Goaaaaaal!!! riep na het doelpunt van Erwin Vandenbergh tegen Argentinië. Wij moeten programma’s maken die aantrekkelijk zijn voor de kijkers, want net als de kranten moet televisie verkopen. Maar Extra Time blijft wel een programma voor echte liefhebbers. Gunther Neefs of Helmut Lotti zullen we niet uitnodigen als ze niets van voetbal kennen. Vorig jaar, bij Studio 1 op zondag, zat Herman Brusselmans in de studio voor de grappige noot, maar vooral omdat hij een voetbalkenner is.

Het cliché wil dat voetballers moeilijk te interviewen zouden zijn omdat ze niet veel te vertellen hebben. En dat ze niet allemaal even intelligent zijn.

Dat is natuurlijk flauwekul. Of het nu om een voetballer of een slager gaat, dat maakt niet uit, als mensen maar naturel zijn en hun mening zeggen. Een voetballer praat natuurlijk niet op dezelfde manier als een universiteitsprofessor, en dat is maar goed ook. Ik heb liever een veelzeggende stilte dan een vlotte uitleg die eigenlijk niks zegt. Trouwens, wat is slim? Je hebt verschillende soorten intelligentie. Neem nu Diego Maradona, die wordt niet meteen als superintelligent beschouwd maar wat hij op een voetbalveld deed, was wél geniaal. Voor mij staat dat gelijk met de kunstjes die een briljant vioolspeler of een groot schrijver tentoon spreidt.

U hebt zelf ook al een zestal boeken geschreven en net is een bundeling van uw columns verschenen. Daarin roept u de bergbeklimmer Reinhold Messner uit tot de grootste sportman aller tijden. Waarom?

Als kind bracht ik veel wandelvakanties in de bergen door en het gebergte heeft me altijd blijven fascineren. En ja, alpinisme vind ik de zwaarste sport die er bestaat. Weet je dat je, zodra je boven de 8000 meter gaat, nog maar één vierde van de zuurstof op zeeniveau binnenkrijgt? Daarom proberen topklimmers heel snel naar boven te gaan en dan weer even snel naar beneden. Als alpinist moet je onvoorstelbaar sterk zijn, tegen de kou kunnen en over een geweldig oriëntatievermogen beschikken. En je mag uiteraard geen schrik hebben. Daarom is het in mijn ogen de meest complete sport, en Reinhold Messner de grootste sportman.

Vorig jaar bent u even van het scherm verdwenen omdat u een hartoperatie moest ondergaan. Heeft dat uw leven veranderd?

Het was wel schrikken, maar in se ben ik nog altijd dezelfde. Na de diagnose (een lekkende hartklep) ben ik vrij snel geopereerd. Ik heb er dus niet lang over kunnen piekeren en dat is maar goed ook. Mijn borstbeen werd werkelijk opengezaagd en mijn hart gedurende drie kwartier afgekoppeld. Na de operatie heb ik verschrikkelijk veel pijn gehad maar ik ben daar redelijk pragmatisch in. Die ingreep was nodig omdat ik steeds sneller vermoeid raakte. Nu voel ik me veel beter. Met dank aan de wetenschap, want vijftig jaar geleden was zoiets niet mogelijk geweest.

In 2008 bent u vader geworden van een zoontje. Beleeft u dat anders dan bij uw drie andere kinderen, die ondertussen volwassen zijn?

Toen was ik fysisch sterker maar ik moet toegeven dat ik nu bewuster met mijn zoontje bezig ben. Ik ben altijd graag vader geweest en heb steeds veel met mijn oudere kinderen opgetrokken. Ze zijn trouwens verzot op onze Bill. Zo’n klein kind in huis geeft toch weer een nieuwe drive, een nieuwe impuls. Wat gaat hij van zijn leven maken? Ik wil hem niet in een bepaalde richting duwen – hij mag bijvoorbeeld gaan voetballen, maar dat hoeft niet. Als hij ergens aan begint, moet hij er wel voor gaan, vind ik.

En hoe lang wilt u er zelf nog voor gaan? Zo lang als Rik De Saedeleer?

Dat mag niet meer in deze tijd, geloof ik. Als ik het goed voorheb, was Rik 75 toen hij zijn laatste match versloeg. Maar daar ben ik helemaal niet mee bezig. Ik probeer nu vooral te werken aan mijn conditie, want dat is erg belangrijk na zo’n operatie. Met voetballen ben ik al lang ge-stopt, maar ik fiets veel en doe aan fitness, op een gedoseerde manier weliswaar. Slim lopen en slim fietsen is nochtans niet evident.

Je inhouden op een ogenblik dat je je goed voelt, dat is het moeilijkst. Topsport is voor topsporters, je moet als amateur geen topsporter willen zijn. Waarom zou ik per se de Mont Ventoux moeten opfietsen? Mijn grenzen verleggen hoeft niet meer, ik heb niets meer te bewijzen. Wie een fulltimejob heeft, huishoudelijke taken opknapt, met de kinderen wil bezig zijn en dan ’s avonds nog eens de Ronde van Vlaanderen fietsen, is in mijn ogen niet slim bezig. Wat ik wél doe, is af en toe een goed glas wijn drinken. Want dat is goed voor het hart.

Filip Godelaine – foto’s: Frank Bahnmüller

Winnen is niet zo belangrijk. Het gaat hem om de concentratie die je nodig hebt om te presteren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content