© getty images

Naar een transparanter pensioenplan

Op 1 januari 2024 vervelt de pensioenfiche tot een pensioenoverzicht. En daar zit meer achter dan een simpele naamsverandering. Zo zal je als werknemer eindelijk duidelijke informatie krijgen over wat je pensioenplan opbrengt en kost.

Vandaag bouwen bijna vier miljoen landgenoten een aanvullend pensioen op. Dat is zo’n 80% van de beroepsbevolking. Het gaat om de tweede pensioenpijler, niet te verwarren met pensioensparen (zie verder). De aangeslotenen zijn veelal loontrekkenden voor wie de werkgever een groepsverzekering heeft afgesloten. Het doel? Sparen voor een fiscaal interessant aanvullend pensioen met ook een dekking die de erfgenamen beschermt in geval de aangeslotene vroegtijdig overlijdt. Tot zo ver de omschrijving.

Maar wat verandert er nu op dat vlak? Vanaf 2024 zullen die miljoenen werknemers duidelijker moeten worden geïnformeerd over hun rechten, dankzij een transparantere pensioenfiche: het pensioenoverzicht.

Alle persoonlijke gegevens met betrekking tot je tweede pensioenpijler worden vanaf dan gecentraliseerd op het platform Mypension.be. Daarbij zal veel meer belang worden gehecht aan de informatie die je als begunstigde moet krijgen. Neem nu het rendement van je aanvullend pensioenplan. Momenteel heeft meer dan 50% van de werknemers die een aanvullend pensioen opbouwen geen duidelijk zicht op hoeveel deze pensioenpijler opbrengt. Het pensioenoverzicht brengt daar nu, verplicht, verandering in. Dat alles werd vastgelegd in de Wet van 26 december 2022.

Informatieplicht

Tot op vandaag krijgen werknemers die actief aangesloten zijn bij een pensioenplan via hun werkgever of de sector waar ze werken, een pensioenfiche met informatie over het rendement en de reserves die ze hebben opgebouwd. Was je vroeger aangesloten bij een pensioenplan, dan vind je die informatie terug op Mypension.be. En die kan al eens verschillen naargelang de instelling die je pensioenplan beheert.

Vanaf 2024 wordt gebruikt gemaakt van een standaardprocedure, via de vernieuwde website Mypension.be en met de hulp van Sigedis vzw, de organisatie belast met het beheer van deze gegevens. Voortaan zullen alle instellingen die een aanvullend pensioenplan beheren dezelfde regels moeten hanteren. En zullen alle aangeslotenen dus dezelfde informatie krijgen. Die informatie zal ook meer inzicht moeten verschaffen in hoeveel het aanvullend pensioen in de toekomst globaal gezien zal bedragen.

MEER ZICHT OP DE KOSTEN

Het pensioenoverzicht zal verschillende pensioenextrapolaties moeten bevatten wanneer verschillende economische scenario’s een impact kunnen hebben op het resultaat. En in het overzicht zal ook informatie moeten staan waar je als aangesloten werknemer tot nog toe vaak het raden naar had: een gedetailleerde weergave van de kosten die de pensioeninstelling aanrekent en die een impact hebben op het rendement dat je als aangeslotene krijgt. Vooral dan de kosten met betrekking tot de voorbije 12 maanden. Meer hierover verderop, wanneer we het hebben over wat je netto overhoudt. Voorts zal het pensioenoverzicht ook de gegevens van een contactpersoon moeten vermelden, bij wie je terecht kan met vragen en eventuele klachten.

TRANSPARANTIE OVER DE MOGELIJKHEDEN

Een document zal nieuwe aangeslotenen moeten informeren over de verschillende opties die hen worden geboden, onder meer wat betreft de uitbetalingsmodaliteiten van het aanvullend pensioen, alsook de mogelijke overlijdensdekkingen. Informatie omtrent de ESG-beleggingsstrategie is eveneens verplicht: de milieu- (Environnement), sociale (Social) en bestuurscriteria (Governance) zeg maar.

UITBETALEN 30 DAGEN NA AANVANG VAN JE PENSIOEN

Als aangeslotene zal je verplicht ten laatste 60 dagen voor je met pensioen gaat moeten worden geïnformeerd over de uitbetaling van je aanvullend pensioen. Die uitbetaling moet plaatsvinden binnen de 30 dagen na aanvang van je pensioen of 30 dagen nadat de pensioeninstelling over alle nuttige informatie beschikt om dat te doen. Voor sectoriële aanvullende pensioenplannen is een overgangsregeling voorzien tot in 2027. En de berekeningsperiode kan indien nodig met zes maanden worden verlengd.

BIJ OVERLIJDEN

Wanneer de pensioeninstelling wordt geïnformeerd over het overlijden van een aangeslotene, heeft ze 30 dagen de tijd om de begunstigden op te sporen en hen te contacteren. Vervolgens is de instelling verplicht om, zodra ze over alle nodige informatie beschikt, de overlijdensdekking binnen de 30 dagen uit te keren. Daarbij wordt gegarandeerd dat, wanneer je overlijdt voor je pensioenleeftijd, je partner, kinderen of andere begunstigden een kapitaal of een rente uitgekeerd krijgen.

5 veelgestelde vragen

1 WAT IS HET VERSCHIL MET PENSIOENSPAREN?

Het wettelijke pensioen, uitgekeerd door de overheid, geldt als eerste pensioenpijler. De tweede pensioenpijler heeft betrekking op het aanvullend pensioen, onder meer gefinancierd door de werkgever voor zijn werknemers. Bij een groepsverzekering is het de werkgever die een levensverzekeringscontract onderschrijft voor zijn werknemers. De werkgever betaalt dus premies aan een verzekeraar of een pensioenfonds en bouwt zo een pensioenkapitaal op. Dit extralegale voordeel wordt erg op prijs gesteld, omdat het minder belast wordt dan een loonsverhoging. Deze pijler dient als aanvulling op het wettelijke pensioen (eerste pijler) en moet werknemers in staat stellen niet al te veel aan koopkracht te verliezen wanneer ze met pensioen gaan. Ook zelfstandigen kunnen een aanvullend pensioen opbouwen in het kader van de tweede pijler via het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). De overheid voorziet dat elke loontrekkende en zelfstandige, op termijn, minstens 3% van zijn bruto inkomsten in deze tweede pijler kan investeren.

Verwar het aanvullend pensioen echter niet met de derde pijler, waaronder het pensioensparen en het langetermijnsparen vallen. Beide pijlers worden nogal eens met elkaar verward. Voor de derde pijler moet je zelf zorgen, dus niet je werkgever of de overheid. Je spaart zelf, bovenop de eerste en de tweede pijler, voor een bijkomend pensioen en geniet daarbij fiscale voordelen.

2 HOEVEEL ZAL IK NETTO KRIJGEN?

Het bedrag van het aanvullend pensioen vermeld op je pensioenfiche is een brutobedrag, waarop nog belastingen en taksen worden geheven. De situatie kan sterk uiteenlopen van persoon tot persoon. Daarom, louter ter illustratie, volgende berekening van Degroof Petercam: een werknemer die, wanneer hij met pensioen gaat, bruto recht heeft op een kapitaal van 350.000 euro, houdt daar netto iets meer dan 297.000 euro van over.

Op het aanvullend pensioen moeten immers socialezekerheidsbijdragen, bedrijfsvoorheffing en gemeentetaksen worden betaald. De berekening gaat als volgt: er worden 3,55% sociale zekerheidsbijdragen afgehouden voor het Riziv + een solidariteitsbijdrage tussen 0 en 2%, afhankelijk van de grootte van je aanvullend pensioen.

We vermelden hier ook dat in het Pensioenakkoord van juli jl. bepaald werd dat de bijzondere socialezekerheidsbijdrage voor hoge aanvullende pensioenen – de Wijninckx-bijdrage – vanaf 2028 verdubbeld zou worden van 3% naar 6%. Maar die heeft slechts betrekking op zo’n 3.000 mensen.

Na aftrek van de socialezekerheidsbijdragen wordt er ook nog bedrijfsvoorheffing afgehouden. Die verschilt naargelang je opteert voor een eenmalige kapitaalsuitkering of een maandelijkse rente (waar dan maandelijks bedrijfsvoorheffing op geheven wordt). Op een eenmalige kapitaalsuitkering, waar het overgrote deel van de mensen voor kiest, wordt 10 tot 20% bedrijfsvoorheffing afgehouden, afhankelijk van je leeftijd, of je een volledige loopbaan hebt (45 gewerkte jaren), en of je aanvullend pensioen werd gefinancierd door enkel werkgeversbijdragen, dan wel ook werknemersbijdragen.

Op die belasting moeten ook nog eens gemeentetaksen (bijkomende opcentiemen) worden betaald. En zo komt het dan dat je van 350.000 euro nog maar 297.000 euro overhoudt.

3 IK VERANDER VAN WERKGEVER, WAT NU?

Onthoud vooral dat als je van werk-gever verandert, je het kapitaal dat je hebt opgebouwd via je groepsverzekering, gelukkig niet kwijt bent. Want wanneer je van werk verandert, heb je verschillende opties, legt men uit bij Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeraars:

  • Je kan het bedrag dat je hebt opgebouwd bij de verzekeraar van je vorige werkgever laten staan tegen de voorwaarden voorzien in dat pensioenplan. Het contract blijft dan behouden als een slapend contract. Maar naargelang de situatie kan het zijn dat dan de overlijdensdekking wegvalt.
  • Je kan het bedrag dat je hebt opgebouwd bij de verzekeraar van je vorige werkgever ook laten staan en kiezen voor een overlijdensdekking die overeenstemt met de verworven reserves. In ruil voor een lager pensioenkapi- taal op de einddatum, zal de verzekeraar dan bij een vroegtijdig overlijden dat hogere bedrag uitbetalen aan de begunstigden.
  • Je kan het aanvullend pensioen dat je hebt opgebouwd overzetten naar de groepsverzekeraar van je nieuwe werkgever, tenminste als die een groepsverzekering aanbiedt.
  • Je kan je aanvullend pensioen onderbrengen in een individuele levensverzekering bij een pensioeninstelling KB69 (groepsverzekeraar, pensioenfonds). De beheerskosten blijven beperkt

Indien je werkgever geen aanvullend pensioen aanbiedt, kan je altijd zelf met een Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers starten (VAPW). Deze optie is er voor werknemers die niet via hun werkgever in een aanvullend pensioen kunnen stappen of die vinden dat het geboden bedrag erg laag is. Als werknemer moet je dan aan je werkgever vragen om een deel van je loon (met bijvoorbeeld een plafond van 3%) in te houden en te storten in het pensioenproduct waar je zelf voor gekozen hebt. De stortingen geven recht op 30% belastingvermindering.

4 MIJN PARTNER EN IK ZIJN UIT ELKAAR, WAT MOET IK DOEN?

Het aanvullend pensioenreglement omschrijft wie de begunstigden zijn bij overlijden. Dat kan met een algemene term – zoals mijn partner – maar ook bij naam. Waardoor in dat laatste geval, na een scheiding en bij een vroegtijdig overlijden, je ex de overlijdensdekking zal krijgen. Is dat niet wat je wil, verander dan na de scheiding de begunstigde. Het is trouwens aangewezen om telkens wanneer je gezinssituatie wijzigt (scheiding, nieuw samengesteld gezin, geboorte van een kind), je je werkgever vraagt de groepsverzekeraar hiervan op de hoogte te brengen. Want de overlijdensdekking kan ook verschillen naargelang de samenlevingsvorm en het aantal kinderen.

5 KAN IK MIJN AANVULLEND PENSIOEN VERVROEGD INNEN?

Om je aanvullend pensioen te innen moet je noodgedwongen wachten tot je wettelijke pensioenleeftijd. Er bestaat één uitzondering op die regel. Je mag je aanvullend pensioen vervroegd innen om een onroerend goed te bouwen, verbouwen, renoveren of herstellingswerken uit te voeren.

In dat geval kan je een voorschot krijgen op het kapitaal van je aanvullend pensioen of kan je je groepsverzekering in onderpand geven. We gaan hier niet verder in op de technische details van deze mogelijkheid. Neem indien je hiervan gebruik wil maken contact op met je groepsverzekeraar. Weet wel dat er voorwaarden verbonden zijn aan deze regeling: je aanvullend pensioen aanwenden voor een vastgoedproject moet voorzien zijn in het pensioenreglement en het onroerend goed moet in de Europese Unie liggen.

Wat moet je doen om je pensioenoverzicht te krijgen?

Eigenlijk kan je niets doen. Het jaarlijkse overzicht moet automatisch en zonder kosten ter beschikking worden gesteld van zowel de actieve als de inactieve aangeslotenen die hun mailadres hebben geregistreerd op Mypension.be of in hun ebox. Daar zorgt Sigedis voor. Heb je als actieve aangeslotene je mailadres niet geregistreerd, dan moet de pensioeninstelling actie ondernemen en je je pensioenoverzicht bezorgen.

Partner Content