Da’s genieten op en naast het parcours

Voor fietsers zijn ze de hel, maar voor wielerfanaten zijn de Vlaamse Ardennen het paradijs. In dit lieflijke heuvellandschap verdringen zich binnenkort weer massa’s mensen langs bochten en kasseihellingen, om in een bijna religieuze kermissfeer de 100ste Ronde van Vlaanderen te beleven.

Het ruwe maar charmante landschap wist in zijn tijd al de expressionistische schilder Valerius De Saedeleer (1867-1941) te verleiden. Ook vandaag ademen de Vlaamse Ardennen in het zuiden van Oost-Vlaanderen nog zoveel authenticiteit uit dat de moderniteit er nauwelijks vat op lijkt te hebben.

Zo ver het oog reikt rijgen heuvels en molshopen zich aan elkaar, met aan de voet van dit natuurschoon een paar hoevetjes met rieten dak en oude – of nieuw oude – bruine kroegen die druipen van het gerstenat en de volkse sfeer. Ze liggen langs vaak smalle, met knotwilgen omzoomde weggetjes, waar je vooral hoopt dat je met de auto geen tegenligger moet kruisen.

En dan zijn er zowat overal de beroemde kasseien die glimmen van de regen en verrassend steil omhoog kronkelen. Zij vormen de grote troef van de streek en trekken wielertoeristen uit de hele wereld aan.

Toen wij er waren, kon je je nauwelijks voorstellen dat in deze glooiende weiden tribunes worden neergepoot en de kleinste berm binnenkort wordt overrompeld door massa’s toeschouwers, auto’s en campers. Op 3 april viert de Ronde van Vlaanderen zijn honderdste editie, met eens te meer de Vlaamse Ardennen als spectaculair decor.

Het parcours start in Brugge en eindigt in Oudenaarde maar blijft vooral lang door deze streek slingeren, om zoveel mogelijk lussen te maken – soms meerdere keren – over hellingen met mythische namen als de Molenberg, de Pater-berg, de Koppenberg en de Oude Kwaremont. Uit alle hoeken van de wereld stromen hier elk jaar honderdduizenden mensen toe die niets van het spektakel willen missen.

Minste foutje wordt afgestraft

“Op sommige plekken kan je door het heuvelachtige karakter van de streek de renners al van ver zien aankomen wanneer ze de hellingen afrijden of moeizaam de kasseien opklimmen”, legt Lucien De Schepper, gids van het Centrum Ronde van Vlaanderen en zelf een wielerfanaat uit. “Het parcours is écht uitputtend: de hellingen lijken op het eerste gezicht niet erg steil, maar je hebt veel vals plat en enkele heel lange hellingen en ook een paar erg nijdige stukken. Een deel van de Paterberg heeft bijvoorbeeld een hellingsgraad van maar liefst 20,3%!”

Voeg daar de 25 kilometer kasseien bij en je begrijpt dat het minste foutje op de fiets wordt afgestraft. Soms zie je renners zelfs te voet een helling opgaan omdat ze op een steil stuk onmogelijk weer kunnen aanzetten. “Ook de afdalingen zijn indrukwekkend: de renners halen er meer dan 70 km per uur, soms gaan ze zelfs boven de 90! Bij zulk een snelheid belandt elke niet-beroepsrenner gegarandeerd in de gevel van een huis.”

Eén grote Vlaamse kermis

Behalve een wielerkoers is de doortocht van de Ronde door de Vlaamse Ardennen bovenal een volksfeest en een megagrote Vlaamse kermis. Reuzen, foorattracties, friet- en oliebollenkramen, massa’s drinkstandjes... In de dagen (en weken) voor de wedstrijd wordt het parcours ingenomen door wielertoeristen, liefhebbers van oude rijwielen (raadpleeg de Rondekalender 2016 op p. 103) en oldtimers. De inwoners van Oudenaarde, Zottegem en Ronse schrijven zich elk jaar met honderden in als seingever – een ritueel dat ze voor geen geld ter wereld willen missen. “Ik heb er zelf een loopbaan van bijna 60 jaar als seingever op zitten”, lacht Lucien De Schepper.

Het succes van de Ronde heeft ook een keerzijde. Tal van hotspots waar je de renners kan zien, worden ingenomen door viptenten of door mensen die er al dagen van tevoren komen kamperen. In een omtrek van 40km zijn alle hotels volgeboekt. En denk vooral niet dat je op de dag zelf met je auto tot aan het parcours raakt. Wel met de fiets of met de gratis pendelbusjes die de koersorganisatie aanbiedt. Kortom: de Ronde van Vlaanderen echt beleven vraagt enige voorbereiding, een flinke dosis geduld en vooral geen plein- of massavrees! Dit jaar misschien nog meer dan anders omwille van de 100ste editie.

De Ronde is heilig

Misschien doe je er daarom beter aan de streek te verkennen buiten de periode van de Ronde, al moet je altijd rekening houden met een of andere wielerwedstrijd die er in de mooie maanden wordt gehouden. Wandelen, een rondrit met een tweepaardje of recht op de pedalen: wat je ook kiest, bijna overal kan je de liefde voor dé klassieker onder de klassiekers voelen. In de dorpskern of het centrum van een stad, in de wielercafeetjes langs de kleine wegen, zelfs in de onwaarschijnlijke Rondekapel (ook Broeder Danielkapel genoemd). Zij staat in Horebeke en lijst met veel respect de winnaars van de Ronde op. Flandriens die de koers winnen, krijgen hun naam in een reusachtige marmeren plaat naast het altaar gebeiteld. We zeiden het al: de Ronde is hier heilig!

NICOLAS EVRARD – FOTO’S BART DEGRANDE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content