Valerie Trouet © Franky Verdickt

Directeur Belgisch Klimaatcentrum Valerie Trouet: “De technologie die ons gaat redden, bestaat al”

Sinds begin 2023 is Valerie Trouet directeur van het Belgisch Klimaatcentrum. Ze is ervan overtuigd dat de wereld er over 20 jaar helemaal anders zal uitzien. “We zullen ons afvragen waarom we zo lang met benzine gereden hebben.”

Tot anderhalf jaar geleden werkte Valerie Trouet nog als professor aan de universiteit van het zonnige Arizona en ontcijferde ze klimaatsystemen aan de hand van de jaarringen van bomen. Op die manier ontdekte ze o.a. Adonis, met zijn 1075 jaar de oudste (gedateerde) boom van Europa. Sinds begin 2023 is ze directeur van het Belgisch klimaatcentrum.

Je bent dendroklimatoloog. Wat is dat precies?

De dendrochronologie is de jaarringwetenschap in het algemeen. Dendroarcheologen gebruiken jaarringen om archeologische vondsten te dateren. Dendro-ecologen bestuderen de geschiedenis van bossen vanuit een ecologisch oogpunt. Als dendroklimatoloog kijk ik aan de hand van jaarringen naar het klimaat van het verleden. Maar ook naar de toekomst. Bomen spelen een heel belangrijke rol in ons klimaatverhaal omdat ze koolstofdioxide uit de atmosfeer opnemen. Ik bestudeer hoe bomen zullen functioneren in ons toekomstige klimaat. Hoe ze ons gaan helpen de klimaatcrisis aan te pakken.

Je schreef een boek met de titel ‘Wat bomen ons vertellen’. Wat hebben bomen jou geleerd?

Dat alles samenhangt. Wij kijken naar bomen, naar hout door een microscoop op celniveau en daaruit kan je zaken afleiden over klimaatdynamische systemen die op tien kilometer boven het aardoppervlak gebeuren.


Meer concreet hebben ze mij het uitzonderlijke karakter van de huidige klimaatverandering getoond. In het verleden hebben zich ook al klimaatveranderingen voorgedaan, bijvoorbeeld ten tijde van de Romeinen, maar die waren veel subtieler in vergelijking met wat er nu gaande is. Niet enkel hoe snel de klimaatverandering nu gaat, maar ook hoe globaal. Het wordt overál warmer.

Sinds anderhalf jaar ben je directeur van het Belgisch Klimaatcentrum. Wat is de missie van het instituut?

Enerzijds willen we de Belgische klimaatwetenschappers meer verenigen en meer cohesie en strategie brengen in hun onderzoek. Anderzijds willen we de impact van de wetenschap op de klimaatactie vergroten. De wetenschappelijke bevindingen moeten terechtkomen bij beleidsmakers, de privésector, de media … zodat die in actie kunnen schieten. En actoren die klimaatactie willen nemen moeten ook met hun vragen bij de wetenschappers terecht kunnen.

Niet langer bewijzen dat het klimaat verandert, maar aanzetten tot actie?

We zien klimaatwetenschap in de brede zin van het woord. Klimaatmodellen vormen nog een belangrijk onderdeel. We verstaan ons klimaat nog niet voldoende, zeker nu het zo snel verandert. Maar we moeten ook de impact ervan verstaan op land en water. En we moeten kijken naar hoe technologieën – o.v.v. mobiliteit, energie, circulaire industrie … – ons kunnen helpen. Maar misschien wel het belangrijkste luik is het maatschappelijke: hoe passen wij ons aan? Dat gaat dan over klimaatrecht, politiek en ook psychologie – klimaatangst is iets heel reëels. Hoe motiveer je mensen om klimaatverandering aan te pakken en hoe communiceer je daar best over? Daar wordt pas heel recent onderzoek naar gedaan.

Wat is volgens jou de beste manier om over de klimaatverandering te communiceren?

We zijn dit nog aan het leren terwijl we het doen. Maar één ding is wel al duidelijk: alleen maar feiten en doem presenteren, is niet genoeg. Bij sommige mensen werkt dat zelfs omgekeerd. Het is belangrijk dat we mensen ‘empoweren’. Wij zijn geen slachtoffers van de klimaatverandering. Wij kunnen bepalen hoe dit uitdraait. Maar we moeten wel willen. En we moeten ook een positief beeld scheppen van de toekomst. De transitie die we moeten en willen doormaken is niet alleen om klimaatrampen te voorkomen. Ze gaat ons ook meer groen in de stad brengen, properdere lucht, een betere gezondheid, beter geïsoleerde huizen, goedkoper transport …


Ik ben ervan overtuigd dat we over 15 à 20 jaar zullen zeggen: ‘Waarom heb ik zo lang met een benzine-auto gereden? Wat een absurd idee om zoveel te betalen om mijn eigen lucht te vervuilen.’ We gaan nooit meer terug willen naar hoe het vandaag is.

Is het ook een belangrijke switch voor jou persoonlijk, om van wetenschapper te evolueren naar iemand die mee verandering op gang brengt?

Het was de belangrijkste reden om terug naar België te komen. Ik doe ontzettend graag aan wetenschap en jaarringonderzoek, maar ik voelde me wel een beetje verwijderd van wat er moet gebeuren.

Je hebt zelfs een sabbatjaar genomen omdat je begon te doemdenken.

Dat was in 2017. Ik had een paar belangrijke papers geschreven waarin we onder andere aantonen dat het heel slecht gaat met de water- en sneeuwhuishouding in Californië. Ik was daar de hele tijd over aan het nadenken. Ik woonde in de VS, het waren de Trumpjaren. De situatie was minder ernstig dan vandaag, maar er was ook niet veel positiefs te melden. Toch minder dan nu. Ik moest er even tussenuit. Ik heb dan mijn boek geschreven over dendrochronologie. Daarmee wou ik aantonen dat wetenschap iets heel spannends is. Dat er heel goede verhalen in zitten. Wat wij allemaal ontdekt hebben dankzij wetenschap, dat is ongelooflijk.

Wat heeft jou uit die dip gehaald?

Het schrijven van dat boek heeft zeker geholpen en de positieve reacties van mensen die plots erg begeesterd waren door wetenschap. Maar er was ook president Biden en zijn Inflation Reduction Act (IRA) en de Green Deal in Europa. De situatie is anders dan zeven jaar geleden. Ik ben ook ouder geworden. Het is nu het moment om te proberen mee dat momentum te helpen creëren.

Je bent redelijk positief over het klimaatakkoord van Dubaï?

Ik zie welke rol het speelt. Alles zal nu niet meteen ten goede veranderen, maar het geeft wel een duidelijk teken dat fossiele brandstoffen moeten gebannen worden. We zijn aan die transitie, weg van fossiele brandstoffen, begonnen, en die gaat niet meer omkeren.

Wat kan ik als individu doen voor het klimaat?

Het belangrijkste wat je kan doen is stemmen op een partij die van het klimaat een prioriteit maakt. Het soort veranderingen dat we nodig hebben is niet iets wat jij als individu kan oplossen. Afgezien daarvan: elke gram CO₂ die jij verbrandt, maakt een verschil. Als jij de keuze maakt om het openbaar vervoer of de fiets te nemen – dat hoeft niet elke dag – doe je iets voor het klimaat. Of je kan je huis isoleren, als je je dat kan veroorloven. Check eens waar je spaarcenten in geïnvesteerd worden. Zijn dat fossiele brandstoffen, dan moet je misschien van bank veranderen. Er zijn heel veel manieren die je levenskwaliteit of levenswijze niet drastisch hoeven te veranderen.

“Wij zijn geen slachtoffers van de klimaatverandering. Wij kunnen bepalen hoe dit uitdraait.”

In het missiestatement van het klimaatcentrum staat ook dat de transitie ‘sociaal rechtvaardig’ moet gebeuren. Vandaag zijn groene keuzes vaak dure keuzes.

Dat moet inderdaad dringend veranderen. De technologie die ons gaat redden, bestaat al: zonnepanelen, windmolens, elektrische wagens… Maar die moet goedkoper worden zodat die voor iedereen toegankelijk is. Daar is het beleid verantwoordelijk voor. België spendeert jaarlijks 13 miljard subsidies aan fossiele brandstoffen. Als die subsidies naar hernieuwbare energie zouden gaan, zouden die technieken al lang voor iedereen toegankelijk zijn.

Behalve het klimaat is een van je stokpaardjes ‘meer vrouwen in de wetenschap’.

Het is opvallend hoe anders het eraan toegaat in Amerikaanse universiteiten. Daar is een divers corps van wetenschappers – niet enkel vrouwen, ook mensen van kleur – echt een prioriteit. Hier wordt het vanzelfsprekend gevonden dat elke wetenschapper een blanke man is.


Dat is zo’n verlies voor de wetenschap. Je onttrekt je talent maar uit de helft van de bevolking en zal dus per definitie niet het meest getalenteerde corps hebben.

Heb je zelf ook ervaren dat je harder hebt moeten knokken als vrouw om te doen wat je nu doet?

Ik zou nooit professor geworden zijn als ik in België was gebleven. Een professorstitel verwerven is iets redelijk exclusiefs. Daar gaat een heel proces aan vooraf. En vrouwen worden in elke stap van dat proces benadeeld. Niet expliciet. Maar ze worden minder gevraagd om mee te schrijven aan een paper, hun papers worden strenger beoordeeld en ze worden minder geciteerd in wetenschappelijke publicaties. Vrouwen worden meer gevraagd om les te geven, om in comités te zetelen … waardoor er minder tijd overblijft om papers te schrijven. En als jij de enige vrouw in een comité bent, dan vertegenwoordig je meteen alle vrouwen. Maar zo werkt het niet. Ik ben niet elke vrouw, ik ben Valerie. ●

Valerie 
Trouet

° Leuven, 1974
Studeert af als bio-ingenieur

2007-2010 onderzoeker aan het Zwitsers Federaal Instituut voor Bos-, Sneeuw- en Landschapsonderzoek

2011-nu professor paleoklimatologie aan de universiteit van Arizona

2016 medeontdekker van Adonis, de oudste boom van Europa

2020 boek ‘Wat bomen ons vertellen’ (Lannoo) waarvoor ze de Jan Wolkers Prijs voor beste natuurboek krijgt

Sinds 2023 Directeur 
Belgisch klimaatcentrum






Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content