© frank bahnmüller

Ronald is een van de laatste druiventelers

Met een zestal zijn ze nog, de professionele druiventelers in de Druivenstreek. Ronald Vanderkelen (56) begon ermee op zijn 20ste. “Mijn grootouders hebben de serres hier gezet. Zij combineerden landbouw en druiventeelt, net als mijn ouders. Voor mij zijn de druiven mijn voornaamste bron van inkomen. Enkel in de wintermaanden verbouw ik spinazie in mijn serres.”

Ooit waren er zo’n 3.000 druiventelers in Overijse, Hoeilaart, Tervuren en Huldenberg. “Dat is historisch gegroeid. Felix Sohie, tuinman van een Huldenbergse baron kon heel goed druiven telen. Een deel van de oogst mocht hij verkopen in Brussel. De druiven kenden een gigantisch succes. Sohies zonen bouwden de eerste commerciële serres. Familie en buren volgden. Tijdens de hoogdagen stonden er zowat 35.000 serres, verspreid over vier kleine gemeenten”, weet Ronald. Tijdens het interbellum betaalde je zo’n 100 frank voor een kilo van de mooie, grote, sappige druiven. “De lekkerste ter wereld”, aldus Ronald. “Het is altijd een luxeproduct geweest. Druiven vragen veel zorg en aandacht. Vanaf januari begin ik de serres te verwarmen, en dan duurt het zes maanden voor de vruchten rijp zijn. Tijdens de lentemaanden worden de trossen met de hand uitgedund zodat de bessen mooi groot kunnen worden.” Eens rijp worden ze in een doosje gelegd met een strik errond. Eten doe je ze gewoon uit het vuistje. “Ga ze vooral niet wassen!” waarschuwt Ronald. “Goede druiven hebben een klein donslaagje en mogen niet blinken. Mensen denken nog vaak dat ze fruit moeten wassen voor ze ervan eten omdat het vol pesticiden zou zitten, maar dat is in België al 30 jaar niet meer het geval. Wij bestrijden ziektes niet meer met gif, maar met biologische alternatieven. We worden daar streng op gecontroleerd.”

De druiven uit de Druivenstreek zijn altijd een luxeproduct geweest. Ze vragen veel zorg en aandacht. RONALD VANDERKELEN

Als Ronald stopt, telt de Druivenstreek weer een teler minder. Zijn kinderen zullen de zaak wellicht niet overnemen. “Dat is jammer, maar ik wil hen niet pushen. De druiventeelt zelf leeft wel volop. Ik geef les aan amateurtelers en die cursussen zitten stampvol. Sommige cursisten rijden twee uur om te leren hoe wij hier druiven telen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content