Wervelfusie
Bij bepaalde afwijkingen van de wervelzuil kan een wervelfusie noodzakelijk zijn.
De wervelkolom bestaat uit 33 botten of wervels, die het bovenlichaam en het ruggenmerg ondersteunen en beschermen. Bij letsel aan de wervelkolom, zoals een discusbreuk, een abnormale kromming van de ruggengraat of een onstabiele ruggengraat als gevolg van een ziekte, kan een wervelfusie noodzakelijk zijn om de pijn te verminderen en de beweeglijkheid te verbeteren.
Bij een van de behandelingsmethoden voor wervelfusie worden kleine stukjes van het heupbeen tussen de beschadigde wervels geïmplanteerd. Deze kleine stukjes bot zullen met de bestaande wervel vergroeien, fuseren, zodat er een stevig bot ontstaat.
Zolang de botten nog niet zijn samengegroeid, moet de ruggengraat onbeweeglijk worden gehouden; vaak wordt er een metalen staaf ingebracht zodat de ruggengraat op zijn plaats blijft. Voor extra ondersteuning kan ook een uitwendig gipsverband of beugel worden gebruikt.
Na een wervelfusie is het belangrijk fysiotherapie te volgen. Patiënten die een wervelfusie hebben ondergaan, mogen niet meer dan 4,5 kg optillen en mogen niet hurken of draaien totdat de wervelkolom volledig is hersteld. Deze operatie kan verschillende risico’s en complicaties met zich meebrengen, die vóór de operatie met de dokter moeten worden besproken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier