De Kerkennaharchipel is bezaaid met witte huisjes. © GETTYIMAGES

Sfax en Kerkennah, een stukje authentiek Tunesië

Het Tunesische Sfax is een stad die zoetjesaan door toeristen wordt ontdekt. Op een dik uur varen ervandaan, midden in zee, ligt de Kerkennaharchipel, waar palmbomen, witte dorpjes, visvangst en feloeken de toon zetten.

Wellicht is Sfax niet de eerste stad waar je aan denkt wanneer je een trip naar Tunesië plant. Toch volstaat één blik op de medina – een doolhof van middeleeuwse straatjes – om de betovering te voelen. In de medina heerst ook vandaag nog de charme van een stad uit de vertellingen van duizend-en-een-nacht. Eenmaal je door een van de vele toegangspoorten bent gelopen is het er zalig ronddwalen tussen de wirwar van kraampjes, ambachtswerkplaatsen, handeltjes in fruit, smederijen, theehuisjes en winkeltjes allerhande.

Sfax. Het plein van de Republiek en het Stadhuis.
Sfax. Het plein van de Republiek en het Stadhuis.© IMAGESELECT

Toch zijn er diep in de door hoge witte muren omgeven steegjes ook charmante hotelletjes en eethuisjes te vinden. Klim naar een van de hooggelegen terrassen en nip daar van een muntthee, terwijl je geniet van de kreten van de gierzwaluwen of de pracht van de zonsondergang. Behalve een magische sfeer biedt de medina – door Tunesië bij de Unesco voorgedragen als Werelderfgoed – ook sublieme uitzichten op de minaretten, koepels en witte muren van de stad, met daarachter de blauwe gloed van de Middellandse Zee.

De magische wereld van de medina.
De magische wereld van de medina.© FOTO’S ERIC VALENNE

Naast de medina is er het moderne, welvarende Sfax, met vernieuwde wijken en een havenkom opgefleurd door hedendaagse kunst. Sfax is trots op zijn gastronomie. Een van de specialiteiten van de stad is de in heel Tunesië vermaarde laklouka: een gebak op basis van olijfolie, rozijnen, suiker en amandelen.

Achter de horizon...

Op de Kerkennah-eilanden is geen luchthaven. Misschien is het wel daarom dat de tijd op de archipel lijkt stil te staan. Er is enkel een haventje, waar ferryboten meermaals per dag heen en terug varen naar Sfax, een tocht van 75 minuten. Wie per schip nadert, ziet de eilanden langzaam als luchtspiegelingen boven de zee opduiken. De feloeken scheren over de horizon. Een dunne streep palmbomen spiegelt zich in ondiepe lagunes. De kustlijn is bezaaid met verblindend witte huisjes. Slechts twee van de eilanden zijn bewoond: Gharbi en Chergui (Groot Kerkennah). Ze worden geflankeerd door een snoer van kleine eilanden die hen lijken te vergezellen op hun roerloze reis.

De vissers van Kerkennah houden er eeuwenoude vistechnieken op na.
De vissers van Kerkennah houden er eeuwenoude vistechnieken op na.© FOTO’S ERIC VALENNE

Maritieme oases

Behalve duizenden palmbomen vind je op de zeer vlakke Kerkennah-eilanden dertien dorpen. De inwoners leven van de visvangst. Een kleine brug – met de toepasselijke naam El kantara, nog door de Romeinen gebouwd – verbindt de twee grootste eilanden. De archipel mag dan al strategisch gelegen zijn aan de poort van Afrika, de geschiedenis liet ze vaak links liggen en veroorzaakte er hooguit wat deining. Enkele historische sites getuigen van de aanwezigheid van de Feniciërs en de Carthagers.

De Romeinen lieten op de archipel een twaalftal archeologische sites na. De mooiste is die van Bordj Hassar: de goudkleurige ruïnes kijken uit over de zee en de vestingmuren verbergen enkele vergeten mozaïeken. Volgens een legende liet een wondermooie Griekse prinses zich ooit op de archipel verzorgen. Ze werd tijdens een storm gered door een visser en stichtte er een gezin, waarvan alle eilandbewoners nu beweren af te stammen...

Op de hele archipel wonen slechts 15.000 mensen. Maar in de zomer vertienvoudigt dat aantal! Veel mensen uit Sfax komen verfrissing zoeken op de Kerkennah-eilanden. De stranden zijn rustig en het kustwater heerlijk warm, ideaal dus voor koralen en zeegras! Op de eilanden is een heel aparte vistechniek ontstaan: de charfia. Die zou uit de tijd van de Feniciërs stammen en dus 2.500 jaar oud zijn. Het is een eenvoudige methode: palmtakken worden als hagen in ondiep water geplant, de vissen kunnen niet anders dan die volgen en komen op het einde vast te zitten in fuiken. De vissers hoeven langs te komen met hun loud of flouka (een feloek zonder zeil) om de fuiken leeg te halen.

De vissers van Kerkennah houden er eeuwenoude vistechnieken op na.
De vissers van Kerkennah houden er eeuwenoude vistechnieken op na.© FOTO’S ERIC VALENNE

“Het hangt af van de wind en de getijden”, klinkt het bij Fahrat, gepensioneerd visser, maar nog altijd actief in de haven. Terwijl we op een van zijn boten smullen van geroosterde vis legt hij uit: “De charfia is een eervolle vistechniek. Wij hebben eigen codes en respecteren de regels. Maar dat alles gaat stilaan verloren. De intensieve visvangst ligt op de loer.”

Aan boord van een feloek

Als de wind het toelaat, wemelt het blauwe water van de zeilen van de feloeks, wat prachtige plaatjes oplevert. Maak zeker eens een tochtje aan boord. Een unieke en betoverende ervaring, een avontuur dat heerlijk ruikt naar zon en zout. En dé gelegenheid om te proeven van het vissersbestaan. Op de Kerkennah-eilanden worden ook sponzen gevangen. En dan is er natuurlijk nog de inktvis, die ze hier met behulp van kleine potten – de gargoulettes of koelkruiken – in grote hoeveelheden vangen.

Met de feloek de zee op.
Met de feloek de zee op.© FOTO’S ERIC VALENNE

Inktvis is dé lokale specialiteit. Ze wordt elk jaar in maart in de kijker gezet, als de vissers daar zin in hebben soms zelfs met een heus festival. In welk seizoen je de Kerkennah-archipel ook bezoekt, proef in elk geval van die inktvis, die hier met de meest uiteenlopende sauzen wordt opgediend. Tenzij je de voorkeur geeft aan geroosterde vis of aan een verrukkelijke viscouscous. En intussen bewonder je de zonsondergang!

PRAKTISCH

Partner Content