Grootouders: rechten onder voorwaarden
Het recht van grootouders om contact te hebben met hun kleinkinderen is vastgelegd in de wet. Maar het is wel ondergeschikt aan het ‘belang van het kind’ en het ouderlijk gezag, wat ruimte laat voor verschillende scenario’s.
“De relatie met mijn schoondochter is verslechterd door akkefietjes die achteraf enorm zijn opgeblazen,” vertelt Linda, die enkele jaren geleden stappen ondernam om haar kleinkinderen te kunnen zien, toen zes en acht jaar. “Mijn zoon steunde zijn vrouw. Ik zag mijn kleinzonen niet meer en er was ook geen manier om met hen te communiceren. Ik heb een advocaat onder de arm genomen en moest uiteindelijk naar de rechter stappen. Maar de situatie verbeterde niet. De rechter besloot in eerste instantie dat ik mijn kleinzonen enkele uren per maand mocht zien in een bezoekruimte, onder toezicht van maatschappelijk werkers. In diezelfde grote zaal waren ook anderen aanwezig, zoals vaders die familiaal geweld hadden gepleegd. Het was echt geen geschikte plek, en bovendien hadden de ouders mijn kleinkinderen tegen mij opgezet. De ontmoetingen verliepen niet goed en ik huilde vaak na afloop. Uiteindelijk heb ik het opgegeven.”
Het recht op persoonlijke relaties afdwingen heeft weinig effect als de volwassenen blijven ruzie maken en slecht spreken over elkaar. De kinderen raken dan verstrikt in een loyaliteitsconflict tegenover hun ouders. Gelukkig eindigen niet alle verhalen zoals dat van Linda. Maar het is niet eenvoudig om als grootouder je rechten te laten gelden als de familieomstandigheden te gespannen zijn. Het opeisen van een recht op persoonlijk contact kan de spanningen zelfs verergeren.
Als grootouder is het belangrijk om te weten dat de ouders van je kleinkinderen niet langer een koppel moeten zijn om je rechten te laten gelden. Het komt vaak voor dat na een scheiding of overlijden de ouder waarbij de kleinkinderen het meest verblijven het contact met de grootouders langs de kant van de ex-partner beperkt of verhindert. En als een ouder die niet langer het ouderlijk gezag heeft ook een bezoekrecht aanvraagt, zullen de rechten van de grootouders wellicht beperkt worden.
Kan je naar de rechter stappen?
Het recht op persoonlijke relaties geldt alleen voor minderjarige kleinkinderen. Vanaf 18 jaar zijn jonge volwassenen vrij om zelf te beslissen of ze liefde en respect voor hun grootouders willen tonen en contact willen. Artikel 375bis van het Burgerlijk Wetboek stelt dat “grootouders het recht hebben om persoonlijke relaties met het kind te onderhouden.” Dit ‘natuurlijk’ recht kan ook worden toegekend aan andere personen die een bijzondere band hebben met het kind: broers en zussen, overgrootouders, ooms, tantes, peetouders ... Bij onenigheid wordt de uitoefening van dit recht bepaald door de familierechtbank, op verzoek van de betrokken partijen of de procureur des Konings. De rechtbank zal dit recht alleen weigeren als het in strijd wordt geacht met het belang van het kind.
Kiezen voor bemiddeling
Maar als het contact met je kleinkinderen mank loopt, kan je als eerste reflex best contact opnemen met een familiaal bemiddelaar, vooraleer je gaat denken aan een dure en emotioneel zware rechtszaak. De bemiddelaar kan proberen de dialoog binnen de familie te herstellen. Het is ook mogelijk om direct contact op te nemen met een bezoekruimte. Weet ook dat sommige rechters de partijen eerst doorverwijzen naar bemiddeling om uit de conflictueuze dynamiek te geraken. Maar alle betrokkenen moeten dan bereid zijn om mee te werken in het belang van het kind.
Kiezen voor tussenkomst van de rechter
Wanneer de pogingen tot bemiddeling mislukken, kan de familierechtbank worden ingeschakeld om te beslissen. De bevoegde rechtbank is die van de woonplaats van het kind. Rechters schatten de relatie tussen grootouders en kleinkinderen meestal in als cruciaal voor de emotionele ontwikkeling en het evenwicht van het kind. Deze familiebanden worden als essentieel beschouwd voor het overbrengen van de familiegeschiedenis en -waarden. Dit is dus positief voor de grootouders. Deze regel geldt zowel als de ouders getrouwd, gescheiden of uit elkaar zijn, of als het kind buiten het huwelijk is geboren of geadopteerd. Ouderlijke conflicten of een scheiding zijn geen reden om deze banden te verbreken.
In theorie lijkt het recht op persoonlijke relaties dus grotendeels verworven voor grootouders. Maar in de praktijk tonen de rechterlijke beslissingen toch een genuanceerder beeld. Michaël Mallien, advocaat en docent recht, analyseerde de jurisprudentie op dit gebied over meerdere jaren. Zijn onderzoek toont aan dat slechts de helft van de uitspraken gunstig uitdraait voor grootouders. De rechtbanken erkennen wel dat het belangrijk is voor de kinderen om hun afkomst te kennen, maar sommige familieruzies worden als te schadelijk voor het kind beschouwd. De rechters wegen dan de risico’s en baten tegen elkaar af en kennen alleen rechten toe als ze die in het belang van het kind achten.
In welke gevallen wordt de aanvraag afgewezen?
“De grootouders hebben het recht persoonlijk contact met het kind te onderhouden. De rechtbank weigert dit enkel als de uitoefening van het recht ingaat tegen het belang van het kind”, zo staat het in de wetgeving. Zo kunnen ouders problemen aanhalen die ze in het verleden hebben meegemaakt, zoals mishandeling, geweld, problemen met het gebruik van drugs, medicijnen of alcohol, psychische moeilijkheden en een gebrek aan veiligheid of hygiëne. Als deze problemen nog steeds voortduren, en dit door bewijzen kan gestaafd worden, dam zullen de aanvragers geen gelijk krijgen in de rechtbank. Rechters kunnen hun beslissing ondersteunen door een sociaal of een psychologisch onderzoek te laten uitvoeren, waarvan de kosten door de partijen moeten worden gedragen.
Als grootouders zich tijdens dit psychologisch onderzoek systematisch denigrerend uitlaten over het gezag van de ouders, maken ze weinig kans om recht op persoonlijke omgang te verkrijgen of zal dit recht beperkt worden.
Maar tegelijk kan justitie leugens en manipulaties niet helemaal uitsluiten, omdat haar onderzoeksterrein soms beperkt is. Zo komt het toch voor dat grootouders hun gelijk niet krijgen omwille van allerlei minder hoffelijke manoeuvres van de ouders, die hun kinderen aanmoedigen om feiten te overdrijven en het conflict te dramatiseren om zo hun doel te bereiken: de banden volledig te verbreken. Dit gedrag kan ertoe leiden dat de kinderen, nu of later, op psychologisch vlak meegesleurd worden in een destructief loyaliteitsconflict.
Amper de helft van de vonnissen is voordelig voor de grootouders.
Hoe je rechten concreet laten gelden?
Om bezoekrecht te krijgen in geval van een conflict moeten grootouders een verzoek indienen bij de familierechtbank van de woonplaats van het kind. De duur van deze procedure kan variëren, maar neemt meestal rond de zes maanden in beslag, afhankelijk van de regio.
De belangrijkste kosten bij deze procedure zijn die van de advocaat. Maar grootouders kunnen deze kosten verlagen door hun rechtsbijstandsverzekering aan te spreken of, als ze over de juiste vaardigheden beschikken, door zichzelf te vertegenwoordigen.
De rechter kan experts inschakelen om de familiale situatie te beoordelen. Deze experts ontmoeten de kinderen, ouders en grootouders en stellen een gedetailleerd rapport op. Op basis van dit rapport bepaalt de rechtbank de regelmaat en voorwaarden van de bezoeken van de grootouders.
Hoe vaak per maand?
De wet specificeert niet hoe vaak grootouders hun kleinkinderen moeten kunnen zien. Meestal geven rechters de grootouders één tot twee dagen of halve dagen per maand bezoekrecht, wat soms wordt aangevuld met één of twee weekenden of een week tijdens de zomervakantie.
Maar elke zaak is uniek en de beslissing wordt genomen op basis van de specifieke omstandigheden. De uitspraak van de rechter bepaalt altijd precies hoe, waar en hoe vaak deze persoonlijke relaties moeten plaatsvinden. Bijvoorbeeld: de rechter kan grootouders de toestemming geven om hun kleinkind een weekend per maand bij hen te laten logeren, om één woensdag op twee in te staan voor de zorg, het kind te bezoeken, activiteiten te delen, telefonisch contact te hebben, cadeaus te sturen of ontmoetingen te organiseren in een specifieke ruimte op bepaalde dagen en uren.
Heeft het kleinkind iets te zeggen?
En het kleinkind? Kan het naar de rechtbank gaan en vragen om zijn grootmoeder of grootvader te zien? Nee, er staat wel in het Verdrag van de rechten van het kind dat de rechter passend rekening moet houden met de mening van het kind, afhankelijk van diens leeftijd, volwassenheid en beoordelingsvermogen.
Zo kan een minderjarige vanaf 12 jaar door de familierechter worden gehoord. Aan minderjarigen onder de 12 wordt geen formulier verzonden, maar ze kunnen toch gehoord worden als ze zelf, het openbaar ministerie of de partijen daarom vragen. Komt dit verzoek van de minderjarige zelf of het openbaar ministerie, dan moet de rechter dit accepteren. Is de vraag afkomstig van de ouders of grootouders, dan mag de rechter kiezen om er al dan niet op in te gaan.
De wet specificeert niet hoe vaak grootouders hun kleinkinderen moeten kunnen zien.
Het onaantastbaar ouderlijk gezag
Of de relaties tussen volwassenen nu goed of slecht zijn, één fundament blijft steeds overeind: dat van het ouderlijk gezag. In dat opzicht zijn grootouders derden, net zoals een oppas of kindermeisje dat zijn. Dat lijkt misschien wat bot geformuleerd, maar wanneer grootouders bij hun kleinkinderen zijn, of ze nu gewoon eventjes op hen passen, tijdens vakanties of bij een bezoekrecht: ouderlijk gezag hebben ze niet. Zelfs vanop afstand behouden de ouders het monopolie van het ouderlijk gezag, wat betekent dat alleen zij kunnen beslissen over belangrijke keuzes in de opvoeding. Kortom, niemand anders dan de ouders kan de keuzes voor de kinderen wat betreft voeding, religie, slaap, gedragsregels … bepalen of aanvechten.
Reizen naar het buitenland
Als een kind alleen of in gezelschap van andere personen dan zijn ouders reist, dan moet er altijd een schriftelijke toestemming door de wettelijke vertegenwoordigers worden opgemaakt. Dit kadert in het ouderlijke gezag. Het is ook sterk aanbevolen om de handtekening te laten legaliseren door de gemeente en deze schriftelijke toestemming tijdens de reis bij te hebben. Voor vertrek moeten reizigers zich informeren over aanvullende documenten die nodig zijn voor kinderen, door contact op te nemen met de ambassade of het consulaat van het land van bestemming. Als de reis bij een reisbureau is geboekt kan je daar terecht voor specifieke informatie, anders bij de diplomatieke vertegenwoordiging van het bestemmingsland in België of bij de dienst Reis- en Identiteitsdocumenten van de FOD Buitenlandse Zaken.
Bij de grootouders wonen?
“Sommige grootouders denken dat als hun dochter overlijdt zij als grootouders van moederszijde 50% van het ouderlijk gezag hebben. Dat is volledig onjuist. Grootouders hebben in deze situatie geen enkele beslissingsbevoegdheid, behalve eventueel als het kind in gevaar is.”
Het ouderlijk gezag blijft een centraal principe en dit verliezen komt uiterst zelden voor. Dit wordt alleen uitgesproken voor zeer ernstige feiten: een man die zijn vrouw vermoordt, seksueel misbruik van kinderen ... Het is de jeugdrechtbank die het gezag ontneemt. Er wordt dan een voogd benoemd die de rechten van de ontzette ouder uitoefent. Wanneer de rechten van één ouder worden ontnomen, wijst de jeugdrechter het ouderlijk gezag meestal toe aan de andere ouder, tenzij dit tegen het belang van het kind ingaat. In sommige gevallen kan een grootouder tot voogd worden benoemd. Maar in de praktijk is het niet zeldzaam dat de kleinkinderen bij hun grootouders gaan wonen, zelfs als het ouderlijk gezag officieel bij de ouders blijft. Alles hangt dan af van interne regels en afspraken tussen verstandige mensen.
Enkel het feit dat je grootouder bent, is onvoldoende om dit recht op te eisen
Het is nooit te laat om je recht op persoonlijke relaties met je kleinkinderen op te eisen. De jurisprudentie is duidelijk: “De relaties tussen kinderen en hun grootouders vormen ontegensprekelijk een belangrijk element in hun ontwikkeling. Op die manier kunnen ze genieten van een bijzondere emotionele bijdrage en komen ze meer te weten over hun herkomst, wat helpt om hun persoonlijkheid te vormen.” Het is dus niet nodig om een bijzondere emotionele band met het kind aan te tonen als er ondertussen veel tijd is verstreken. Het enkele feit dat je grootouder bent, is voldoende om dit recht op te eisen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier