© BELGAIMAGE

5 vragen aan de minister van Pensioenen

1 Wat doe je met ontslagen 50-plussers die hun uiterste best doen om opnieuw aan de bak te komen, maar die kans niet krijgen?

Minister Bacquelaine: “Er is heel veel reactie geweest op het feit dat iemand die heel lang werkloos is soms een hoger pensioen krijgt dan iemand die heel zijn leven hard heeft gewerkt als zelfstandige. Dat is niet logisch. Werken moet worden beloond. Maar natuurlijk is niet iedereen even gezond of heeft niet iedereen het geluk opnieuw werk te vinden. Wat dat laatste punt betreft, hebben we een duidelijke lijn getrokken: vijftigplussers die langdurig werkloos worden, worden niet afgestraft in de pensioenberekening. Daar verandert er niets. Wie jonger is dan 50 en langdurig zonder baan is, zal minder pensioen hebben dan wie effectief heeft gewerkt.”

2 Als jullie werken willen belonen, waarom werd de pensioenbonus dan afgeschaft?

Minister Bacquelaine: “De bonus werd niet veel gebruikt. Wie ervoor in aanmerking kwam, moest eerst een jaar zonder bonus werken, pas daarna begon de teller te lopen. Dat was niet motiverend. We ondervonden ook dat de bonus vooral de hogere pensioenen ten goede kwam. Ik pleit voor een eenvoudiger systeem: een forfaitaire premie voor wie werkt na de datum waarop hij/zij vervroegd met pensioen zou kunnen gaan.”

3 Kan je niet beter focussen op het aantal jaren dat iemand heeft gewerkt en minder op de leeftijd?

Minister Bacquelaine: “Dat is wat we beogen met ons systeem van pensioenpunten, dat ik eerder de pensioenrekening wil noemen. Voor mij betekent dit: zoals je voor je auto naar de kilometers kijkt en niet naar de leeftijd, zo doe je dat ook voor je pensioen. Al jouw gewerkte tijd levert pensioenpunten op. Het gaat erom dat je pensioenrechten accumuleert. We zijn nu ook voor het eerst afgestapt van het principe van de eenheid van loopbaan. Anders gezegd: alle gewerkte dagen zullen een hoger pensioen opleveren. We stoppen niet met tellen na 45 jaar. Ook zo belonen we werken.”

4 Vandaag zijn er verschillende pensioenpijlers. Maar zijn er eigenlijk zoveel pijlers nodig? Kunnen we niet beter voor een sterke eerste pijler zorgen?

Minister Bacquelaine: “Met een wettelijk én een aanvullend pensioen combineer je een repartitie- en een kapitalisatiesysteem. Dat we er alleen met een wettelijk pensioen zullen komen om de vervangingsgraad van de pensioenen op peil te houden is een illusie. Trouwens, alle landen zetten op beide pijlers in. Als 6% van de loonmassa naar het aanvullend pensioen kan gaan, kunnen we tot een vervangingsgraad van 80% komen. De derde pijler – het fiscaal gestimuleerd pensioensparen – raden we aan, maar dit is een veel minder sterke pijler dan de twee andere. En we mogen toch ook het eigen huis niet vergeten.”

5 Met MyPension hebben jullie ook aan bewustmaking gewerkt.

Minister Bacquelaine: “MyPension geeft mensen een duidelijk beeld van het pensioenbedrag waarop ze recht zullen hebben. Via simulaties kunnen ze nagaan wat het effect is van een paar jaar vroeger stoppen. Zo kunnen ze bewuste keuzes maken. Bijvoorbeeld: hun studiejaren afkopen of niet, vroeger stoppen of niet. Binnenkort zullen ze ook kunnen kiezen om halftijds hun pensioen op te nemen. Dit systeem zal het tijdskrediet niet verdringen. Iedereen kan voor zichzelf berekenen wat financieel het beste is.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content