© GETTY IMAGES

De kracht van kruiden overschat?

Kurkuma, gember, kruidnagel... Van tal van kruiden wordt gezegd dat ze geneeskrachtig zijn en een hoge voedingswaarde hebben. Maar dat imago hebben ze vooral aan hun exotische afkomst en sterke smaak te danken.

Ze werken lustopwekkend, antiseptisch, ontgiftend of (psycho)stimulerend, fungeren als vetverbrander of antioxidant, ze beschermen zelfs tegen kanker: kruiden bekleden een aparte plaats als het om voedingsmiddelen met een heilzame werking gaat. Volgens de volkswijsheid volstaat een geringe hoeveelheid – hier en daar een snuifje – om er baat bij te hebben.

Nochtans bestaat over dat effect allesbehalve een consensus onder wetenschappers, en al helemaal niet bij de dosis die wordt gehanteerd. “Tal van boeken over voedingstherapie en natuurgeneeswijzen verkondigen dingen waarvan niet echt bewezen is dat ze werkzaam zijn”, bevestigt Serge Pieters, professor dieetleer aan het Institut Paul Lambin. “Ze vermelden ook zelden welke dosis er nodig is om effect te hebben of welke wetenschappelijke redenering hun beweringen staaft.”

Nieuw is hip

Waar komt dan dat diepgewortelde geloof vandaan dat kruiden een positief effect hebben op onze gezondheid? Hun sterke smaak en exotische afkomst – de meesten komen uit Azië en het Midden-Oosten – verklaren deels het vertrouwen dat ze genieten. En dat wordt in stand gehouden door de volkswijsheid dat hoe sterker voeding smaakt en hoe zeldzamer ze is, hoe beter ze is voor de gezondheid. Heel wat kruiden (kurkuma, Spaanse peper, steranijs, kardemom...) worden bij ons al gebruikt sinds de Oudheid, om er gerechten mee op smaak te brengen en geneesmiddelen te bereiden voor de rijken. Pas in de tweede helft van de 20ste eeuw, toen Aziatische gerechten bij ons hun intrede deden, doken ze ook in de dagelijkse keuken op. Toen ze hier op de markt kwamen, werden hen van meet af aan buitengewone eigenschappen toegedicht, net als bij het superfood dat elk jaar weer in de winkelrekken opduikt.

In vitro, niet in vivo

Hebben kruiden dan geen enkele impact op onze gezondheid? Verschillende wetenschappelijke studies maken gewag van therapeutische/beschermende effecten, maar slechts met een beperkte werkzaamheid of enkel aangetoond in vitro. Die voorzichtige conclusies van de onderzoekers worden in de pers vaak dusdanig uitvergroot, dat de voorbije jaren kurkuma meer dan eens als antikankermiddel werd geprezen. “Terwijl het juist erg moeilijk is om te bewijzen dat iets werkzaam is tegen kanker, omdat tal van factoren die kanker doen evolueren, en dat gedurende verschillende jaren”, waarschuwt Serge Pieters. “Daarom wordt kurkuma bij kanker vandaag in vraag gesteld.”

Want die doeltreffendheid mag dan al merkbaar zijn in vitro, de actieve moleculen van kurkuma worden door het menselijk organisme zeer slecht opgenomen. Er zijn enorme hoeveelheden nodig om enig effect te hebben. Maar wat erger is: bepaalde studies werden op een bedrieglijke manier bijgestuurd om kurkuma in een goed daglicht te stellen. Het is vandaag dus, objectief gezien, niet mogelijk om te bevestigen dat kurkuma en één van haar bestanddelen, curcumine, efficient zijn in de behandeling van kanker. En als dat wel het geval zou zijn, dan zijn ze zeker niet de mirakeloplossing die men ervan verwacht.

Ook als van sommige kruiden bewezen is dat ze heilzaam zijn voor de gezondheid, dan nog moet je er een actieve of assimileerbare dosis van kunnen innemen. “Wij gebruiken kruiden vaak in een te lichte dosis en dus te kleine hoeveelheden om enig effect te hebben op onze gezondheid. En dat geldt nog meer voor gevriesdroogde of verwerkte kruiden.”

Ook de manier waarop kruiden worden gebruikt in gerechten heeft een impact op hun eigenschappen. Zo bevat kerriepoeder of pasta interessante kruiden, maar omdat we de kerrie meestal pas op het einde van de bereiding toevoegen, dringt het onvoldoende in de voeding door. In India wordt kerrie eerst in olie opgewarmd om er dan een gerecht mee te bereiden, wat een stuk interessanter is omdat de actieve bestanddelen oplosbaar zijn in vet.”

Dodelijke muskaatnoot

Je zou in de verleiding kunnen komen om meer kruiden aan je gerechten toe te voegen om hun werkzaamheid te vergroten. Maar opgelet! Van veel kruiden is aangetoond dat ze potentieel toxisch zijn wanneer je er te veel van gebruikt of er een te grote dosis van inneemt via voedingssupplementen. Te veel kaneel kan je nieren beschadigen, vooral als hij uit China komt en rijk is aan cumarine. Gember heeft bloedverdunnende eigenschappen, wat een probleem kan zijn bij bepaalde behandelingen. En steranijs bevat toxische alkaloïden. Vijf gram muskaatnoot volstaat voor een psychotroop effect, terwijl twee hele noten je geheid het hoekje om helpen.

Kortom, mirakelvoeding bestaat niet, en kruiden zijn geen uitzondering op die regel. Je kan ze dus gebruiken voor hun smaak, voor het plezier... of om te dromen van verre reizen!

Lees ook: Van de pest tot het coronavirus: waarom hebben specerijen de reputatie van ‘wondermiddelen’?

5 bewezen effecten

  • Eetlustremmer: kaneel, kerrie, gember, Spaanse peper...
  • Pijnstillers, bij lokaal gebruik: kruidnagel
  • Antibraakmiddel, ook tegen misselijkheid: gember
  • Antioxidant: verschillende kruiden hebben een hoog antioxidantgehalte, zoals kurkuma, dat rijk is aan polyfenolen.
  • Ontstekingsremmer: kurkuma, gember, cayennepeper...

Partner Content