Waarom we solidair zijn

Anderen helpen. Het is niet aangeboren. Dat we toch de stap zetten, is omdat we het van thuis meekregen, een gebeurtenis ons leven heeft veranderd... Of omdat we met pensioen gaan.

Actief geld inzamelen voor een herkenbaar doel dicht bij huis, daar doen we graag aan mee. Jaar na jaar brengen groots opgezette inzamelacties als De Warmste Week, Kom op tegen Kanker en Rode Neuzen Dag meer geld op. Om je een idee te geven: de eerste editie van De Warmste Week in 2006, voor slachtoffers van landmijnen, bracht 2,7 miljoen euro in het laatje. De editie van 2019, die voor de zesde keer op rij geld inzamelde voor tal van lokale goede doelen, klokte af op 17,5 miljoen euro, een recordbedrag.

Ook voor Kom op tegen Kanker halen we graag onze portefeuille boven. Zo kochten we in september nog 328.697 azalea’s, goed voor 2.315.045 euro, geld dat besteed wordt aan de strijd tegen kanker. Voor Rode Neuzen Dag, dat focust op het mentaal welzijn van jongeren, hadden we in 2019 zo’n 4,3 miljoen euro veil. Zelfde verhaal bij de kleinere initiatieven van serviceclubs als Kiwanis, Lion’s, Rotary...

Voor de slachtoffers van de watersnood in Wallonië wist het Rode Kruis op twee weken tijd 30 miljoen euro op te halen, het op een na hoogste bedrag dat het Consortium 12-12 voor Noodhulpsituaties sinds haar oprichting in 2005 heeft ingezameld na een ramp.

En dan zijn er de pakweg 1,8 miljoen landgenoten die een deel van hun tijd aan vrijwilligerswerk besteden, aan anderen helpen. Cijfers die blijven stijgen, in een samenleving waarvan nochtans wordt gezegd dat ze zich meer en meer in zichzelf keert, egoïstisch is. Hoopgevend, vindt socioloog Marco Martiniello (universiteit Luik) dat. Hij schetst wat mensen die voor anderen in de bres springen gemeen hebben.

Bestaat er zoiets als een universeel profiel van de solidaire medemens?

Marco Martiniello: Het parcours dat mensen afleggen is erg divers, maar één type mens duikt vaak op in ons onderzoek: iemand die op een moeilijk moment in zijn/haar leven – een overlijden, een relatiebreuk, financiële problemen, een depressie, enz. – heeft kunnen rekenen op de solidariteit van anderen, en nu bij het zien van onrechtvaardigheid, zelf een helpende hand uitsteekt. Je kan dit een kans noemen om goed te doen, om iets terug te doen. Zo iemand heeft het moeilijk bij het zien van een moeder die met haar kinderen op straat belandt, of wanneer migranten terug in zee worden gedreven, en slachtoffers van overstromingen alles kwijt raken... Zo iemand gaat zich dan engageren om dingen aan te pakken die in zijn/haar ogen ontoelaatbaar zijn.

Zich engageren betekent ook erbij blijven horen.

Is dat engagement soms ook ingegeven door geloof?

In zekere zin wel. We stellen vast dat veel mensen die zich engageren van dicht of van ver worden gedreven door waarden die teruggaan op een geloofs-traditie. Dat wil daarom niet zeggen dat ze praktiserend zijn, maar ze zijn vervuld van spirtuele waarden die zaken zoals samen dingen delen en solidair zijn hoog in het vaandel dragen.

Anderen helpen geeft ook enorm veel voldoening...

Uiteraard. En ook dat kan bewust of onbewust voortvloeien uit onze christelijke erfenis. Wie goed doet voor een ander, doet goed voor zichzelf. Een van mijn studenten die in de jungle van Calais heeft gewerkt, het geïmproviseerde kamp van waaruit migranten zich aan de oversteek naar Engeland wagen, heeft daar kunnen vaststellen dat achter elk engagement ook een grote persoonlijke voldoening schuilgaat.

Een voldoening waar mensen nog meer naar op zoek gaan wanneer ze met pensioen gaan?

Dat klopt. We stellen vast dat jezelf engageren sterker speelt naarmate het einde van de loopbaan in zicht is. Je hebt een bepaalde leeftijd bereikt binnen de maatschappij. Je bent – tussen aanhalingstekens – minder productief voor de samenleving. Er komt meer tijd vrij, zowel op professioneel als op familiaal vlak. Sommigen gebruiken die vrijgekomen tijd om zich in te zetten voor hulporganisaties of om weer zin te geven aan hun nieuwe leven. Ze bouwen opnieuw iets op waarmee ze zich sociaal nuttig voelen in een samenleving waar je je, als je niet langer meer meedraait in het productiesysteem, snel aan de kant geschoven voelt. Dus ja, zich engageren betekent heel duidelijk erbij blijven horen.

Een reden waarom vrijwilligerswerk aan populariteit wint...

Dat kan ik niet zomaar beamen. Sommige verenigingen klagen dat ze onvoldoende vrijwilligers vinden, maar dat hangt van de criteria af. Solidariteit valt moeilijk te inventariseren, in cijfers uit te drukken. Je kan dus niet zomaar zeggen dat almaar meer burgers zich engageren. Wat ik vaststel is dat solidariteit opflakkeringen kent. En dat je geen deel moet uitmaken van een vereniging of een beweging om solidair te zijn.

Een voorbeeld?

In de wijk waar ik woon, hebben buren tijdens de eerste lockdown boodschappen gedaan voor de hoogbejaarden in hun straat. Vandaag helpen andere buren diezelfde hoogbejaarden, die digitaal niet helemaal mee zijn, met het uitprinten van hun Covid Safe Ticket. Ook dat zijn informele uitingen van solidariteit, die niet in de statistieken opduiken. Mensen engageren zich niet enkel in gestructureerde organisaties. Ze schieten in actie als de omstandigheden daarom vragen en dat is prima zo. Vooral als je weet dat in de samenleving vandaag men je zou laten creperen op straat. Ik ben van nature een pessimist, toch denk ik dat er altijd een uitgestoken hand zal zijn. En dat vind ik erg bemoedigend.

Solidariteit doet taalgrens sneuvelen

“We lijken in een maatschappij te leven die verdeeld is, gepolariseerd en individualistisch”, geeft socioloog Marco Martiniello mee. “Ik vind het dan ook hartverwarmend om te zien dat barrières sneuvelen als zich uitzonderlijke situaties voordoen. Ik heb dat gemerkt bij de problematiek rond de asielzoekers, een van de onderzoeksthema’s waar ik nauw bij betrokken ben. Ik was ook verrast door het indrukwekkend aantal Vlamingen dat in Wallonië de handen uit de mouwen is komen steken na de overstromingen. Dat plaatst onze regionale verschillen in een ander daglicht.”

Waarom we solidair zijn

Isabelle: “Thuis met de paplepel meegekregen”

Deze zomer, toen verschillende delen van ons land werden getroffen door zware overstromingen, wisten Isabelle Fouarge en haar man Marc, zestigers uit Kraainem, 300 bureaumeubelen in zeer goede staat op de kop te tikken bij een onderneming. In het bedrijf werd telewerk de regel, waardoor het meubilair er werkloos bijstond. Samen met andere vrijwilligers hebben ze zich georganiseerd om de kantoormeubelen af te gaan leveren in verschillende getroffen scholen. Het werd een logistieke operatie van formaat.

“Solidariteit is een traditie in onze familie, die ik verderzet”, vertelt Isabelle Fouarge. “Mijn moeder is vandaag 89 jaar en heeft altijd aan vrijwilligerswerk gedaan. Al in de jaren 70 organiseerde ze maaltijdbedelingen voor de allerarmsten. Ze was ook nauw betrokken bij de parochiewerking. Mijn vader was arts en altijd erg begaan met het welzijn van zijn patiënten. Hij was erg empathisch. Die solidaire omgeving heeft me gevormd in mijn jeugd, en vormt me nog steeds. Dus toen ik de kans kreeg om die kantoormeubelen een zinvolle bestemming te geven, heb ik geen seconde getwijfeld.”

“Wat me erg heeft geraakt bij deze actie, zijn de woorden van mijn moeder. Ze zei dat ze het jammer vond dat ze de kracht niet meer had om mee haar schouders onder deze golf van generositeit te zetten. Ik heb haar gerustgesteld en op een rijtje gezet wat ze al allemaal voor anderen heeft gedaan in haar leven. Ik heb gezegd dat ze fier mag zijn dat ze deze mooie waarden aan haar kinderen heeft doorgegeven. En dat de ze slachtoffers helpt door mij haar kracht door te geven.”

Waarom we solidair zijn

Dany: “Een burn-out heeft me de ogen geopend”

Dany Leus uit Hesbaye is een militair op rust met een levensmotto: als je een mens een vis geeft, kan hij één dag eten. Als je hem leert vissen, kan hij zijn hele leven eten. Met die gedachte in het achterhoofd vertrok hij naar Arbolé in Burkina Faso. “Om er een autonome en rendabele kippenkwekerij voor leg- en vleeskippen te bouwen, waar mijn nieuwe vrienden van kunnen leven.” Dany leerde Afrika kennen via de vereniging Yalla! waar hij lid van is, en die kinderen steunt zodat ze toegang krijgen tot voeding, gezondheidszorg en onderwijs.

“Ik ben nochtans niet altijd vriendelijk geweest tegen vreemdelingen. Verre van”, zucht hij. “Toen ik jonger was, was ik zelfs een fervent nationalist, om niet te zeggen een racist. Maar na een burn-out ben ik van koers veranderd. Ik ben beginnen nadenken over het leven, over de zin ervan, en over de waarden die ik verdedigde. Als vanzelfsprekend kwam ik uit bij solidariteit. En vandaag ben ik fier dat ik ook mijn echtgenote en mijn dochter die richting heb uitgekregen.” En als Dany het verwijt krijgt dat hij mensen helpt die ver weg wonen, terwijl er bij ons toch ook genoeg miserie is, antwoordt hij “dat de kritiek vaak komt van mensen die in hun luie zetel blijven zitten. En dat de ene solidariteit de andere niet uitsluit.” Deze voormalige militair trok dan ook mee aan de kar na de overstromingen deze zomer, om slachtoffers te helpen.

Partner Content