
Hoe kan je geleidelijk aan stoppen met werken?
Wil jij op het einde van je loopbaan niet ‘van alles naar niets’ gaan, maar geleidelijk aan stoppen? Als je voldoet aan de voorwaarden kan je deeltijds werken en een vergoeding krijgen voor de niet-gewerkte dagen.
Loopbaanonderbreking, tijdskrediet, de landingsbaan, ‘de zachte landingsbaan’, deeltijds pensioen … Allemaal manieren om je loopbaan niet meteen stop te zetten, maar langzaam te laten uitdoven. Sommige zaken werden effectief ingevoerd, maar kwamen nooit van de grond (zoals de zachte landingsbaan), andere werden zelfs nooit ingevoerd. Zo werd het deeltijds pensioen op het nippertje afgeschoten op het einde van de regeerperiode Michel, maar het idee staat nu wel opnieuw in het federale regeerakkoord.
Wat bestaat er vandaag en wat zit er in de pijplijn voor de toekomst?
De landingsbaan
In de openbare sector kan je een loopbaanonderbreking nemen. In de privésector bestaat het tijdskrediet. Voor beide sectoren zijn er ook nog de ‘thematische verloven’: het ouderschapsverlof, het palliatief verlof, het verlof voor medische bijstand en het mantelzorgverlof. In dit artikel bekijken we de landingsbaan in de privésector. Die bestaat naast het ‘gemotiveerd tijdskrediet’ en is specifiek bedoeld voor werknemers die vanaf 55 jaar tot aan hun pensioen hun loopbaan op een lager pitje willen zetten.
RECHT EN UITKERING
Een landingsbaan geeft je de mogelijkheid om halftijds of 4/5 te gaan werken tot aan je pensioen, als je aan de voorwaarden voldoet. Al heel lang wordt een wat vreemde opdeling gemaakt tussen ‘het recht om een landingsbaan te nemen bij je werkgever’ (op basis van CAO nr. 103) en het recht op een uitkering voor de niet-gewerkte dagen (op basis van een KB werkloosheid). Deze opdeling zorgt ervoor dat je een landingsbaan kan nemen vanaf 55 jaar (er zijn uitzonderingen, onder meer voor wie een lange loopbaan of zwaar beroep heeft), maar dat je er pas een uitkering voor krijgt vanaf 60 jaar (ook hier zijn uitzonderingen). En het krijgen van die uitkering is belangrijk voor je pensioen. Enkel de niet-gewerkte dagen waarvoor je een uitkering kreeg, worden gelijkgesteld voor je pensioen (zie verder).
HALFTIJDS OF 4/5
Tot eind 2024 moest je minstens 25 jaar als loontrekkende gewerkt hebben om een halftijdse of 1/5 landingsbaan te mogen nemen bij je werkgever. Jaren dat je ambtenaar of zelfstandige was tellen niet mee. Het is de bedoeling van de nieuwe federale regering om deze loopbaanvoorwaarde van 25 jaar in de loop van 2025 op te trekken tot 30 jaar en nadien gradueel te verhogen naar 35 jaar (zie hieronder: wat zegt het regeerakkoord?).
Om een landingsbaan 1/5 te nemen, moest je voordien voltijds gewerkt hebben. Je moet die voltijdse job doen in 5 of 6 dagen per week. Werk je bijvoorbeeld 38 uur, maar je doet dat gespreid over 4 dagen, dan kom je niet in aanmerking voor een 4/5 landingsbaan.
Er wordt gesleuteld aan de voorwaarde van de landingsbaan: in plaats van 25 zal je 30 jaar moeten gewerkt hebben.
Om een halftijdse landingsbaan te kunnen nemen, moet je daarvoor minstens 3/4 gewerkt hebben. Werk je minder dan 3/4, bijvoorbeeld 60%, dan kan je geen halftijdse landingsbaan nemen. Verder moet je 24 maanden gewerkt hebben bij de werkgever bij wie je een landingsbaan (1/5 of halftijds) aanvraagt.
Om recht te hebben op een uitkering voor de niet-gewerkte dagen, moet je om te beginnen recht hebben op de landingsbaan bij je werkgever (alle hierboven opgesomde voorwaarden). Verder moet je 60 jaar zijn en je mag geen activiteit/inkomen hebben dat niet mag worden gecumuleerd (vraag ernaar bij de RVA). Je moet ook de minimumduur respecteren: minstens 3 maanden voor een halftijdse landingsbaan, minstens 6 maanden voor een 1/5 onderbreking.
GEVOLG VOOR JE LOON
Werknemers in een landingsbaan krijgen een loon volgens hun deeltijdse prestaties. Je krijgt dus het loon volgens het arbeidsstelsel waarin je werkt: halftijds of 4/5. Om het loonverlies (deels) te compenseren, voorziet de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) een uitkering, maar die krijg je pas vanaf 60 jaar.
Het feit dat je minder loon krijgt heeft ook een gevolg voor je eventuele verbrekingsvergoeding. Je geniet wel een ontslagbescherming, maar dat wil niet zeggen dat je helemaal niet ontslagen kan worden, enkel dat je bovenop je opzegtermijn of ontslagvergoeding nog een bijkomende vergoeding krijgt. Jouw ontslagvergoeding zal dan berekend worden op ‘het lopend loon’ en dat is het halftijds of 4/5 loon.
WEERSLAG OP JE PENSIOEN
De Pensioendienst bekijkt de impact van het stelsel tijdskrediet-landingsbaan op je pensioen. Als je tijdens die landingsbaan een uitkering van de RVA ontvangt, telt dit volledig mee voor je werknemerspensioen, dus zowel voor je pensioendatum als voor je pensioenbedrag. Deze periode wordt met andere woorden gelijkgesteld met werken. De Pensioendienst houdt er automatisch rekening mee wanneer jouw pensioenrechten worden onderzocht, je hoeft hiervoor niets te doen.
Hoe wordt jouw pensioenbedrag berekend? Momenteel gebeurt dat zo: de eerste 312 dagen van je tijdskrediet-landingsbaan worden berekend op basis van het normaal fictief loon. De Pensioendienst gebruikt dus hetzelfde loon als je totale loon in het loopbaanjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan de periode waarin je tijdskrediet-landingsbaan opneemt. Voor alle andere dagen van tijdskrediet-landingsbaan wordt het ‘beperkt fictief loon’ gebruikt. Dat is hetzelfde loon als het normaal fictief loon maar, indien nodig, wel beperkt tot het gewaarborgd minimum jaarloon. Dat bedraagt momenteel 32.764,09 euro (aan de huidige index).
WAT ZEGT HET REGEERAKKOORD?
Daarin staat: “Voor oudere werknemers blijft het mogelijk om op het einde van hun loopbaan via een landingsbaan deeltijds te werken (1/2 of 4/5) vanaf 55 jaar, voor zover zij vanaf 2025 een beroepsverleden hebben van minstens 30 jaar van elk minstens 156 gewerkte dagen. Deze voorwaarde wordt gradueel verhoogd naar 35 loopbaanjaren in 2030.”
“Alle periodes van werkloosheid, SWT, pseudo brugpensioen en landingsbanen die ingaan vanaf de datum van het regeerakkoord worden gelijkgesteld aan een beperkt fictief loon.”
Er zal dus gesleuteld worden aan de voorwaarde om een landingsbaan te kunnen nemen: in plaats van 25 jaar als loontrekkende zal je binnenkort 30 jaar moeten aantonen en later 35 jaar. Ook de manier waarop de niet-gewerkte dagen gelijkgesteld/meegeteld worden als gewerkte dagen, zal veranderen. Er zal geen opdeling meer zijn tussen de eerste 312 dagen en de latere dagen van je landingsbaan. Alle niet-gewerkte dagen van de landingsbaan zullen daardoor op een minder gunstige manier worden meegerekend voor je pensioen. Beide zaken moeten nog in wetgeving worden gegoten! Voorlopig gelden de oude voorwaarden, ook al staat er “vanaf de datum van het regeerakkoord”.
Halftijds pensioen
Het federaal regeerakkoord maakt ook melding van het ‘halftijds pensioen’. Zo staat het in het regeerakkoord:
“De regering zal onderzoeken of het halftijds pensioen kan ingevoerd worden, waardoor alle werknemers (loontrekkenden, zelfstandigen en ambtenaren) van 60 jaar of ouder, die voldoen aan de voorwaarden voor vervroegd of wettelijk pensioen, de helft van hun pensioen kunnen ontvangen terwijl ze een halftijdse activiteit blijven uitoefenen.”
Het is niet voor het eerst dat we de term ‘halftijds pensioen’ horen vallen. De regering-Michel had een plan klaar, maar dat is net niet ingevoerd geraakt voor het einde van die legislatuur, eind 2018. De volgende regering heeft er niet over gerept, maar nu wordt het idee dus opnieuw opgevist. Het komt erop neer dat je halftijds met pensioen kan gaan en voor de andere helft nog werkt. De dagen dat je nog werkt leveren een pensioen op. Hoe het halftijds pensioen dat de nieuwe regering wil ‘onderzoeken’ eruit zal zien, weten we op dit moment niet. Maar het zou in elk geval een manier zijn om je loopbaan ‘zacht’ te eindigen, ten vroegste vanaf de datum dat je met vervroegd pensioen kan gaan. Momenteel is dat op 63/64/65 jaar na 42 loopbaanjaren, 61/62 jaar en 43 loopbaanjaren en 60 jaar en 44 loopbaanjaren.
55.235
werknemers in de privésector hadden in 2024 een landingsbaan: 42.991 1/5 en 12.341 halftijds.
65,1%
van de uitkeringen in het kader van tijdskrediet (privé) en loopbaanonderbreking (openbare sector) betreffen het eindeloopbaanstelsel.
RVA cijfers januari 2025
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier