© Getty Images

Steeds meer bedrijven willen thuiswerk terugschroeven

Plusmagazine.be Onlineredactie

Drie op de vier werknemers (74%) werken momenteel minstens drie dagen per week op kantoor. Terwijl 41% onder hen vaker van thuis uit wil werken dan nu het geval is, wil 31% van de bedrijven dat werknemers juist structureel meer naar kantoor komen. Vooral in de kleinere bedrijven, waar de verplichting om naar de werkvloer te komen de voorbije jaren wat is losgelaten, is de wens groot om thuiswerk terug te schroeven.

Één op de drie kleine kmo’s (33%) en vier op de tien middelgrote kmo’s (41%) wil structureel meer werknemers op kantoor zien. Dat blijkt uit een onderzoek van Acerta Consult vier jaar na de eerste coronalockdown op basis van de gegevens van meer dan 500 Belgische bedrijven.

3 dagen op kantoor, 2 dagen werken van thuis

Precies vier jaar geleden ging de eerste corona-lockdown in. In de bedrijven waar thuiswerk meteen mogelijk was, werd het vanaf dan de norm. Sindsdien leken veel bedrijven én hun werknemers een goed evenwicht gevonden te hebben binnen het zogenaamde ‘hybride werken’. Tot recent in de Verenigde Staten enkele techreuzen aankondigden dat managers terug meer naar kantoor moesten komen. Ook in ons land legden enkele grote bedrijven die verplichting op aan hun personeel. De trend naar meer kantoorwerk lijkt zich in 2024 verder te zetten in ons land, zo toont het onderzoek van Acerta Consult, dat naar de thuiswerkverwachtingen polst bij zowel werkgevers als werknemers.

Momenteel verwacht iets meer dan de helft van de werkgevers (53%) dat hun werknemers minstens drie dagen per week op de werkvloer aanwezig zijn. Vorig jaar was dat nog 57%. Vooral kmo’s verwachten dat werknemers nog meer dan de helft van de week thuiswerken. Bij de allerkleinste bedrijven (t.e.m. 9 werknemers) verwacht 44% dat werknemers minstens 3 dagen naar kantoor komen, bij de iets grotere kmo’s (t.e.m. 49 werknemers) is dat maar 41%. Toch komen werknemers in de praktijk gemiddeld vaker naar kantoor dan officieel van hen verwacht wordt: 74% pendelt minstens drie dagen per week naar kantoor. Zowat de helft van de werknemers (49%) vindt minstens 3 dagen op kantoor en de rest thuiswerken de ideale verdeling.

Toekomstverwachtingen lopen uiteen

Als we bekijken wat in de toekomst de ideale verdeling is tussen thuiswerk en werken op kantoor, lopen de verwachtingen tussen bedrijven en hun werknemers uiteen. Bijna een derde (30,6%) van de bedrijven zou het structureel thuiswerk graag wat terugschroeven. Slechts 12,7% wil meer thuiswerk in de organisatie invoeren en een kleine 56,7% vindt de huidige balans goed zoals die is. Bij werknemers die kunnen thuiswerken, zien we de omgekeerde beweging: 41% wil meer van thuis uit gaan werken. 54% is tevreden met de huidige verdeling en slechts 5% wil graag minder van thuis uit werken.

Thuiswerk versie 2.0

Ellen Van Grunderbeek, juridisch experte bij Acerta Consult: “We moeten vaststellen dat werkgevers en werknemers vandaag niet meer helemaal dezelfde verwachtingen hebben omtrent de verdere evolutie van thuiswerk. De vier op de tien werknemers die graag meer van thuis zou willen werken, wordt daarin slechts door een minderheid (13%) van de werkgevers gevolgd. Hoewel zowel werkgevers als werknemers erkennen dat thuiswerk vooral een positief effect heeft op de werk-privébalans, dat het een voordeel is bij het aantrekken van talent en dat het ziekteverzuim helpt vermijden, rijzen er steeds meer vragen bij werkgevers of de productiviteit wel op hetzelfde niveau blijft. Dat vraagt vertrouwen. Werkgevers en leidinggevenden moeten hun werknemers voldoende autonomie geven om hun werk zelf in te vullen. Nog een bezorgdheid is betrokkenheid: de vrees dat thuiswerkers minder voeling hebben met het bedrijf waarvoor ze werken. Dat is zeker een reële uitdaging. Na de plotse boost die thuiswerk kreeg, ondertussen vier jaar terug,is het niet zo vreemd dat het bedrijfsbeleid rond thuiswerk opnieuw wordt geëvalueerd. Dat gebeurt best in dialoog en op een constructieve manier. Wel staat nu al vast dat hybride werken niet meer zal verdwijnen, al was het maar omdat werkgevers het uitspelen als troef in tijden van arbeidskrapte en omdat het bijdraagt aan een duurzaam werkgeverschap.”

Partner Content