© iStock

Re-integratie van langdurig zieken

De vorige regering voerde een regeling in om langdurig zieke werknemers te re-integreren op het werk. Toch zijn er vandaag bijna een half miljoen mensen in langdurige ziekte. Wat met het re-integratieplan? Wie kan re-integratie vragen?

De vorige regering voerde een regeling in om langdurig zieke werknemers (vanaf 1 jaar arbeidsongeschiktheid) te re-integreren op het werk. Een centrale rol daarbij is weggelegd voor de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. Maar daar blijkt het schoentje te wringen, want deze artsen hebben zowel een begeleidende als een controlerende rol en er zijn te weinig artsen voor het aantal dossiers. Komt daar nog eens de coronacrisis bij waardoor adviserende artsen tijdelijk geen fysieke consultaties konden doen. Dit alles leidde ertoe dat 29.229 langdurig zieken recent het bericht kregen dat hun uitkering verlengd wordt tot aan hun pensioen. Dat is het geval voor wie in 2021 controle zou krijgen en voldoet aan één van deze drie criteria: al 10 jaar of langer arbeidsongeschikt zijn (daarbij speelt leeftijd geen rol), ouder dan 58 jaar zijn of minstens 50 jaar zijn en al 5 jaar of langer arbeidsongeschikt zijn. Voor iemand die onder één van deze criteria valt, maar bijvoorbeeld pas in 2022 controle zou krijgen, geldt de verlenging tot aan het pensioen niet.

Wie kan re-integratie vragen?

Drie ‘partijen’ kunnen de re-integratie aanvragen: de werknemer zelf, de werkgever en de adviserend geneesheer van het ziekenfonds.

De werknemer kan zelf altijd een re-integratietraject laten opstarten, ongeacht de duur van zijn arbeidsongeschiktheid. Hij kan dit dus in principe al vragen tijdens de eerste maand arbeidsongeschiktheid (tijdens de periode van het gewaarborgd loon), maar ook als hij al geruime tijd arbeidsongeschikt is. Ook de behandelende arts van de werknemer kan een verzoek tot re-integratie bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer indienen, mits toestemming van de werknemer, of de werknemer kan zijn behandelend geneesheer vragen om dit te doen.

De adviserend geneesheer van het ziekenfonds kan de re-integratie vragen. Ten laatste 2 maanden na de aangifte van de arbeidsongeschiktheid laat hij de zieke werknemer een eerste vragenlijst invullen. Op basis van het medisch dossier en deze vragenlijst zal de adviserend geneesheer nagaan of re-integratie mogelijk is. Hij kan oordelen dat die onmiddellijk mogelijk is en dan verwijst hij meteen door naar de arbeidsgeneesheer, of eventueel op een later tijdstip.

De werkgever kan pas een re-integratietraject laten opstarten ten vroegste na een onafgebroken periode van 4 maanden arbeidsongeschiktheid (dus geen opeenvolgende korte periodes van arbeidsongeschiktheid) van de werknemer. Alleen wanneer de werknemer aan de werkgever een attest bezorgt van de behandelend arts waaruit de definitieve ongeschiktheid blijkt om het overeengekomen werk uit te voeren, kan de werkgever het traject vroeger opstarten.

Re-integratieplan

Een re-integratieplan is er niet van vandaag op morgen. De arbeidsgeneesheer onderzoekt of de werknemer op termijn het werk terug zal kunnen uitoefenen en of er eventueel (tijdelijk of definitief) ander of aangepast werk kan worden hervat als de werknemer definitief ongeschikt is voor het overeengekomen werk. Oordeelt de arbeidsgeneesheer dat de werknemer definitief ongeschikt is en er geen mogelijkheid voor aangepast werk is, dan kan de overeenkomst beëindigd worden wegens ‘medische overmacht’.

Meer info over de re-integratieprocedure, en medische overmacht vind je bij je ziekenfonds of vakbond, of op https://werk.belgie.be, Welzijn op het werk.

Partner Content