De Eerste Wereldoorlog heeft voor angstaanjagende verhalen gezorgd, die de kinderen van de Groote Oorlog diep hebben getraumatiseerd.
Mijn grootmoeder langs moederszijde werd per toeval in Gent geboren, in een vluchtelingentent. Haar ouders waren in 1914 gevlucht, maar besloten uiteindelijk dat ze – als ze dan toch moesten sterven – dat beter thuis konden doen. En dus keerden ze, met zuigeling en al, huiswaarts. Het is hen niet slecht bekomen, want ze haalden levend en wel 1919, in een huis dat intact is gebleven.
1940. Mijn grootmoeder langs vaderszijde wil een brug oversteken als ze verderop een Duitse soldaat ontwaart. Ze aarzelt. Vraagt hem met bevende stem en in het Duits: “Mogen we door?” De soldaat, verbaasd: “Maar natuurlijk, waarom niet?” De Eerste Wereldoorlog had voor angstaanjagende verhalen gezorgd, die de kinderen van de Groote Oorlog diep hadden getraumatiseerd (de angst zou ook dan niet onterecht blijken, maar die verhalen waren toen nog niet bekend).
Het zijn de enige twee familieverhalen, tot vervelens toe herhaald, die mij met 14-18 verbinden. Niet echt veel dus.
1914-1918: onze grootouders waren te jong om er zich veel van te herinneren. Bovendien werden ze al snel – ze waren toen jongvolwassenen – geconfronteerd met de Tweede Wereldoorlog. Daarover hebben ze ons veel verteld: over de bommen, de schuilkelders, de avondklok, zwart brood, een ei voor 90 frank ’t stuk, een kind dat difterie kreeg, kleding gemaakt van parachutestof,... Onze grilletjes werden steevast afgestraft met een “Ge ziet dat gij de oorlog niet hebt meegemaakt”. Nochtans is het alsof we erbij waren... Een tante poseert tegen de achtergrond van het Rogierplein in Brussel. Ze draagt een vreemde, zelfgeknutselde hoed en schoenen met zolen van kurk. Ooms wandelen langs het puin in Leuven. Via foto’s van die donkere dagen, van glimlachende mensen ondanks woelige tijden, leeft die oorlog nog in zwart-wit in onze fotoalbums. We moeten die niet eens openslaan om moeder of vader te horen zeggen: “Weet ge nog, tijdens de oorlog...”. Een oorlog die de achtergrond vormde waartegen hun jeugd zich afspeelde.
1914 ligt veel verder af. Wat heeft mijn familie toen meegemaakt? Waren ze helden? Verraders? Verminkte gezichten? Verkrachte vrouwen? Onwettige kinderen? Vermoorde kinderen, misschien? De herdenking van de Groote Oorlog opent de deur naar talrijke vragen. Is het belangrijk om te weten wat er zich toen heeft afgespeeld? Ja, want het verleden staat nooit los van het heden. Of om het met Sint-Augustinus te zeggen: ‘De doden zijn onzichtbaar, maar niet afwezig’. We weten intussen hoe onuitgesproken zaken, familiegeheimen, op ons leven wegen. We weten dat de trauma’s die onze voorouders hebben opgelopen, worden doorgegeven en de moeilijkheden kunnen verklaren waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Vandaar het belang van te weten, om te kunnen ontrafelen, om ons te bevrijden. Wat kunnen we nog leren van 14-18? Misschien veel over onszelf.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier