
Het verschil tussen minimumpensioen en IGO
Begin dit jaar zijn de nieuwe regels over het minimumpensioen in voege gegaan. Wat is het verschil met het vangnet van de ‘inkomensgarantie voor ouderen’, de IGO?
Sinds 1 januari 2025 gelden de nieuwe voorwaarden om recht te hebben op een minimumpensioen. Je moet nog altijd 30 jaar gewerkt hebben zoals vroeger, maar van die 30 jaar moet je er nu ook minstens 20 effectief gewerkt hebben. Al worden ook een aantal niet-gewerkte periodes gelijkgesteld met ‘effectief gewerkt hebben’. Op sfpd.fgov.be (zoekterm: gewaarborg minimumpensioen) vind je een overzicht van welke niet-gewerkte dagen als effectief gewerkt worden geteld en welke niet.
Ben je al met pensioen, dan zijn de nieuwe voorwaarden niet voor jou. Ga je met pensioen na 1 januari 2025, dan zijn er overgangsmaatregelen voor wie geboren is tussen 1963 en 1968 en geen 30 loopbaanjaren heeft, en ook voor wie geboren is in 1969. Eigenlijk val je maar écht onder de nieuwe regels als je geboren bent in 1970 of later.
Wat is de IGO?
Het minimumpensioen is gebaseerd op ‘gewerkt hebben’. Het is een uitkering die behoort tot de sociale zekerheid, net zoals een werkloosheidsuitkering, ziekte-uitkering, enz. De inkomensgarantie voor ouderen kan je vergelijken met het leefloon. Het is een bijstandsuitkering voor mensen die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben (66 jaar) en die niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken.
Er is geen loopbaanvoorwaarde om de IGO te ontvangen, maar hoeveel je krijgt, hangt af van je bestaansmiddelen.
Er is geen link met het minimumpensioen. Er is geen loopbaanvoorwaarde om de IGO te ontvangen, maar hoeveel je krijgt, hangt af van je bestaansmiddelen. Dat zijn onder meer je pensioen, een onroerend goed in volle eigendom of vruchtgebruik, spaargeld, levensverzekeringen ...
Verder kan je IGO verschillen naargelang je gezinssituatie. Voor de berekening wordt vertrokken van het maximumbedrag van de IGO en daar worden de niet-vrijgestelde pensioenen en bestaansmiddelen van afgetrokken. Er worden verschillende rekenregels toegepast, afhankelijk van het bestaansmiddel. Belangrijk: schonk je een som minder dan 10 jaar voor de aanvraag van je IGO, dan houdt men rekening met de waarde van dit kapitaal.
Verblijfsvoorwaarden
Om je IGO te behouden, mag je niet meer dan 29 dagen per kalenderjaar in het buitenland verblijven. Je moet je verblijven in het buitenland van meer dan 5 opeenvolgende dagen op voorhand melden.
Aanvraag?
Als de Federale Pensioendienst een pensioenonderzoek doet op je wettelijke pensioenleeftijd, kijkt de dienst automatisch of je recht hebt op een IGO. Je hoeft dus geen aanvraag te doen voor een IGO (op enkele kleine uitzonderingen na).
Bedragen
• IGO: 1.580,37 euro – alleenstaanden – verhoogd basisbedrag Ben je alleenstaande en bedragen je pensioenen en bestaansmiddelen minder dan 1.580,37 euro per maand, dan krijg je een IGO tot aan dit bedrag.
• Minimumpensioen: 1.808,77 euro per maand – bedrag alleenstaande met rustpensioen. Dit is het bedrag voor een volledige loopbaan (45 jaar!). Heb je geen volledige loopbaan, dan krijg je een breukdeel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier