Langer werken, maar hoe?

We moeten met zijn allen langer werken, maar hoe houden we werknemers gezond en gemotiveerd? Uit een peiling van Roularta Research i.s.m. Plus Magazine en de Koning Boudewijnstichting bij 3.918 vijfenveertigplussers kwam een aantal vragen en bekommernissen over langer werken naar boven.

50% ziet langer werken niet zitten, 73% is bang voor een burn-out. Waarom is er zoveel weerstand tegen langer werken?

Mieke van Gramberen, algemeen directeur van Flanders Synergy, een competentiepool rond innovatieve arbeidsorganisatie: “Zich nuttig voelen, sociale contacten leggen: dat is wat mensen energie geeft. Een goed loon, in goede gezondheid verkeren en zinvol werk verrichten, zijn een ongelooflijke drijfveer. Daar moeten we op inzetten. Er moet een variatie van functies mogelijk zijn: voor een bouwvakker kan de werkorganisatie op een bepaalde leeftijd te zwaar worden, maar waarom kan hij dan niet als klusjesman in een school gaan werken?

Jan Laurijsen, adviseur bij HR-dienstenverlener SD Worx: “Een burn-out is niet gelinkt aan leeftijd, uiteindelijk kom je altijd uit bij het soort werk dat je verricht: dat moet betekenisvol zijn en variatie bieden. We veranderen overigens weinig van job: de gemiddelde Belg doet dat maar drie keer in zijn loopbaan. Daarom is het belangrijk met mensen te praten over wat ze willen, wat ze kunnen en wie ze zijn. Zolang we blijven denken dat je keihard moet werken tussen je 25ste en je 55ste en dan kunt uitbollen, geraken we er niet.”

64% ondervindt te veel werkdruk. Omdat jobs voortdurend verande-ren en mensen onzeker worden?

Christophe Van Hecke, via het Ervaringsfonds van Forem, de Waalse dienst voor arbeidsbemiddeling, verantwoordelijk voor de relatie met bedrijven: “Je moet van bij het begin van een loopbaan nadenken over het verloop, wetend dat we langer moeten werken en er een aantal jobs grondig zal veranderen of verdwijnen. Die planning zie ik niet altijd: als ik met jonge vijftigers praat, gedragen zij zich soms alsof ze al bijna eindeloopbaan zijn.”

Philippe Andrianne, politiek secretaris en woordvoerder van ouderenbeweging Enéo: “Langer werken is mogelijk, maar niet in de huidige omstandigheden. Vaak kunnen mensen met een zwaar beroep vanaf een bepaalde leeftijd niet meer mee en dat zijn beroepen waarvoor er ook niet veel uitwijkmogelijkheden bestaan. Mensen met een administratieve job hebben dan weer andere kopzorgen: door de verdere informatisering moeten ze continu bijscholen. Maar op een bepaalde leeftijd zegt de baas: ga ik jou nog verder vormen want straks ben je toch weg? Zich nog nuttig voelen, zich kunnen aanpassen, heeft ook veel te maken met hoe men in het bedrijf tegen je aankijkt.”

Jean-Marc Manfron, specialist marktanalyses bij de Forem: “Een mentaliteitswijziging is zowel bij bedrijven als werknemers nodig. Je mag er niet meer van uitgaan dat wat je op school hebt geleerd volstaat voor de rest van je carrière. Loopbanen worden minder lineair, zodat iedereen moet nadenken over een loopbaanplan, want de technologie evolueert en de competenties die de arbeidsmarkt verwacht, veranderen snel. Je moet je hele professionele leven bij blijven.”

Philippe Andrianne: “Maar tegelijk is een deel van de bevolking niet in staat zich aan te passen aan de nieuwe noden van de arbeidsmarkt, en het is alsof men deze mensen laat vallen. Daar zijn ook jonge mensen bij. Waar is er nog werk voor wie enkel een diploma secundair onderwijs op zak heeft, want de eisen liggen steeds hoger?”

Christophe Van Hecke: “Bedrijven enkel verplichtingen opleggen helpt niet, je moet ook opportuniteiten aanreiken. Een jonge en een oudere werknemer in team laten werken is belangrijk. Ze kunnen synergie creëren en hun ervaringen delen, wat voor beiden een extra troef is. Beter informeren over al bestaande maatregelen om werk werkbaar te houden kan werknemers ook geruststellen over het verdere verloop van hun carrière.”

Jan Laurijssen: “We hebben samen met de Universiteit Antwerpen een studie gedaan naar leeftijdsdiversiteit op de werkvloer. Daaruit bleek dat organisaties waar jong en oud nauw samenwerken, productiever zijn dan organisaties met homogene leeftijdscategorieën binnen de teams.”

30 uur werken per week, is dit Zweedse model iets voor ons?

Mieke van Gramberen: “In sommige specifieke sectoren kan dat misschien, maar ik betwijfel of dit een duurzame oplossing is. Neem nu de zorgsector, waar men het recht op extra verlofdagen voor oudere werknemers heeft ingevoerd. Dit had als effect dat de werkdruk bij jongeren toenam. We moeten niet noodzakelijk minder werken maar wél anders. Werk moet je de kans bieden om iets bij te leren. Als je merkt dat 40% van de zestigplussers dagdagelijks niets meer bijleert op het werk, dan klopt er iets niet. Werk moet zinvol zijn en betekenis hebben. En vaak impliceert dit: minder hiërarchie en meer autonomie voor de werknemers. In de thuiszorg zie ik hoe mensen nu in teams werken waarin ze hun werk van A tot Z zelf organiseren. De complexiteit neemt toe, maar de verpleegkundigen bouwen een duurzame band op met de patiënt en voelen zich trots omdat ze van betekenis kunnen zijn. De oplossing ligt in het opzetten van nieuwe werkformules, niet in meer vakantiedagen.”

Christophe Van Hecke: “Wij hebben in een laboratoriumsituatie mensen samengebracht die een taak moesten uitvoeren, zonder dat hen een hiërarchie werd opgelegd. En wat zie je dan??Mensen gaan zichzelf uiteindelijk organiseren, en dat loopt goed. Dit soort proefprojecten zijn een goede zaak om te experimenteren met een andere arbeidsorganisatie.”

Philippe Andrianne: “We werken nu minder dan 100 jaar geleden, maar we zijn wel productiever. Het probleem is nu vooral de stress om werk en privéleven te combineren. Oké, we moeten langer werken omdat de pensioenen anders niet meer betaalbaar zijn. Maar tegelijk vergeet men een aantal verborgen kosten: omdat grootouders massaal inspringen, hoeft men minder in kinderopvang te investeren. Daarom moet je het hele plaatje bekijken en dat beter organiseren.”

Jan Laurijsen: “Er werden toch al heel wat dingen verwezenlijkt om het werk flexibeler te maken, om mensen van thuis uit te laten werken, bijvoorbeeld. Niet iedere werknemer kan dat, maar je moet ook niet voor iedereen dezelfde oplossing zoeken. Ik denk ook niet dat wie ouder wordt per definitie minder wil gaan werken. Je kijkt beter naar de evolutie van een loopbaan. Bovendien zullen heel wat beroepen er over een aantal jaar volledig anders uitzien als nieuwe technologieën hun intrede doen.”

Mieke Van Gramberen: “De werkduur op zich lijkt me niet het probleem, wel de controle die je over je tijd hebt: daar hebben mensen behoefte aan. Vandaag heeft 16% van de werknemers de keuze tussen thuiswerk of niet, maar de helft zou het graag willen. En wie aan de band staat, weet dat hij niet van thuis kan werken, maar die persoon zou wel graag zijn verlof met collega’s willen regelen of op een onverwacht moment de ruimte willen krijgen om snel even het werk te verlaten om bijvoorbeeld met zijn kind naar de tandarts te gaan.”

78% denkt dat het niet of quasi onmogelijk is werk te vinden na 50.

Mieke Van Gramberen: “Het is mogelijk, maar eerlijk gezegd een pak moeilijker voor 50-plussers. Ze botsten nog vaak op vooroordelen. Het zou goed zijn mocht men een mentaliteitswijziging bij bedrijven kunnen creëren. Jammer genoeg zien we daar nog te weinig evolutie in.”

Jean-Marc Manfron: “Er zijn interimkantoren die zich specialiseren in 50-plussers, die steeds vaker via interimcontracten werken. Bij Forem neemt het aantal werkzoekende 50-plussers ieder jaar toe. Dit heeft natuurlijk ook te maken met de nieuwe wetgeving.”

Philippe Andrianne: “De schrik voor een sanctie zit er goed in bij 50-plussers, maar wat is de realiteit? Als ze solliciteren, krijgen ze amper antwoord. In recuteringskantoren zitten vaak jonge mensen, die wel mooie cv’s krijgen, maar te snel denken dat een oudere werknemer het werkritme niet meer zal kunnen volgen.”

Jean-Marc Manfron: “Veel hangt ook af van de economische context. Als het wat beter gaat, zullen zowel jongere als oudere werknemers meer kansen krijgen.”

Jan Laurijssen: “Inderdaad, als de economie niet groeit, stopt ook de mobiliteit op de arbeidsmarkt. Iedereen die een job heeft, blijft uit angst zitten waar hij zit, wat slecht nieuws is voor wie werk zoekt. Daarom is het belangrijk dat werknemers tijdens hun loopbaan door het bedrijf ondersteund worden en een ontwikkelingstraject kunnen volgen. Zo kan je in een bepaalde regio een lokale arbeidsmarkt creëren die ook interessant is voor andere werkgevers.?Of kunnen werknemers gemakkelijker van het ene naar het andere bedrijf overstappen. Deze vorm van co-sourcing lijkt de nieuwe trend. Vooral jonge bedrijven zeggen: wij garanderen je geen loopbaan, maar helpen je wel je verder te ontwikkelen.” n

Informatie over het project ‘Vroeger denken aan later’ van de Koning Boudewijnstichting vind je op www.maakplannen.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content