Overlevingspensioen of overgangsuitkering: een duidelijke uitleg
De Pensioendienst startte een sensibiliseringscampagne over overlevingspensioen en overgangsuitkering. De bedoeling: mensen die hun partner verliezen op de hoogte brengen welke financiële steun ze kunnen krijgen. Maar... dit geldt enkel voor wie getrouwd is.
Op 23 november gaf de Pensioendienst de aftrap van een campagne waarbij ze iedereen – maar in het bijzonder jonge actieven – willen sensibiliseren rond het overlevingspensioen en de overgangsuitkering. Twee financiële steunmiddelen voor wie zijn of haar huwelijkspartner verliest. De campagne zal zich voornamelijk afspelen op sociale media en wil toekomstige weduwen en weduwnaars de boodschap geven: we zijn er voor jou. Een huwelijkspartner verliezen is al zwaar op zich. Naast de emotionele last van deze gebeurtenis, komt er ook heel wat administratieve en financiële last bij kijken. Deze last is er vaak te veel aan. Daarom wil de Pensioendienst duidelijk maken dat er financiële steun is, in de vorm van een overgangsuitkering of een overlevingspensioen. Wat betekent dat juist, de overgangsuitkering en het overlevingspensioen?
Eerst en vooral: deze steun vanuit de overheid is er enkel voor huwelijkspartners die alleen vallen. Woon je wettelijk of feitelijk samen, dan kom je niet in aanmerking voor een overlevingspensioen of overgangsuitkering. Op dat vlak is ons recht nog niet mee geëvolueerd...
Wie kan een overlevingspensioen krijgen?
Ben je minstens 1 jaar gehuwd (tenzij uitzonderingen) en je verliest jouw huwelijkspartner, dan kan je in aanmerking komen voor een overlevingspensioen als je 48,5 jaar bent (leeftijdsgrens voor 2022, in 2023 schuift ze op naar 49 jaar) of als je zelf met pensioen bent. Je mag ook niet hertrouwd zijn. Het maakt niet uit of de overleden partner al met pensioen was of niet.
Wat is een overgangsuitkering?
De overgangsuitkering is een tijdelijke uitkering die betaald wordt aan de huwelijkspartner, die niet aan de leeftijdsvoorwaarde (48,5 jaar in 2022 – 49 jaar in 2023) voldoet voor een overlevingspensioen. Je moet wel aan de andere voorwaarden voldoen (minstens 1 jaar getrouwd, niet hertrouwd). Het maakt niet uit of de overleden partner al met pensioen was of niet.
De overgangsuitkering is tijdelijk. De duur hangt af van jouw gezinssituatie op het moment dat jouw huwelijkspartner overleed. Bijvoorbeeld: heb je geen kinderen ten laste, dan is dat 18 maanden (de duur loopt op tot 48 maanden – zie hiervoor Overgangsuitkering | Federale Pensioendienst (fgov.be).
Doe je aanvraag op tijd!
De Pensioendienst merkte op dat er nog heel veel onwetendheid over de financiële steun bestaat, en in het bijzonder over de overgangsuitkering. Sommigen maken er geen gebruik van omdat ze de uitkering niet kennen. Anderen omdat ze denken dat ze er geen recht op hebben omdat ze werken. Het laattijdig aanvragen is vooral problematisch bij jonge weduwen/weduwnaars omdat het moment van de aanvraag voor een overgangsuitkering of overlevingspensioen belangrijk is:- als de aanvraag binnen de 12 maanden na het overlijden van de huwelijkspartner wordt ingediend, ontvangt de overlevende huwelijkspartner het overlevingspensioen of de overgangsuitkering vanaf de maand volgend op het overlijden. Maar als je de aanvraag meer dan 12 maanden na het overlijden indient, gaan de maanden die aan de aanvraag voorafgegaan, verloren. Aangezien de overgangsuitkering tijdelijk is, kan dit er in extremis voor zorgen dat de weduwe/weduwnaar slecht zeer kort of zelfs geen beroep meer kan doen op deze tegemoetkoming.
Hulp bij een moeilijk moment
Op de website www.wezijnervoorjou.be legt de Pensioendienst meer in detail uit hoe je een overlijden moet melden; wat er gebeurt met de laatste maand pensioen of uitkering; waar de huwelijkspartner recht op heeft bij een overlijden; wat de gevolgen zijn voor je eigen pensioen of uitkering (als jij al gepensioneerd bent); hoe je de belastingaangifte van de overledene indient.
(bron: Persbericht Pensioendienst)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier