Superfood uit onze moestuin is even goed als die uit verre oorden
Zwarte bes en acerola: vitamine C
De acerola is een kleine bes uit Zuid-Amerika. Al in de jaren ’50 stelde men vast dat ze uitzonderlijk veel vitamine C bevat: 1,8 g per 100 g vruchtvlees. Omwille van dat erg hoge vitamine C-gehalte wordt de bes bij ons enkel in de vorm van voedingssupplementen verkocht. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine C bedraagt voor een volwassene immers slechts 125 mg. Weet ook dat de acerola het urinezuurgehalte in het bloed verhoogt en dus niet geschikt is voor jichtlijders of voor wie last heeft van nierstenen.
De zwarte bes mag dan minder vitamine C bevatten – 0,18 g per 100 g vruchten -, er zit nog altijd drie keer meer in dan in een sinaasappel. Ruimschoots voldoende dus voor een evenwichtige voeding, zonder gevaar op een overdosis. En in tegenstelling tot de acerola bevordert de zwarte bes naar verluidt de uitscheiding van urinezuur. De diepe, paarsrode kleur wijst er trouwens op dat deze bes ook erg veel polyfenolen bevat, dat zijn zeer krachtige antioxidanten.
Appel en cactusvijg: pectine
De cactusvijg of woestijnvijg komt uit Mexico. Het gaat om een cactusplant waarvan de vruchten (vijgen) veel pectine bevatten. Hun oplosbare vezels – een soort natuurlijk geleermiddel – kunnen het vetgehalte in het bloed doen dalen en zware metalen uit het lichaam zuiveren. Maar het aantal wetenschappelijke studies over de weldaden van de cactusvijg zijn schaars.
Je hoeft trouwens helemaal niet naar Mexico om vruchten te vinden met veel pectine: een doodgewone appel is een perfect alternatief. Pectine is goed voor de helft van alle vezels in een appel. Daarom maakt men er ook vaak gelei van. Anders dan de cactusvijg werd de appel al uitvoerig bestudeerd: geregeld een appel eten zou onder meer goed zijn voor de luchtwegen (minder astma-aanvallen) en beschermen tegen bepaalde vormen van kanker.
Granaatappel en rode biet: antioxidanten
Het vruchtvlees van de granaatappel bevat veel tannine, ellagzuur en flavonoïden: volgens sommige analyses doet geen enkele rode vrucht beter als het op antioxidanten aankomt. Waardoor van deze enorme bes wordt beweerd dat ze het risico op vaatziekten en bepaalde vormen van kanker vermindert. Granaatappelsap zouden – al is dat minder zeker – ook een zenuwbeschermend effect hebben en de ziekte van Alzheimer afremmen.
Rode biet is wellicht de groente met de meeste antioxidanten. Het is een van die zeldzame planten die betalaïnen bevat, felrode pigmenten waarvan bewezen is dat ze krachtige antioxidanten zijn en die bovendien zeer goed de reis door de maag doorstaan. Betalaïnen worden daarom zeer goed opgenomen door het organisme. En rode biet bevat nog meer antioxidanten: vooral de schil is rijk aan fenolverbindingen.
En dan zijn er nog...
De boerenkool of krulkool. Die is qua eigenschappen te vergelijken met groene kool en broccoli. Alle drie bevatten ze erg veel vitamine C en K, respectievelijk nodig voor een goede weerstand en voor de bloedstolling.
Net als sojascheuten en alfalfa (luzernescheuten) zijn ook preischeuten nutritioneel zeer interessant omdat ze erg veel nutriënten bevatten, zoals calcium, zink, koper, vitamine A, vitamine B.... En net als prei hebben ook preischeuten een diuretische werking.
Haverzemelen zijn net als vlozaad prima om constipatie tegen te gaan en het cholesterolgehalte te doen dalen.
Bij de voedingssupplementen van bacteriële oorsprong is er doorgaans meer te vinden dan de uit Azië afkomstige spirulina of blauwalg. Biergist is minstens zo interessant: het is een van de grootste leveranciers van vitamine B1, B2 en B3, bestrijdt huidaandoeningen (acne) en zou ook de nagels en het haar versterken. Biergist is tevens een aanrader voor mensen met een chronische darmkwaal (ziekte van Crohn, enz.). Bericht aan de bierliefhebbers: bier drinken heeft niet hetzelfde effect omdat de gist te sterk in de drank is opgelost.
Omega 3-vetzuren – de meervoudig onverzadigde vetzuren (goede vetten) waar chiazaad, soja en zalm zo rijk aan zijn – vind je ook terug in vette vissoorten van bij ons, zoals forel, paling en haring, maar ook in noten en lijnzaad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier