Als Max mee aanschuift aan tafel
De sector van de dierenvoeding, en a fortiori die van het hondenvoer, boomt als nooit tevoren. Is het stilaan niet van het goede te veel?
In het Vlaams-Brabantse Huldenberg schrijft een bedrijfje een succesverhaal. Die ochtend verlaten wortels, courgettes, rijst, stukken eend en varkensvlees, vis, olijfolie en andere voedingswaren de koelcellen van de productiesite. Argeloze bezoekers die de onderneming niet kennen, denken wellicht dat hier gerechten worden bereid. En dat klopt ook wel, op één detail na: deze bereidingen zijn niet bestemd voor de mens, maar voor zijn beste vriend, de hond.
Premiumisatie
Sinds de start in 2017 staat Dog Chef – want zo heet het bedrijf – in voor de thuislevering van gekookte porties hondenvoer op maat, aangepast aan elk type hond en op basis van ingrediënten die je in bijna elk huishouden terugvindt. “Anders gezegd: wat wij hier bereiden, is mensenvoeding voor dieren”, vat Alexandre Cardon, mede- oprichter van Dog Chef, het samen. “Eigenlijk leveren wij porties die veel baasjes vroeger zelf bereidden voor hun hond, voor circa 50 jaar geleden de hondenbrokken op de markt kwamen. Met dat verschil dat wij ons voor de samenstelling laten bijstaan door dierenartsen gespecialiseerd in voedingsleer en dat onze producten dus de exacte hoeveelheid noodzakelijke nutriënten bevatten.” Dog Chef is een succesverhaal. Nauwelijks vijf jaar na de start voedert de onderneming al bijna 20.000 honden in de Benelux en Frankrijk en maakt ze zich op voor de Duitse markt.
Van carnivoor werd de hond een opportunistische omnivoor.
Mensen die geen huisdier hebben, vinden dit misschien een tikkeltje overdreven, als ze al geen vraagtekens plaatsen bij het feit dat ingrediënten voor menselijke consumptie in dierenvoeding belanden. Niettemin past het concept perfect in een bredere trend. De voorbije jaren doken talloze initiatieven op om onze viervoeters op het allerbeste te trakteren: granenmuesli om in water te drenken, kookboeken vol recepten, snacks en verjaardagstaartjes op basis van vlees, tandvriendelijke snoepjes, hondenbrokken verrijkt met algen... Attente baasjes lijken er alles voor over te hebben om hun yorkshire of labrador een gezond en/of lekker maal voor te schotelen. En net als voor mensen, volgen de dieettrends voor honden elkaar in sneltempo op: nu eens moet een hond letterlijk eten als een wolf, dan weer moet hij een vegan maaltijd krijgen. “Een gevolg van de zogenoemde premiumisatie van huisdieren”, licht Alexandre Cardon toe. “Hun plaats is geëvolueerd: huisdieren zijn nu volwaardige gezinsleden. En het budget en de aandacht voor hun voeding, gezondheid en smaakbeleving zijn mee geëvolueerd. Eerst lag de focus op onze eigen voeding, vervolgens op die van onze kinderen, nu zijn de honden aan de beurt.”
Van uitwerpselen naar brokjes
Maar is al die bezorgdheid wel nodig? En waar heeft een hond écht nood aan? Het antwoord is minder vanzelfsprekend dan het lijkt. Door de eeuwen heen heeft de hond zich aangepast aan zijn status van huisdier. Eerst nam hij genoegen met de restjes die de mens voor hem overliet, waardoor hij beetje bij beetje afstand nam van het voedingspatroon van zijn neef, de wolf. Oorspronkelijk werd hij gedomesticeerd door jagers-verzamelaars om te helpen bij het vangen van prooien. Later volgde hij zijn baasje toen die koos voor een sedentair bestaan en er heel wat minder vlees op het menu kwam. “Bij de overstap van de jacht naar de landbouw heeft de mens generatie na generatie niet enkel gekozen voor honden met het sympathiekste gedrag, maar ook voor die dieren die zich het best konden behelpen met wat hij zelf weggooide”, aldus Charlotte Devaux, dierenarts gespecialiseerd in hondenvoeding. “Toen de mens zich destijds hoofdzakelijk met granen voedde, ging het vooral om honden die in staat waren zetmeel te verteren. Die dieren hebben hun genen doorgegeven aan de honden die wij vandaag als huisdier houden.”
Een weetje: uit studies is gebleken dat het voedingspatroon van de hond destijds uitermate karig was. Het bestond voornamelijk uit graanresten en... menselijke uitwerpselen, boordevol bacteriën en dus ook eiwitten. “In die tijd verwachtte de mens niet dat een hond aangenaam gezelschap was. Hij moest geen glanzende vacht hebben, om nog te zwijgen van zijn adem!” Door de vele kiemen die een hond binnenkreeg, droeg hij bovendien veel ziektes over. En werd hij lang niet zo oud als nu.
Sindsdien heeft de hond geleerd om zich qua voeding flexibel op te stellen: van een onvoorwaardelijke carnivoor is hij weliswaar geen echte omnivoor geworden – een hond heeft nog altijd veel meer eiwitten nodig dan een mens -, maar wel een opportunistische carnivoor. Dankzij die flexibiliteit kan hij met meerdere soorten voeding overweg. Nu de hond is opgeklommen tot volwaardig gezinslid, is het niet meer dan normaal dat het baasje er alles aan doet om hem zo gezond mogelijk te houden, zo prettig mogelijk in de omgang (weg die stinkende adem!) en hem een leuk leven laat leiden, onder meer dankzij hondenvoer dat op die nieuwe rol is afgestemd. “Vandaar het belang om je hond voer voor te zetten dat, behalve eiwitten en vetten, ook vezels en zetmeel (koolhydraten) bevat. Dat alles bij voorkeur in gevarieerde vorm: hoogwaardige hondenbrokken, bereide gerechten, enz.”, zegt de dierenarts. “Dat is niet alleen goed voor het dier, bij gezondheidsproblemen kan je ook makkelijker zijn voedingspatroon bijsturen.” Bij een nieraandoening zal de dierenarts een hond bv. voer met minder eiwitten voorschrijven. Een dier dat altijd vlees heeft gegeten en niet gewend is aan brokken, zal die overstap niet kunnen maken wanneer dat nodig is voor zijn gezondheid.
Gewaarschuwd baasje
Blijft de vraag hoe je als baasje wijs raakt uit het (over)aanbod aan producten. “Het gaat hier over een lucratieve markt (lees ook: Beestig duur!). Er wordt dus ook veel gebakken lucht verkocht. En het wemelt van de concepten die wetenschappelijk niet echt onderbouwd zijn of waarvan de voedingswaarde te wensen overlaat”, waarschuwt Charlotte Devaux. Net als bij je eigen voeding, moet je bij hondenvoer reageren als een alerte, goed geïnformeerde consument. Je moet de soms uit de lucht gegrepen claims op de verpakking kunnen doorprikken.
Zin om zelf te kokkerellen voor je hond? Tips op www.plusmagazine.be/hondenrecepten
Beestig duur!
52% van de Belgen heeft minstens één huisdier. Die ark van Noach voederen kost ons 660 miljoen euro per jaar. We hebben het dus al lang niet meer over een nichemarkt! Volgens Test-Aankoop ben je aan katteneten al gauw 400 euro per jaar kwijt, aan hondenvoeding 500 tot 600 euro. Maar dat is makkelijk het dubbele als je premiumvoeding koopt of elke dag zelf vers voer bereidt op basis van rijst, groenten, vlees en slachtafval. Volgens Tom&Co geven baasjes jaarlijks 1.959 euro uit voor een hond en 1.573 euro voor een kat. Want naast voer is er nog het mandje, de inentingen, enz.
Veel kans trouwens dat deze cijfers in werkelijkheid nog een pak hoger liggen, want tijdens de lockdowns hebben meer mensen een huisdier gekocht en hebben ze er ook meer geld aan besteed (circa +15%). Ook de online verkoop van huisdierenvoeding dikte met 20% aan. Niet alleen kleinere spelers wrijven zich in de pootjes, de hele sector boert prima. Wist je trouwens dat Purina een merk is van Nestlé? En Pedigree, Whiskas en Royal Canin eigendom zijn van Mars, bekend van de gelijknamige snoeprepen, Snickers, Bounty, enz.
Elk ras zijn voer
Hoeveel voer je hond nodig heeft en wat de optimale samenstelling is, hangt van factoren als grootte, gewicht, de energie die je dier aan de dag legt, leeftijd... Maar ook het ras telt. Hoewel daaromtrent nog niet echt studies bestaan, merken dierenartsen wel dat bepaalde ziektes of aandoeningen bij sommige hondenrassen frequenter voorkomen: buldogs kampen bijvoorbeeld geregeld met spijsverteringsproblemen (wat gepaard gaat met flatulentie), Duitse herdershonden hebben vaker last van pancreasinsufficiëntie, omdat de doorgedreven selectie met het oog op raszuiverheid resulteert in tal van genetische afwijkingen. Algemeen gesteld is een bastaard of een rashond die op prestaties is gefokt (herdershond, jachthond) minder fragiel dan een ras dat op schoonheid wordt gefokt (honden met een platte snuit, bijvoorbeeld).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier