Karin verdedigt het Zoniënwoud

“Ik was gechoqueerd door een gepland bouwproject in een uithoek van het Zoniënwoud, vlakbij waar ik woon. Toen ook een ander project een deel van dit bos bedreigde, heb ik me samen met mijn man aangesloten bij de Vrienden van het Zoniënwoud, nu tien jaar geleden”, vertelt Karin Stevens (61) uit Watermaal-Bosvoorde. De oudste natuurbeschermingsvereniging van het land werd opgericht in 1909 door politici, schrijvers en kunstenaars uit Brussel die tegen het kappen van bomen waren om de hippodroom van Bosvoorde te bouwen.

“Het Zoniënwoud is al te vaak slachtoffer geweest van bouwprojecten. Samen met de andere vrijwilligers van de vzw organiseren we gegidste wandelingen in het bos. Ik gidste onlangs nog die rond de moerasgebieden in Oudergem en Jezus-Eik. Dankzij de wandelingen kan iedereen het Zoniënwoud leren kennen en kunnen we het grote publiek wijzen op het belang van deze groene long. Tijdens de coronapandemie werd het Zoniënwoud té druk bezocht. Wandelaars hebben nieuwe wegen gecreëerd omdat het overbevolkt was. Daardoor werden insecten en jonge planten vertrappeld. De bodem werd zodanig beschadigd dat er niets meer groeit. En dan hebben we het nog niet over loslopende honden die dieren opschrikken en planten beschadigen. De leiband is verplicht in Vlaanderen en Wallonië, maar niet in het Brussels gewest. We moeten die regels verbeteren zodat we beter kunnen samenleven.”

“Ik verzet mij ook tegen bouwprojecten en parkings aan de rand van het bos, de belangrijkste plek voor biodiversiteit. Ik volg projecten die het Zoniënwoud aanbelangen van A tot Z op, van het openbaar onderzoek tot beroep aantekenen, indien nodig. Ik heb alles moet leren. Het neemt veel tijd in beslag, na je werkuren, maar je steekt er altijd iets van op. De vzw zorgt voor extra jaren biodiversiteit, ook al word ik soms behandeld als een klimaatfanaat. Ik vind het maar normaal dat ik me inzet voor dit doel, zeker met de klimaatopwarming in gedachten. Ik doe het voor mijn kinderen en voor de toekomstige generaties.”