Vrouw in blauwe muts en jas kijkt naar boven in een winterlandschap.
De winter staat vaak gelijk met ziek zijn, maar waarom? © Getty Images

6 vragen over winterinfecties

Weinigen ontsnappen aan winterinfecties in deze periode van het jaar. Maar welke virussen hebben vrij spel? En waarom is er nog steeds geen doeltreffend medicijn tegen verkoudheid. En hoe zit dat nu met tocht en koude?

We gingen in gesprek met professor Johan Neyts, viroloog aan het Rega Instituut van het KULeuven.

1. Welke beestjes maken ons ziek?

Prof. Johan Neyts, viroloog (Rega Instituut KULeuven): “Er is een heel spectrum aan virussen die verkoudheidsklachten kunnen geven. Aan de ene kant bevinden zich de rhinovirussen, waarvan er een 150-tal verschillende bekend zijn. Doordat ze zo talrijk zijn en onderling telkens wat verschillen, is het schier onmogelijk om een vaccin te ontwerpen. Deze virussen nestelen zich in je neusslijmvliezen en geven overwegend milde klachten zoals neusloop, neusverstopping en keelpijn. Heb je een chronische luchtwegaandoening, zoals astma of COPD, dan kunnen deze problemen serieus verergeren wanneer je een verkoudheid oploopt. Andere mogelijke virussen die luchtweginfecties kunnen veroorzaken zijn RSV maar ook adeno- en para-influenzavirussen, die meer griepachtige klachten kunnen geven. Aan de overkant van het spectrum aan virussen die luchtweginfecties geven, bevinden zich de types die soms een heel ernstig ziektebeeld kunnen veroorzaken, zoals het griepvirus en SARS-COV2-varianten.”

2. Hoe goed beschermen aangepaste covid-vaccins tegen de jongste varianten?

Virussen veranderen voortdurend, en dat geldt ook voor SARS-CoV-2. Sinds begin 2025 neemt de LP.8.1-variant, een afstammeling van JN.1, in prevalentie toe. Dit soort mutaties maakt het noodzakelijk om vaccins regelmatig aan te passen, zodat de bescherming tegen het virus optimaal blijft.

“De huidige vaccins zijn aangepast aan de nieuwe varianten die begin 2025 circuleerden. De booster wapent ons blijkbaar toch ook goed tegen nieuwkomers. In het rioolwater, dat voortdurend wordt gemonitord, wordt varianten frequent opgepikt. Wie zijn booster nog niet haalde, kan dit dus zeker nog doen, want we verwachten dat deze variant deze winter verder gaat circuleren, dus ook samen met de griepvirussen”, zegt viroloof Prof. Neyts.

3. Kan RSV ook bij volwassenen zwaar toeslaan?

“Zeker. RSV of respiratoir syncytieel virus wordt vooral geassocieerd met ernstige luchtweginfecties bij zuigelingen, maar ook bij mensen boven de 65 jaar of bij mensen met een verzwakte immuniteit kan een infectie met dit virus tot een longontsteking, benauwdheid en andere complicaties leiden. Sinds dit jaar zijn er – na meer dan 40 jaar van mislukkingen – eindelijk vaccins tegen RSV: twee vaccins voor ouderen en een voor de vaccinatie van zwangere vrouwen. Dat is absoluut een keerpunt.” De Hoge Gezondheidsraad raadt dan ook aan om de vaccinatie tegen RSV aan te bieden aan risicopatiënten ouder dan 60 jaar.

4. Bepaalt de hoeveelheid virus hoe ziek je wordt?

“Ja. Doorgaans wordt aangenomen dat, hoe meer viruslading je binnenkrijgt, hoe groter de kans op besmetting is, en hoe feller en sneller de klachten zich kunnen ontwikkelen. Als iemand vol in je gezicht niest, krijg je meteen de volle laag binnen op je neus- en keelslijmvlies. Dan kan een grote hoeveelheid virusdeeltjes zich snel vermenigvuldigen en je zo op korte tijd ziek maken. Kom je slechts met een klein aantal partikels in aanraking, dan duurt het wat langer voor die zich massaal kunnen vermenigvuldigen en heeft je immuunsysteem intussen meer tijd om ertegen op te treden.”

5. Volgens een hardnekkige volkswijsheid word je verkouden van kou, tocht of nat haar in de winter. Klopt dat?

“Neen, maar het is een wijdverspreid geloof. Mijn lieve grootmoeder had zelfs in de zomer liefst het autoraam dicht omdat de tocht haar ziek zou maken, zo dacht ze. Frisse buitenlucht opzoeken is absoluut een goed idee. Daar circuleren zo goed als geen virussen. Het is net in een weinig verluchte binnenruimte dat virussen tussen mensen worden doorgegeven en je besmet raakt. Toch één kanttekening: als je lichaam sterk afkoelt, zijn je slijmvliezen wat minder doorbloed en wordt je immuunsysteem ook minder performant. Dat kan je dus wat meer vatbaar maken voor een besmetting. Maar dat effect mag je zeker niet overdrijven. Begin je na een dag in de kou of regen plots te snotteren, dan ben je gewoon voordien al in aanraking gekomen met virusdeeltjes via contact met anderen en zou je allicht evenveel last hebben gehad van een verkoudheid als je binnen zou zijn gebleven.”

6. Iedereen raakt telkens opnieuw verkouden. Waar blijft een krachtig antiviraal middel?

“Zeker voor mensen met astma of chronische bronchitis kan zo’n geneesmiddel een groot verschil maken. Zij zouden van zodra ze een loopneus krijgen een zelftest kunnen doen en indien ze positief testen virusremmers innemen. Vandaar dat we in mijn team hard werken aan de ontwikkeling van rhinovirusremmers. Wij hebben intussen al remmers ontdekt die tegen quasi alle varianten van deze virussen werken. We zoeken naar de zwakke plek in het virus. Zo hebben we bijvoorbeeld een kleine holte op het oppervlak van het virus ontdekt waar een remmer net in past, waardoor het virus de cellen van het neus- en keelslijmvlies niet meer binnen kan. Verder hebben we een manier gevonden om de virale kopieermachine, dat van één virusje duizenden nakomelingen maakt, stil te leggen. Een gelijkaardig principe wordt trouwens al met succes toegepast bij virusremmers tegen HIV en hepatitis B. Daarnaast zijn we er ook in geslaagd om een krachtige RVS-remmer te ontwikkelen. Samen met een Amerikaans bedrijf stellen we dit verder op punt, om op termijn hopelijk tot een heel werkzame behandeling van RSV- infecties te komen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise

Commerciële boodschap