Egoïstisch? U maakt een grapje!
Het is een cliché geworden. Of ‘onze samenleving’ nu ter sprake komt in een debat op televisie of in het café om de hoek, ze wordt steevast afgedaan als egoïstisch. “De maatschappij is egoïstisch”. “Individualistisch”. “Egocentrisch”. Wanneer dergelijke voor-oordelen te pas en te onpas worden verkondigd, stelt niemand ze nog in vraag en gaat iedereen er van uit dat het zo is. We beginnen dat denkbeeld zelf in onze omgeving uit te dragen zodat het almaar steviger verankerd raakt. En wanneer we geconfronteerd worden met het tegendeel, beweren we dat het om een uitzondering gaat. De uitzondering die de regel bevestigt en dus niet de moeite om in vraag te stellen. “Die mensen zijn echt met anderen begaan, ze zijn uitzonderlijk.”
Volstaan vier mensen op tien om onze mening te herzien? Zeker weten! De cijfers zijn een gigantische tegenaanval: in België helpen vier op tien vijftigplussers mensen die geen deel uitmaken van hun gezin. Liefst 40 % van de Belgische vijftigplussers is dus mantelzorger: iemand die niet beroepsmatig, met de hulp van professionele zorgverleners, permanent hulp verleent aan een persoon uit zijn/haar naaste omgeving (een ziek kind, een oom met een chronische aandoening, een gehandicapte tante, een bejaarde en hulpbehoevende ouder, het slachtoffer van een ongeval,...).
Die 40 % vijftigplussers ‘egoïstisch’ noemen, zou pas echt een belediging zijn! Want al hebben mantelzorgers het vaak in zich om voor anderen te zorgen, soms vergeten ze zorg te dragen voor zichzelf. Ze cijferen zichzelf helemaal weg en dat kan ernstige gevolgen hebben: een depressie, een huwelijk dat op de klippen loopt... En dat kan toch niet de bedoeling zijn. Daar-om lijsten we in ons Dossier Recht deze maand de broodnodige, onontbeerlijke maatregelen op die er bestaan om mantelzorgers te ondersteunen in hun taak.
Al lossen die steunmaatregelen niet alles op. De mantelzorger – doorgaans een vrouw tussen 45 en 60 jaar – kan nog altijd niet terugvallen op een erkend statuut, alle wetsvoorstellen in die zin ten spijt. Wanneer de mantelzorger zich genoodzaakt ziet om tijdelijk minder of helemaal niet te werken om anderen te kunnen helpen, heeft dit niet enkel een impact op het inkomen maar ook op het toekomstige pensioen. En we weten allemaal hoezeer het pensioen van vrouwen – vaak zijn zij het die een carrièrestop inlassen of deeltijds werken – al onder druk staat. We zijn het eens met de minister van Tewerkstelling die ervoor pleit dat vrouwen voltijds aan de slag blijven. Maar wat met de vijftigers die zich ten dienste stellen van anderen, goed wetende dat ze de rekening voor hun altruïsme nog een keer gepresenteerd zullen krijgen wanneer ze met pensioen gaan? Laten we hen in de kou staan? In een tijd waarin de bevolking veroudert – en dat is géén vooroordeel – kunnen we dit debat niet lang meer uit de weg gaan.
Anne Vanderdonckt – Hoofdredacteur
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier