Maden kunnen terug als schoonmakers van wonden
De madentherapie, een behandeling waarbij maden worden ingezet om moeilijk te genezen wonden schoon te maken, is terug van weggeweest. De methode is in ons land opnieuw erkend als niet-geregistreerd geneesmiddel. Ze kan patiënten behoeden voor amputatie van ledematen, zeggen Balliu Kristof en Kiopekzis Melissa, wondzorgspecialisten van het Wondzorgcentrum.
Madentherapie is vooral nuttig voor diabetici en oudere mensen die last hebben van een moeizame wondgenezing en voor patiënten die niet meer reageren op antibiotica. Toni Hubbard van het bedrijf Biomonde in Duitsland, dat sinds vele jaren vliegenlarven kweekt voor medisch gebruik, legt uit hoe de therapie werkt: “De larven van de groene vleesvlieg slorpen het dode weefsel in een wonde op en spuwen een enzym uit dat een sterk oplossende werking heeft. Laboratoriumonderzoek heeft ook aangetoond dat de secreties van de larven bacteriën doden. Van het gezonde weefsel blijven de larven af. De maden hebben gemiddeld vier dagen nodig om hun werk te doen”, zo zegt zij. “Alle maden zijn uiteraard steriel gekweekt. Doorgaans worden er een vijftigtal in een soort theezakje gestopt dat op de wonde gelegd wordt, daarbovenop komt nog een stevig absorberend verband zodat de patiënt de larven niet ziet, wat de psychologische weerstand vermindert. De larven kunnen er hun kopje doorsteken en bij de wonde geraken, maar niet ontsnappen. Als de wonde echter te groot of te diep is, laat men de larven soms vrij rondwoelen.
Resistentie tegen antibiotica zorgt voor nieuwe interesse
Het heilzame effect van de vlieglarven is al sinds de middeleeuwen bekend, maar de therapie raakte in onbruik met de opkomst van de antibiotica, aldus Hubbard. Tot steeds meer mensen resistent raakten tegen antibiotica en de techniek in de jaren ’90 opnieuw opgang maakte.
“De toenemende resistentie tegen antibiotica en de kunst om een wonde zo snel en efficiënt te ontdoen van het dode weefsel is inderdaad de voornaamste reden waarom we steeds meer opteren voor de madentherapie” aldus Kiopekzis Melissa. “Bijkomend voordeel is ook dat de patiënt niet moet gehospitaliseerd worden, wat voor een doorgedreven debridement van de wonde soms wel nodig is”, zo zegt zij. “Maar bovenal: de resultaten zijn snel en verbluffend. Wij zijn net terug in België gestart met het gebruik van madentherapie. Wij gebruiken het vooral om pijnlijk wonden te debrideren of wanneer de patiënt moeilijk een verdoving of ziekenhuisopname kan ondergaan. De maden veroorzaken meestal geen pijn. Patiënten signaleren ons vooral een kriebelend gevoel”, aldus de wondzorgspecialiste.
Vaak de enige oplossing
Volgens Balliu bestaat er bij patiënten weinig afkeer voor de maden. “Wanneer antibiotica bij een zware infectie niet meer kunnen baten, is amputatie vaak de enige andere oplossing”, zo zegt hij. “Dan is de keuze voor de larven wel vlug gemaakt.”
De therapie was een tijdlang populair maar werd sinds 2011 niet langer erkend omdat er “problemen waren met de standaardisatie”, zegt Ann Eeckhout, woordvoerster van het federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG). Het FAGG heeft nu na overleg met het Wondzorgcentrum beslist om de beestjes opnieuw toe te laten, zij het als niet-geregistreerd geneesmiddel. “De therapie is dan wel in opmars, een echte doorbraak zal er pas komen als ze ook terugbetaald wordt” vertelt Balliu. “Nu kost een madenbehandeling 150 tot 300 euro. Er is meestal wel maar 1 sessie van 4 dagen nodig. In vergelijking met de kosten voor een operatie onder anesthesie en een ziekenhuisopname is dit weinig.
De erkenning als geneesmiddel geeft veiligheidsgaranties, maar brengt natuurlijk ook heel wat verplichtingen met zich mee. Zo is het altijd een arts die het moet voorschrijven en de maden worden steeds afgeleverd bij de apotheek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier