Prijzen manipuleren, maar niet te veel
Toen ik vorig jaar in Venezuela was, vroeg ik aan de gids of het klopte dat de benzine daar zo goedkoop was. “Wanneer je je tank volgiet en een reep chocolade koopt, betaal je meer voor de chocolade”, zei hij lachend. Een boutade? Helemaal niet. Bij navraag bleek een liter benzine er om en bij de 2 cent te kosten! Een grote auto voltanken kost er ongeveer één euro. De hemel op aarde? Welnee, als de marktprijs zodanig wordt gemanipuleerd, weet je dat je het ergste mag verwachten.
In België zou je de prijs een beetje kunnen bijsturen. In januari nog overwoog onze regering om het kliksysteem op de accijnzen te activeren. Dat komt erop neer dat wanneer de brandstofprijs daalt, de helft van die prijsvermindering wordt omgezet in bijzondere accijnzen terwijl de andere helft de consument ten goede komt. Mocht deze accijnsverhoging ook worden teruggegeven als de prijzen terug stijgen, dan zou dat eerder positief zijn: je zorgt ervoor dat iets heel volatiel meer stabiel is.
Maar prijzen lange tijd en in grote mate manipuleren is gevaarlijk. Veel olieproducerende landen zijn al in deze val gelopen, met verrassende maar evenzeer rampzalige gevolgen. Niet zo lang geleden spendeerde Indonesië nog 20% van zijn begroting aan het subsidiëren van olieproducten. Dat gebeurt in Iran vandaag nog altijd. Andere staatsuitgaven, zoals onderwijs, zijn daar de dupe van. Een ander nefast gevolg is de verspilling. Als de prijs laag ligt, kijk je niet op een litertje meer of minder.
Basislevensmiddelen subsidiëren, zoals dat gebeurt in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, heeft nog andere perverse effecten. In Egypte bijvoorbeeld kregen dieren geen graan als voer maar brood, omdat dat goedkoper was! En bloem, een product dat voor delen van de bevolking eveneens wordt gesubsidieerd, belandt voor meer dan de helft op de zwarte markt. Ook fraude en smokkel zijn inherent aan prijzen die kunstmatig laag worden gehouden.
Is het afschaffen van al die contraproductieve subsidies rampzalig voor de armen in de samenleving? Alvast niet qua energiekosten, bewijst een studie van de Wereldbank: 60 tot 80% van de energiesubsidies komt 20% van de rijkste burgers ten goede, amper 10% gaat naar de allerarmsten! Heel wat landen, van Indië tot Marokko, hebben al het geweer van schouder veranderd: ze geven minder tot geen subsidies meer, maar wel gerichte hulp aan de armste bevolkingsgroepen. Voorlopig niet zo in Venezuela, waar benzine gratis is en een groot deel ervan richting Colombia verdwijnt. De smokkelaars worden er rijker van terwijl de Staat tegen een begrotingstekort van 20% aankijkt. Met inflatie, beperkingen en schaarste tot gevolg. En dat in een olie-exporterend land dat in weelde zou moeten baden...
Fraude en smokkel zijn inherent aan prijzen die kunstmatig laag worden gehouden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier