Wegwijs in de jungle van digitale formaten
Het wereldje van de digitale bestandsformaten is niet eenvoudig. Maar wat zijn nu de beste formaten voor audio-, video- en fotobestanden? En waarom?
De digitale golf heeft de wereld niet alleen overspoeld maar ook verzopen in een zee van bestandsformaten. Ga je wel eens met een computer aan de slag, dan komen formaten als mp3, jpeg, AVI,... je vast bekend voor. Maar er zijn er veel meer. En de populairste zijn niet noodzakelijk de meest aangewezen. Sommige formaten comprimeren het bestand dusdanig dat er informatie verloren gaat en de oorspronkelijke kwaliteit wordt aangetast. Zijn ze dan waardeloos? Alles hangt af van wat je ermee wilt doen of hoelang ze moeten meegaan in de tijd.
Audio
Mp3, twee letters en een cijfer die symbool staan voor de digitale revolutie, is een audioformaat dat door de media, de publieke opinie en de muziekmaatschappijen nu eens wordt opgehemeld, dan weer verguisd. Dat komt omdat het concept al relatief oud is (bedacht eind jaren ’80) en een vlag is die allerlei verschillende ladingen dekt. Sommige gebruiken de term voor een digitale muziekspeler (zoals de iPod), andere om digitale muziek mee aan te duiden, nog andere voor de software waarmee digitale bestanden worden afgespeeld (zoals iTunes) en voor een aantal mensen staat hij zelfs symbool voor illegale downloads. Maar eigenlijk is mp3 niets anders dan een van de vele audiobestandsformaten, en wel het populairste. Daarom wordt het door de sector zelfs als de standaard beschouwd. Zijn troef? Het werkt op zowat alle toestellen die de voorbije 10 tot 15 jaar op de markt kwamen. Maar...
Om zoveel mogelijk liedjes in het geheugen van een digitale muziekspeler of een smartphone te kunnen opslaan, neemt de gebruiker vaak zijn toevlucht tot kunstgrepen: met gecomprimeerde formaten – zoals mp3 – krijgt de kwantiteit dus voorrang op de kwaliteit. Als je een gecomprimeerd digitaal bestand zou vergelijken met een grafiek van je 24-uurshartritme, dat pieken (bij een inspanning) en dalen (wanneer je rust of slaapt) vertoont, dan houdt mp3 geen rekening met die extreme waarden: de hoogste en laagste frequenties worden gewoon genegeerd. Bovendien zien vloeiende curven er bij een gecomprimeerd bestand uit als een opeenvolging van treden van een trap: elke nuance valt weg. Ook andere elementen spelen een rol bij de uiteindelijke weergavekwaliteit: de samplingfrequentie, de kwantificering, enz.
Maar laten we niet te technisch worden: als je met oortjes van drie euro in een lawaaierige omgeving naar je muziek luistert, zal je geen verschil horen. In de juiste omstandigheden en met een goede installatie kan de compressie naar mp3 de oorspronkelijke track echter onherkenbaar maken. Of beter gezegd: mp3 is praktisch, maar niet meer dan dat. En dat geldt ook voor wma en ogg. Apple heeft voor zijn Music Store een ander formaat gekozen: Advanced Audio Coding (AAC). Dat is al beter. Maar wil je alle kenmerken van het oorspronkelijke audiobestand behouden, dan moet je het opslaan als waf, of nog beter als aiff, flac of alac (beter bekend als Apple Lossless). Bij die formaten blijft de opnamekwaliteit het best overeind. Met erg grote bestanden tot gevolg. Een muziektrack van 100 Mb in mp3 zal in flac aanzwellen tot 600 Mb of meer.
Foto
Bij beelden is de situatie vergelijkbaar. Het equivalent van mp3 is hier jpeg of jpg. Een perfect formaat om vakantiekiekjes naar familie en vrienden te sturen, foto’s te mailen enz. Alternatieven zijn psd (Photoshop), tiff, png,... Maar professionele fotografen en gevorderde amateurs geven de voorkeur aan raw, waarmee je beelden veel meer kan bewerken, bijvoorbeeld een fragment van de oorspronkelijke opname vergroten. Met sommige toestellen kan je elke foto in twee verschillende formaten opslaan, jpeg en raw. Het eerste gebruik je om foto’s op sociale media te zetten, het tweede om foto’s te bewerken of te archiveren. Een slimme formule!
Video
Hier wordt het wat ingewikkelder. Video is immers niet enkel een aaneenschakeling van beelden, er komt ook geluid bij en soms zelfs tekst, zoals titels enz. Al die informatie wordt verzameld in een containerbestand met als extensie avi, mov, wmv of mkv. Naast dat bestand is er ook een codec (code-decode) die het digitale signaal comprimeert en/of decomprimeert. Ook hier zijn verschillende codecs in omloop: DivX, XviD, MPEG-2,... Sinds de komst van High Definition is H264 een van de populairste compressienormen. Maar nu High Definition moet wijken voor Ultra High Definition (UHD), komen er alweer nieuwe technologieën op ons af en maakt H264 plaats voor H265 of HEVC, de nieuwe norm.
Allemaal niet eenvoudig. Maar eigenlijk gaat achter dat labyrint van termen en heel die evolutie een economische realiteit schuil. Om nieuwe toestellen te verkopen, zijn fabrikanten van televisietoestellen en camera’s verplicht om de beeldkwaliteit voortdurend te verbeteren. En dat vertaalt zich in almaar grotere bestanden. In deze tijd van virtualisering en streaming (Netflix) heeft de consument echter geen zin om uren te wachten voor een film ge-download is. Daarom wordt het bestand voor het verzenden gecomprimeerd en na ontvangst gedecomprimeerd. Daar dienen codecs voor. Het blijft behoorlijk ingewikkeld, maar nu weet je tenminste waarom.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier