Anne Vanderdonckt

Ontspul, je nazaten danken je!

Anne Vanderdonckt
Anne Vanderdonckt Redactiedirecteur van Plus Magazine

Anne Vanderdonckt observeert de maatschappij, haar evoluties, haar vooruitgang, haar inconsistenties. Ze deelt met u haar twijfels, haar vragen, haar enthousiasme. En als ze ergens de draak mee steekt, dan is het met zichzelf.

Het eerste wat ik ga doen als ik met pensioen ben, is ontspullen”, kondigt Annick aan. “Ik denk aan onze enige dochter, die zich later al over twee oudjes zal moeten ontfermen.”

Ik herinner me inderdaad dat ik compleet uitgeteld was toen ik – nadat ik al hun jassen uit de wandkast in de hall had verwijderd – in de garage van mijn ouders nog een rij plastieken hangkasten ontdekte met anoraks, vesten, regenjassen en cederhouten antimotkasthangers, (letterlijk) samengeperst. Wat moesten ze toch met dat alles? En met die stapel schoenen? Om maar iets te noemen. “Dat kan nog van pas komen… het is eraan te zien dat jij de oorlog niet hebt meegemaakt”, zouden ze hebben geantwoord.

Die rollercoaster aan emoties die mekaar verdringen, die lade met de verborgen en vergeten foto waar je gefascineerd naar blijft staren, die geur van parfum die nog rondwaart in de kasten, die schriftjes in hetzelfde handschrift als van de briefjes met verontschuldigen voor school (“… heeft een zware verkoudheid, mag deze week niet zwemmen”). Die scrupules om voorwerpen weg te gooien die gegeerd en geliefd waren. Die moeilijke zoektocht naar een gegadigde voor de spullen die je wil verkopen, of weggeven, om het even. Die vermoeidheid nadat je alles de trap hebt afgesleurd, en vervolgens naar de klerencontainer (die uiteraard uitpuilt) en het containerpark hebt gebracht, onder het strenge en onverbiddelijke oog van de toezichters: “Niet daar, daar zit metaal in; niet daar, PMD hoort in de blauwe zak; niet daar…”. Waarna je niet meer goed weet of je nog leeft, en slechts één verlangen hebt: dat het stopt.

Het motto van onze generatie: zadel je kinderen niet op met je rommel, ontspul.

En dan is er nog het kraken van de intimiteit van nachtkastjes, bureautjes en ladekastjes die op slot zijn, en die je zelfs als kind nooit opendeed. Want da’s indiscreet, zo heb je geleerd. Iedereen heeft recht op een geheim plekje. Maar vooral die verborgen angst om op iets te stoten dat je niet mag zien of weten. De angst om een andere kant van je ouders te ontdekken. De angst dat je hen geen vragen meer kan stellen. En verder moet leven zonder antwoorden.

Net als Annick, heeft al wie ooit het huis van een familielid heeft moeten leegmaken, zichzelf gezworen de eigen nazaten nooit te zullen opzadelen met zijn rommel. Te sorteren en op te ruimen tot alles netjes is, zodat ze geen waardeloze lege flessen vinden op de zolder. Want ook dan zullen ze nog voldoende omhanden hebben, de stakkerds!

Laten we sorteren en opruimen om onze kinderen te sparen, is de gedachte die overheerst bij onze generatie waarvan de ouders zijn opgegroeid met de angst om tekort te komen. Wij gaan dit onze kinderen niet aandoen! Wat niet wegneemt dat we constant heen en weer worden geslingerd tussen het minimalisme van onze, onder meer ecologische, principes en het maximalisme dat ons richting Ikea duwt voor een rek. Waarna we buitenkomen met ook nog een plaid, kommetjes, kleurrijke onderzetters. Vreemd genoeg hebben we – wanneer we beseffen dat we geenszins missen wat we allemaal hebben weggedaan tijdens een opruimbeurt of verhuizing – veel minder moeite om aan de lokroep van gadgets te weerstaan. Misschien omdat we tegelijk ook ons hoofd wat hebben leeggemaakt…

Partner Content