© GETTY IMAGES

7 fietsersklachten en hoe je die aanpakt

Fietsen is veruit de minst blessuregevoelige sport. Dat neemt niet weg dat kleine en grote letsels het trapplezier kunnen vergallen.

We vroegen sportarts Tom Teulingkx om ons vakkundig langsheen alle lichaamsdelen te loodsen waar het tijdens het al dan niet intensief fietsen mis kan gaan.

1. Hoofdletsels

Een van de grote kopzorgen zijn (ernstige) hoofdletsels door valpartijen, doordat je vanop een grotere hoogte neersmakt. De beste preventie is een helm, bij voorkeur met een CE-keurmerk, die ook de slapen bedekt om zowel je hoofd als je hersenen te beschermen. Teulingkx: “Dat geldt ook voor wie puur recreatief trapt en zeker voor elektrische fietsers. Het aangezicht blijft met de huidige helmen wel onbeschermd en kwetsbaar, al verwachten we dat er binnenkort ook helmmodellen komen met een degelijke aangezichtsbescherming, gebaseerd op die in de autosport.”

2. Nek- en rugpijn

Levert een tochtje je een branderig gevoel op in de schouders, zeurende lage rugpijn of een zere nek, dan ligt de oorzaak quasi altijd bij een verkeerde positie op de fiets. Vaak wordt het erger bij het bergop fietsen of met de wind op kop. Tom Teulingkx: “Zeker bij wat langere ritten kan dat voor pijn zorgen en mensen zelfs de fiets aan de haak doen hangen. In de meeste gevallen kan dit worden aangepakt door je fietspositionering grondig te laten onderzoeken en waar nodig pedalen, stuur en zadel aan jouw lichaam aan te passen. Zo kan het zadel lichtjes hoger zetten je onderrug al helpen ontlasten. Heel wat fietswinkels bieden zo’n bike fitting service aan of verwijzen je door naar specialisten. Het is soms een hele uitdaging om de juiste houding te vinden die je rug en nek niet overbelast, maar eens je fiets goed is afgesteld kan je pijnvrij de baan op. Over het algemeen is een meer liggende positie, zoals bij koersmodellen, rugvriendelijker maar die is dan weer zwaarder voor je nek die je moet optillen.”

Zadelpijn is vervelend maar veelal ongevaarlijk en valt mits wat ingrepen te voorkomen.

Goed om te weten: de meest ideale positie op de fiets is niet altijd de houding waarin je optimaal presteert. Voor recreatieve fietsers is het belangrijk om voluit voor de rugvriendelijke positie te kiezen, zodat je misschien iets trager maar wel pijnloos kan trappen.

3. Tintelende vingers

Met je handen en pols steun je op de plek waarlangs de bezenuwing van je eerste drie vingers loopt, met een vervelend verdoofd gevoel tot gevolg. Tom Teulingkx: “Duim, wijs- en middenvinger die aan het tintelen slaan, is een van de vaakst gehoorde fietsklachten. Ook die is gelinkt aan je houding, waarbij je pols wat overstrekt wordt en het smalle kanaaltje (carpaal tunnel) waarlangs de zenuw loopt, ingekneld raakt. Gevoelloze handen zijn bijzonder lastig omdat je moeilijker kan schakelen en remmen, wat tot gevaarlijke situaties kan leiden.”

Fietshandschoenen met speciale kussens of paddings ter hoogte van de muis van je hand, die voor een gelijkmatige drukverdeling zorgen, werken prima tegen tintelende vingers. Een andere praktische oplossing is een ovaal stuur (trekkingstuur) dat je op verschillende plaatsen kan vasthouden. Door geregeld je handen te verplaatsen, vermijd je dat er te veel druk op de carpaal tunnel wordt uitgeoefend.

4. Slapende voeten

Ook je voeten kunnen gevoelloos worden of last krijgen van een branderige sensatie. Hier is de boosdoener geen geknelde zenuw maar onaangepaste fietsschoenen. Heel wat schoenen sluiten nauw aan voor een aerodynamisch effect. Tom Teulingkx: “Schoenen moeten ruim genoeg zitten. De jongste generatie fietsschoenen heeft speciale sluitingen die je losser en vaster kan draaien. Profrenners zie je in volle finale vaak hun schoenen vastdraaien om er harder tegenaan te gaan, maar als recreant kan je ook het omgekeerde doen en je voeten ruimte geven voor een betere doorbloeding. Een andere optie is overschakelen op wat bredere mountainbikeschoenen, waarbij het kliksysteem in de zool zit.”

Bij voetklachten kan ook de afstelling van de schoenplaatjes op de klikpedalen een rol spelen. Vaak worden die er snel op gemonteerd, maar de positie bepaalt hoe je voet en onderbeen bewegen en is dus van groot belang. De keuze voor wat bredere plaatjes die voor minder druk op de voorvoet zorgen, kan eveneens een oplossing bieden.

Lees ook: Een tintelend gevoel in handen of voeten? Dit kan de oorzaak zijn

5. Zadelpijn

Geen plek op je fietsende lichaam dat het zo zwaar te verduren krijgt als je zitvlak. Zadelpijn is een beetje een verzamelbegrip voor schuurplekken en (schaaf)wondjes die ontstaan door urenlange wrijving tussen je huid en je kleding. Haarzakjes die verstopt raken geven dan weer talgkliercysten die kunnen ontsteken. Ook steenpuisten, die harde onderhuidse bulten geven, zetten een domper op de fietspret. Bij mannen gaat zadelpijn soms gepaard met gevoelloze edele delen en tijdelijke erectieproblemen, doordat het zadel tegen de bilnaad drukt waar zenuwen en slagaders lopen.

Zadelpijn is vervelend maar veelal ongevaarlijk en valt mits wat ingrepen te voorkomen. De eerste stap richting blije fietsbillen is een geschikt zadel, in horizontale positie, dat aangepast is aan je bekken. Tom Teulingkx; “Mannen en vrouwen hebben een verschillende bekkenvorm en hebben dus elk een ander model van zadel nodig. Dat is puur maatwerk. Een gelzadel, dat wat meer buffering biedt, brengt bij veel fietsers al soelaas, terwijl anderen net baat hebben bij een stijf carbonzadel. Modellen met een opening in het midden raden we af. Deze ‘prostaatzadels’ nemen de druk op één punt weg, maar verleggen die naar andere plekken. Dat werkt vaak onderhuidse bulten en cysten in de hand. Bij fietsmetingen kan je trouwens je exacte bekkenvorm laten bepalen en daar je zadel op afstemmen.”

Een investering die absoluut de moeite waard is, is een fietsbroek met een degelijk zeemvel. “Draag hier nooit ondergoed onder, want dat zorgt voor extra wrijving. En ruil je bezwete outfit na het fietsen meteen in voor droge kleren. Ook het smeren van broekvet kan helpen tegen irritatie.”

Lees ook: 6 tips om zadelpijn te voorkomen

6. Bescherming van de ladyparts

Vrouwen ervaren vaak andere vormen van zadelellende, die veelal nog in de taboesfeer zitten, hoewel ze frequent voorkomen. Rennersvulva, waarbij de schaamlippen door de druk van het zadel sterk opzwellen, is een gekend symptoom, net als genitale gevoelloosheid. Uit enquêtes blijkt ook urineverlies veel vrouwen te treffen, net als een hoger risico op schimmelinfecties omdat bacteriën zich sneller kunnen vermenigvuldigen in de zeemvelbroek. Ook hier zijn een correct zadel en dito fietspositie de oplossing, al dan niet in combinatie met bekkenbodemtraining en antischuurgels. Bij aanhoudende klachten ga je natuurlijk best langs de huisarts.

7. Knieklachten

Bij een gemiddeld fietstochtje plooien en strekken de knieën zich duizenden malen. Wanneer dat niet op de correcte manier gebeurt, doordat je te hoog of te laag zit of omdat je pedalen op de foute afstand staan, zet dat de deur open voor allerhande knieklachten.

De meeste problemen doen zich voor aan de buitenkant van de knie, ter hoogte van de pees die aanhecht op de kuit. Dergelijke wielrennersknieën vallen bijna altijd aan te pakken door, jawel, te sleutelen aan je fietspositie. Een gouden regel daarbij is dat je je fietszadel wat lager moet zetten bij pijn achteraan de knie. Zit de hinder aan de voorzijde van je knie, krik dan je zadel wat op. En situeert de pijn zich aan de buitenkant, laat de tip van je schoen – via het schoenplaatje – dan licht richting het letsel (meestal naar buiten) kantelen.

Heel wat fietsers tikken met de bovenkant van hun knie tegen het stuur. Bovenop de knieschijf bevindt zich een dun vliesje (fascia) dat daardoor geïrriteerd kan raken. Ondervind je na enkele weken fietsen pijn, dan is er sprake van prepattelair frictiesyndroom. Tom Teulingkx: “De genezing sleept soms lang aan. Wat helpt is de lange broek achterwege laten om zoveel mogelijk wrijving te voorkomen.”

Beter voorkomen dan genezen

Wil je meer gaan fietsen of een bepaalde uitdaging aangaan (of een andere sport), dan kan je best de vragenlijst invullen op sportkeuring.be of even langs de sportarts gaan voor een preventief consult.

Partner Content