© Getty Images/iStockphoto

Vrouwen en hun pensioen: hoe groot is de pensioenkloof?

Het loon is een belangrijke component van het pensioen. Een lager loon zal een lager pensioen geven. Ook andere elementen zorgen voor een pensioenkloof tussen mannen en vrouwen.

Als we kijken naar het jaarsalaris bedraagt de loonkloof tussen mannen en vrouwen in ons land 23,1% (cijfers minister van Pensioenen Karine Lalieux). Gecorrigeerd naar arbeidstijd verdienen vrouwen in België 9,1% minder (loonkloofrapport 2021 van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen). Qua arbeidstijd is er immers vaak een groot verschil. Ongeveer de helft van de vrouwen werkt in een deeltijdse job, en dat is niet altijd een vrije keuze.

Loontransparantie

Op Europees niveau is er de loontransparantierichtlijn, die goedgekeurd en aangescherpt werd door het Europees Parlement. Ze verplicht bedrijven vanaf 50 werknemers om bekend te maken hoeveel mannen en vrouwen in elke functie verdienen. Dat is belangrijk om zicht te krijgen op de loonkloof en het biedt ook informatie aan werkzoekenden. Het goedgekeurde voorstel gaat nu naar de Europese Commissie. Dan moet het nog omgezet worden in nationale wetgeving door de lidstaten. (Bron: De Standaard)

Kortere loopbaan en deeltijds werk

De loonkloof aanpakken is belangrijk, want het loon is ook een belangrijke component van het pensioen. De pensioenkloof is echter groter dan de loonkloof. Daar is niet enkel het lagere loon verantwoordelijk voor. Vrouwen hebben gemiddeld een kortere loopbaan dan mannen en het deeltijds werken heeft ook een invloed op het pensioenbedrag. Ook de aanvullende pensioenen van vrouwen vertegenwoordigen gemiddeld slechts de helft van de aanvullende pensioenen bij mannen. Dat komt omdat vrouwen vaker in sectoren werken die geen aanvullend pensioen kennen. Werkgevers zijn immers niet verplicht om een aanvullend pensioen (groepsverzekering of pensioenfonds) in te richten.

Toch zit er een positieve evolutie in. Uit het rapport “De loopbaansamenstelling van (toekomstig) gepensioneerde werknemers” (Federaal Planbureau en CeSo, KULeuven) blijkt dat vrouwen aan een inhaalbeweging bezig zijn. Uit het rapport: “De cijfers tonen allereerst dat toekomstig gepensioneerden gemiddeld minder jaren pensioenopbouw hebben dan recent gepensioneerden. Vooral bij mannen is dat het geval. Dat toekomstig gepensioneerden steeds later de arbeidsmarkt betreden vormt hiervoor een belangrijke verklaring. Ten tweede tonen de cijfers dat recent gepensioneerde mannen gemiddeld meer jaren pensioenopbouw hebben dan recent gepensioneerde vrouwen. Deze vaststelling geldt niet langer voor toekomstig gepensioneerden die in 2019 35 en 45 jaar oud zijn. Ze geldt wel nog voor toekomstig gepensioneerden die in 2019 55 jaar oud zijn.”

Tijdskrediet met pensioengelijkstelling

Wat ook belangrijk is bij pensioenopbouw, is de pensioengelijkstelling. Vroeger onderbraken vrouwen vaak hun carrières voor een paar jaar of ze gingen deeltijds werken zonder pensioengelijkstelling. Vandaag kunnen ouders ouderschapsverlof nemen of een gemotiveerd tijdskrediet (zorg voor een kind jonger dan 8 jaar) en dan worden de niet gewerkte dagen gelijkgesteld met gewerkte dagen voor de pensioenopbouw.

Minimumpensioen

Vandaag moet je 30 jaar gewerkt hebben om recht te hebben op een minimumpensioen. In die 30 jaar tellen ook gelijkgestelde periodes mee (ziekte, werkloosheid...). Er is ook sprake om een voorwaarde toe te voegen: een aantal jaren dat er effectief gewerkt moet zijn. Daar is nog geen definitieve beslissing over gevallen. Maar die vereiste kan in het nadeel van vrouwen spelen.

Partner Content