© Franky Verdickt

Steven Van Gucht: ‘Virussen zijn fascinerend ‘

Al bijna twee jaar is Steven Van Gucht een van de experts die ons rustig en onvermoeibaar door de coronapandemie loodst. Hoe was het al die tijd voor hem?

We zijn met velen, de journalisten die de professor te woord staat, bij hem thuis in Denderleeuw en op zijn werkplek in Brussel. Want covid gunt hem voorlopig geen pauze. Zijn enthousiasme over zijn vakgebied wordt er niet door getemperd. De viroloog licht spontaan enkele microscopisch uitvergrote organismen toe en haalt trots zijn doctoraat over respiratoire virussen uit de kast. Voor we het over hem hebben, nog enkele vragen over dat virus.

Raken we ooit helemaal van het coronavirus verlost?

De pandemie is over als corona een gewoon virus wordt, dat net als griep een keer per jaar opduikt. Helemaal weg gaat het nooit, maar dat is niet erg als het kleine golven veroorzaakt, die het gezondheidssysteem aankan. Dat is zo voor veel virussen. Het is de Wereldgezondheidsorganisatie die de pandemie echt over verklaart, wanneer de situatie wereldwijd gestabiliseerd is. Dat moment zál komen. Voor alle virussen en organismen is er een plafond. Die kunnen niet blijven evolueren. Ik weet dat velen dachten dat de vaccinatie het einde zou inluiden, maar er zitten nog te veel gaten in onze bescherming. In het ziekenhuis liggen nu twee groepen covidpatiënten: zij die gevaccineerd zijn, maar om een of andere reden verzwakt. En niet-gevaccineerden, die dit konden vermijden! Da’s heel bitter.

Het zal goed zijn als ik uit de actualiteit verdwijn.

Niemand maakte ooit zo’n pandemie mee. Waarom juist nu?

Pandemieën zijn van alle tijden. Maar voor een even zware moeten we 100 jaar terug, tot de Spaanse griep. Intussen zijn we met almaar meer mensen. Dus is er statistisch meer kans dat een nieuw virus uitbreekt en zich snel verspreidt. We wonen bovendien vaak dicht op mekaar in miljoenensteden en verplaatsen ons in maximaal 48 uur over de hele wereld. Mogelijk zullen pandemieën mekaar sneller opvolgen, maar daarom zijn ze niet altijd gevaarlijk. De vorige dateert van 2009. De Mexicaanse griep ging toen snel wereldwijd, maar was vrij mild. De ernst van een pandemie is in het begin soms moeilijk in te schatten.

Sinds begin 2020 ben je voortdurend in het nieuws. Heeft dat je leven veranderd?

Het voelt soms surrealistisch. Ik heb mijn job gekozen uit passie voor de wetenschap, niet om in de spotlights te staan. Eind januari 2020 kreeg ik van de FOD Volksgezondheid de dwingende vraag het wetenschappelijk comité te leiden dat advies moest geven aan toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block. Laat alles vallen en werk vanaf nu enkel nog op corona, klonk het. Sindsdien doe ik wat ik doe. Het is logisch dat ze bij mij uitkwamen: ik ben hoofd van het lab virale ziekten bij Sciensano. Ik had natuurlijk nee kunnen zeggen. Maar op zo’n moment moet je je verantwoordelijkheid nemen.

En je bent een uitstekend communicator.

Dat blijkt gelukkig zo te zijn. Want meestal hadden we weinig tijd om de persconferenties met de dagelijkse cijfers voor te bereiden. Ik kreeg ze pas een half uur vooraf. Een spoedcursus mediatraining moest mij helpen. Tips die ik dan toch weer vergat, want ik was erg gefocust op het brengen van de juiste boodschap.

Je adviseert de beleidsmakers. Was de politiek nieuw voor jou?

Voor corona had ik enkel indirect te ma- ken met de politiek. Sciensano levert als overheidsinstelling wetenschappelijke rapporten af die het beleid onder- steunen. Er van dichtbij bij betrokken worden was nieuw voor mij. Ik was blij dat tijdens de eerste lockdown iedereen op één lijn zat. Intussen manifesteert de politiek zich weer met de gebruikelijke tegenstellingen, wat de communicatie soms bemoeilijkt. Maar ik heb altijd goed samengewerkt met de ministers van Volksgezondheid De Block en Vandenbroucke. Het is niet mijn stijl om te sneren. Ik denk dat de meeste mensen gedaan hebben wat ze konden.

Intussen raakten media geïnteres-seerd in je baard, je singlestatus, je buurvrouw die voor je kookt...

Ik heb daar nooit mee te koop gelopen, maar dat is moeilijk tegen te houden. Soms vraagt een journalist terloops iets kleins en vergroot dan mijn antwoord uit zodat het een eigen leven gaat leiden. Nu ja, ik had categoriek alles kunnen weigeren wat niet coronagerelateerd is. Maar dat hoefde voor mij niet. Ik wilde ook voorbeelden van mezelf ge- ven. Wij moesten continu zeggen hoe de mensen moesten leven. Ik vond het dan eerlijk om te vertellen hoe ik het zelf deed. Daarom refereerde ik aan mijn persoonlijke leven, mijn tienerzoon. Ik wilde tonen dat de regels ook voor mij en mijn familie moeilijk waren.

Wat vond je zelf het lastigste?

Ik draag een bril en dan is een mondmasker uiterst vervelend.

De maatregelen zijn soms moeilijk omdat wij geen virussen waarnemen. Zijn ze voor jou wel reëel?

Ik zie niet overal virussen. Ik denk dat ik een gezond risicobewustzijn heb. Misschien één uitzondering. Aan het begin van mijn carrière bestudeerde ik hondsdolheid, het meest dodelijke virus dat er is. Mijn zoon was nog een baby en ik was doodsbang hem te besmetten. Maar die angst had meer te maken met het verse vaderschap dan met een reëel risico, want rabiës draag je niet zomaar over. Ik geef ook toe dat ik bijvoorbeeld in het Brusselse Zuidstation nooit de leuning van de roltrap vastneem, ook lang voor corona. En op vakantie weet ik welke ziekten waar voorkomen. Maar ik heb zeker geen smetvrees.

Je staat bekend om je rustige uitstraling. Zijn er toch dingen die je kwaad maken?

Het verspreiden van desinformatie. Want dat is niet onschuldig. Wat mij bijzonder kwaad maakt is wanneer mensen, die eigenlijk beter moeten weten, bewust onzin verkopen. Collega’s die de antivaxbeweging steunen of dingen verspreiden die epidemiologisch geen steek houden, dat begrijp ik niet. Willen ze een platform? Bekendheid? Maar ik ga niet in discussie op sociale media.

Je zei wel eens te vrezen voor een mentale crash als alles achter de rug is.

Dat risico is er. Want ik blijf onder hoogspanning staan, voel druk en kritiek van alle kanten. Als ik ooit tot rust kom, wat gaat dat met mij doen? Pas wanneer de spanning wegvloeit, voel je de vermoeidheid die zich in je lichaam heeft opgebouwd. Het is een ware uitputtingsslag. Ik heb in de zomer gelukkig de hele maand augustus vrij kunnen nemen. Dat was een goeie keuze. Ik heb toen veel gewerkt in mijn huis en tuin. Veel dingen waren anderhalf jaar blijven liggen.

Was je bang toen jouw collega Marc Van Ranst moest onderduiken?

Bang niet, wel bezorgd om Marc en zijn gezin. Ik heb zelf ook bedreigingen gekregen. Ik sta daar niet te lang bij stil en stuur ze door naar de politie. Mensen zoeken natuurlijk een schuldige. Je kan moeilijk boos worden op een virus, want dat zie je niet en dus wordt er geschoten op experts en politici. Anderzijds heb ik veel steun- en dankbetuigingen gehad. Die compenseren ruimschoots.

Kijk je er naar uit terug onbekend te worden?

Echt onbekend, dat zal nog een hele tijd duren. Uit de wekelijkse actualiteit verdwijnen zou wel goed zijn. Als je mij niet meer op tv ziet, is de pandemie stilaan over. En ik heb genoeg media exposure gehad voor een heel mensenleven. Sommige dingen zijn plezant: deelnemen aan programma’s als De Slimste Mens of Winteruur. Ik weet dat ze mij dat over een jaar of twee niet meer zullen vragen.

Als 2022 rustiger wordt, wat wil je dan graag?

Meer tijd voor mezelf en mijn naasten, met vrije weekends en avonden. Mij weer focussen op het leiden van mijn lab, mijn normale job. Het is nu een zelfsturend team en ze doen dat fantastisch. Maar soms ben ik wel nodig.

Je hebt geen overdosis virus gehad?

Integendeel, ik kan niet wachten om weer andere virussen te bestuderen. Met corona heb ik het stilaan gehad. Er zijn nog zoveel interessante virussen! Ik ben opgegroeid op een boerderij. Ik heb als kind vaak problemen gezien met virussen bij dieren, die moeilijk te controleren waren. Toen ik diergeneeskunde ging studeren ontdekte ik hoe fascinerend virussen zijn. Ze omvatten zoveel: van hun moleculaire samenstelling tot de biologie van het lichaam dat ze aanvallen. Het gaat ook over sociologie en menselijk gedrag. Want een virus kan zich enkel verspreiden doordat mensen met elkaar in contact komen. Virologie is dus een heel brede en buitengewoon interessante discipline!

Steven Van Gucht

°21/4/1976

LOOPBAAN

2000: Master in de diergeneeskunde. Doctoraal onderzoeker Virologie, faculteit diergeneeskunde UGent.

2005: Behaalt doctoraat i.v.m. respiratoire virussen bij varkens (UGent).

Start bij gezondheidsinstituut Sciensano in het lab rabiës.

2010: Hoofd van de Dienst Virale ziekten van Sciensano.

2014: Gastprofessor aan het lab Virologie, Faculteit Diergeneeskunde, UGent.

PRIVÉ

Gescheiden en vader van een zoon (16).

Partner Content