Kunstenaar ben je 24 uur op 24

De recente commotie rond zijn veroordeling wegens plagiaat zou bijna doen vergeten dat Luc Tuymans (57) een van onze belangrijkste hedendaagse en wereldberoemde schilders is. Hij gunt ons een blik in zijn universum.

Op de rechtszaak rond plagiaat eerder dit jaar wil hij liever niet meer reageren wanneer hij ons ontvangt in zijn atelier in Borgerhout, lichtjes achterover leunend op zijn stoel, waar hij het hele gesprek lang zware tabak zal roken. Over de hele wereld worden voor zijn werken astronomische bedragen neergeteld en een beetje arrogant en imponerend is deze grootmeester met de indringende blauwe ogen wel. Of is hij gewoon verlegen?

Je hebt wel eens gezegd dat je als kind bijna autistisch was. Hoe ben je opengebloeid?

Ik was een klein tenger baasje. Maar in mijn pubertijd kreeg ik een scheut en begon ik te groeien. Ik had plots besloten om te praten en niet meer gepest te worden.

Herken je soms nog het autistische kind in jezelf?

Ik gebruik de term autisme natuurlijk als metafoor. Maar er zal altijd wel een residu zijn van iemand die extreem verlegen is. Ik vertoon ook extreem dwangmatig gedrag, wanneer ik aan het schilderen ga bijvoorbeeld.

Zit kunstenaarschap in je genen?

Mijn vader was tandmechanieker. Zijn intelligentie zat in zijn handen. Dat heb ik wellicht van hem geërfd. Kort na de oorlog heeft hij ook geschilderd. Genen hebben dus wel degelijk een invloed gehad. Mijn moeder speelde piano.

Ooit was je portier. Denk je daar nog wel eens aan terug?

Jazeker. Het was een opleiding in mensenkennis. Mensen onderschatten de mentale kracht en het psychologische doorzicht die voor die job nodig zijn.

Wat heb je toen geleerd?

Dat een hoop dingen niet zijn wat ze lijken. Iemand die er fysiek gevaarlijk uitziet, is dat niet noodzakelijk. Het gevaar komt vaak vanonder een net pak. Ik voel ook snel een dreigende atmosfeer aan. Zo heb ik het elf jaar kunnen volhouden als portier.

Waarom ging je uitgerekend dát doen?

Ik kon het combineren met mijn artistieke werk overdag en had het nodig om te overleven. Ik ben daar ingerold omdat mijn vader in de gevangenis heeft gezeten wegens fraude. Ik was toen 13 en vanaf dan heb ik elk weekend doorgebracht in het nachtleven. Dus ik had een andere jeugd dan een normaal iemand in de pubertijd. Dat wil zeggen dat ik van alles ook de achterkant gezien heb.

Heeft die periode je getekend?

Ze heeft mij gevormd.

Hoe moeilijk was het om al die tijd overtuigd te blijven van je talent?

Die overtuiging was wellicht initieel met mij verbonden. Op zesjarige leeftijd wist ik al dat ik graag tekende en met beelden bezig was. Maar toen was er nog geen sprake van om beeldend kunstenaar te worden. Dat gebeurde zo rond mijn achttiende. Ook onder invloed van andere mensen.

Nu ben je zeer succesvol. Je schilderijen worden voor gemiddeld €500.000 verkocht. Vorig jaar haalde er één €2 miljoen. Wat doet dat met je?

Dat komt bij mij even onwaarschijnlijk over als bij gelijk wie. Ik vind dat de bedragen voor hedendaagse kunst op dit moment effectief gedisproportioneerd zijn. Maar ik kom nog lang niet in het spelbereik van Damien Hirst of Jeff Koons, voor wiens werk makkelijk zeven of acht miljoen wordt neergeteld.

Kan kunst zoveel waard zijn?

Blijkbaar wel. Mensen onderschatten het werk natuurlijk vaak. De kunstwereld wordt als romantisch gezien, maar is eigenlijk keihard. Velen voelen zich geroepen om beeldend kunstenaar te worden, maar er zijn er weinig die het ook maken. Het is een reusachtig risico. Kunstenaar zijn is enorm stresserend, want het gaat 24 uur op 24 door. Het draait om ideeën en ideeënoverdracht, niet alleen om een prentje maken. Heel het kunstapparaat zoals we het nu kennen, is trouwens ontstaan in de jaren 1980, ten tijde van het Amerikaanse yuppiedom. Ik ben nooit met kunst gestart om veel geld te verdienen. De paradox wil dat het nu wel zo is. Maar dat is niet de manier waarop ik wil dat mijn werken worden geëvalueerd. Ik vind het ook belangrijk dat ze in publieke ruimten worden tentoongesteld.

Hoe lang werk je aan een olieverfschilderij?

Een dag. Een beetje ‘autistisch dwangmatig’ dus. Maar daaraan is een denkproces voorafgegaan van maanden of jaren. Soms sla ik bepaalde beelden op, maar zie ik er niet meteen de relevantie van in, en gebeurt dat pas jaren later. Ik heb een databank in mijn hoofd, maar ook een letterlijke databank van opgespaarde beelden. Ik ben geen abstract schilder. In grote mate verwerk ik bestaand materiaal, dat een betekenis heeft. Sommige beelden moeten rijpen, andere geven onmiddellijk aanleiding tot inspiratie of ik maak een compilatie.

Als je kernachtig zou samenvatten wat je wil overbrengen, wat is dat dan?

Heb een gezond wantrouwen ten aanzien van het beeld. Ook ten opzichte van mijn beelden.

Hoe verklaar je dat traditionele schilderkunst zo goed standhoudt in dit digitale tijdperk?

Net omdat het een anachronisme is. Schilderkunst is zo specifiek dat ze uniek is. Ze is gelieerd aan het handschrift van een persoon. Een schilderij is veel complexer dan om het even welk mechanisch beeld, dus veel rekbaarder. Het is altijd kunst geweest. De allereerste uiting van een conceptueel beeld werd gevonden in de grot van Lascaux. Dat was ook kunst.

Uit je werk spreekt vaak een somber wereldbeeld.

Heel veel van wat ik maak, is toe te schrijven aan mijn fascinatie voor de machinaties van de macht, hoe zij wordt geprofileerd en ontwikkelt. Ik heb een pessimistische kijk, geen cynische, want niemand kan zich elke dag cynisch opstellen. Ik ben minder gedesillusioneerd omdat ik beter voorbereid ben. Dat is een houding die uit mijn vorming voortkomt.

Geloof je niet in de goedheid van de mens?

Toch wel. Maar ik weet dat het beeld van geluk zeer beperkt is. Het beeld van geweld en vernietiging is altijd spectaculairder.

Kan je een beetje genieten van je succes?

Nee. Want ik heb daar geen tijd voor.

Denk je wel eens aan een rustpauze?

Nee, want dan zou ik mezelf uitermate vervelen.

Wat is voor jou genieten?

Het werken zelf. Het moment na het derde uur. De eerste drie uur zijn vaak hel, maar vanaf dan begint alles samen te vallen en komt het plezier.

Je echtgenote is ook kunstenaar (n.v.d.r. de Venezolaanse Carla Arocha). Hoe gaat het er aan toe in een kunstenaarshuishouden?

Wij spreken met mekaar over elkaars werk. Wij beconcurreren mekaar niet, wat niet evident is. Wij voeren een dialoog op evenwaardige basis en vullen mekaar aan.

Uiten jullie kritiek op mekaars werk?

Ja, natuurlijk. Mijn vrouw kan mijn werk – ze is een Latijns-Amerikaanse en heeft een jezuïetenopleiding gehad – in 30 seconden in mekaar neuken. Vaak is haar argumentatie grondig en deductief.

Waar ben je het meest trots op?

(Denkt lang na). Ik denk dat het maken van kunst nooit af is. Dus kan ik er niet trots op zijn. Ik blijf alleen maar fouten zien.

ANN HEYLENS – FOTO’S FRANK BAHNMÜLLER

“De astronomische bedragen voor moderne kunst zijn voor mij even onwaarschijnlijk als voor om het even wie.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content