Tongzenuwstimulatie bij slaapapneu

Leen Baekelandt
Leen Baekelandt Journaliste Plusmagazine.be

Gisteren werden in het UZA voor het eerst twee terugbetaalde ingrepen uitgevoerd voor de implantatie van een tongzenuwstimulator als behandeling van obstructief slaapapneu (OSA).

Nieuw is de techniek niet, wel de terugbetaling. In 1996 werd hij in wereldprimeur voor het eerst in het UZA toegepast. Vandaag vormt de derde generatie van deze ingreep een veelbelovende behandeling voor geselecteerde OSA-patiënten die traditionele behandelopties niet kunnen verdragen of er onvoldoende resultaat van ondervinden.

Minstens een half miljoen Belgen kampen met obstructief slaapapneu (OSA), een chronische aandoening waarbij de keelholte geheel of gedeeltelijk dichtklapt tijdens de slaap. De belangrijkste klachten zijn sociaal storend snurken en/of slaperigheid overdag. Bij 85% van alle OSA-patiënten blijft de juiste diagnose uit. Een niet-gediagnosticeerd en onbehandeld OSA gaat gepaard met belangrijke risico’s voor de algemene gezondheid en onder andere een sterk verhoogd risico op hart- en vaatziekten.

CPAP als eerste keuze

In de behandeling voor OSA is CPAP (Continuous Positive Airway Pressure) meestal de eerste keus. Hierbij wordt via een masker continue positieve druk toegepast, waardoor de ademhaling tijdens de slaap niet meer verstoord wordt. Een andere behandeloptie is het mandibulair repositieapparaat (MRA), een mondprothese die ’s nachts wordt gedragen en de onderkaak naar voor verplaatst tijdens de slaap om de keelholte te verruimen. Als deze behandelingen onvoldoende werken of de patiënt deze niet goed verdraagt, kan de patiënt in aanmerking komen voor de innovatieve behandeling met tongzenuwstimulatie van het Amerikaanse bedrijf Inspire Medical Systems.

Stimulatie van tongzenuw houdt luchtpijp vrij

De tongzenuwstimulator bestaat uit drie onderdelen: een klein toestel vergelijkbaar met een pacemaker, een elektrode en een sensor. De elektrode wordt minimaal invasief, via een kleine snede onder de kin, achteraan de tong geplaatst. Via een tweede incisie wordt de pacemaker onder het sleutelbeen verankerd en hieronder een sensor geplaatst die de ademhaling meet.

“Vóór het slapen gaan zet de patiënt de stimulator aan met een afstandsbediening”, vertelt professor Olivier Vanderveken, diensthoofd van de dienst NKO, Hoofd- en halsheelkunde. “Die geeft de patiënt eerst de tijd om in slaap te vallen. Nadien stimuleert de elektrode bij elke ademhaling de zenuwtakken in de tong zodat die proactief naar voren gestrekt wordt. Op die manier voorkomen we dat de tong naar achteren valt en houden we de luchtpijp vrij. Zo krijgen slaapapneu en snurken geen kans.”

Verbetering van slaapcomfort en levenskwaliteit

De klinisch resultaten tonen alvast een hoge efficiëntie aan van deze therapie, met een duidelijke verbetering van levenskwaliteit en slaapcomfort. Ook het risico op hart- en vaatziekten en suikerziekte daalt aanzienlijk. Wanneer de stimulatie goed werkt voor de slaapapneu zal ook meestal het snurken voldoende verminderen zodat het de partner van de patiënt niet meer stoort ’s nachts. De batterij gaat een tiental jaar mee, waarna het enkel de pacemaker is die tijdens een korte ingreep vervangen moet worden om er weer tien jaar gebruik van te kunnen maken met alle positieve effecten van de tongzenuwstimulatie voor de patiënt.

Terugbetaling opent weg voor bredere groep patiënten

In België werd tongzenuwstimulatie tot voor kort niet terugbetaald. Na onderhandelingen met het Riziv en FOD Volksgezondheid is er nu een terugbetaling gekomen voor een zeventigtal zorgvuldig geselecteerde OSA-patiënten per jaar.

De eerste twee terugbetaalde ingrepen gebeurden deze week in het UZA onder leiding van prof. dr. Olivier Vanderveken: “Het feit dat deze ingreep en behandeling eindelijk terugbetaald wordt voor deze patiënten in België is zonder meer een erg belangrijke stap voor het domein van OSA en slaapgeneeskunde, maar dan vooral ook voor de Belgische patiënten met OSA die niet kunnen geholpen worden met de andere behandelingen.”

De ingreep zal enkel kunnen doorgaan in referentiecentra die voldoende expertise opbouwen in dit domein met ook een vereist minimum aantal ingrepen per jaar in het referentiecentrum.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content