Uitrusten van de heenvlucht op Zanzibar.

Vader-dochter reis door Tanzania

Geert Verrijken
Geert Verrijken Redactiedirecteur-hoofdredacteur Artsenkrant

Tanzania geniet vooral bekendheid voor zijn nationale parken, game drives, Zanzibar en de hoogste berg van Afrika. Het land heeft echter zo veel meer dan enkel wilde dieren in de aanbieding.

Toen na twee jaar pandemie reizen weer kon, rijpte in 2022 het plan voor de once in a lifetime experience waar iedere ouder van droomt: een vader-dochterreis naar Tanzania. Dochter Marlies had Zanzibar, de Kilimanjaro en een safari op haar verlanglijstje staan. Ikzelf was al eerder in Afrika geweest met hulporganisaties en wou haar de minder toeristische kant van het Afrikaanse continent laten zien. Het werd een compromis: een reis op maat met home stays – verblijven bij de bevolking. Een unieke ervaring voor beiden. Enkele impressies.

Arabisch handelscentrum

Landen doen we na een vermoeiende nachtvlucht op het mythische eiland Zanzibar. Onze eerste pleisterplaats is Stone Town, de hoofdstad met Arabische roots en vroeger een belangrijk handelscentrum. Nauwe straatjes en steegjes met statige 18de- en 19de-eeuwse panden en tal van minaretten kruiden onze eerste indruk. In mainland Tanzania primeert het christendom, op Zanzibar zijn moslims in de meerderheid. Een korte wandeling brengt ons onder meer langs de Big Tree en Jawscorner, waar de Zanzibari bijpraten bij sloten zwarte koffie, en bij een monumentale retrobioscoop. Lang zoeken doen we naar de historische apotheek – de dochter is bijna afgestudeerd als ziekenhuisapotheker, ik ben medisch journalist. Gevonden! Ze blijkt ingekapseld in een grote moskee.

Het Zanzibar Coffee House, waar we overnachten, is een goed bewaard stadspaleis. We zijn meteen in de wolken met de reusachtige kamer met dubbel en enkel hemelbed. De kamerjassen hangen klaar. Het ontbijt de volgende ochtend op het heerlijk koele dakterras is idyllisch.

Ugali

Na een tussenstop aan de kust van Zanzibar, waar we een dagje genieten van de hagelwitte stranden en een boottocht, volgt een binnenlandse vlucht richting Mount Kilimanjaro (5.895 m). Daar worden we met open armen ontvangen door Sophie voor een home stay in haar grote huis. Sophie is een van de amper zeven vrouwelijke berggidsen. Ze is jong maar sleept al een hele voorgeschiedenis mee, wat haar tot een sterke persoonlijkheid heeft gemaakt. Zo behaalde ze haar diploma dankzij de crowdfunding van een Amerikaanse toeriste.

Marlies kan het uitstekend vinden met Sophie’s jongere zusje en beleeft de tijd van haar leven met haar ‘lerares’ Swahili. Karibu Tanzania! Of welkom in Tanzania. Terwijl ik geamuseerd toekijk, slaagt dochterlief er wonderwel in de meeste woorden te onthouden. Als afscheid krijgt ze een A4-tje met de Engelse vertaling mee. Momenten om te koesteren. Intussen maakt Sophie het nationale gerecht voor ons klaar: ugali, een witte, wat smakeloze substantie van maïspoeder en water. Met vleessaus en groenten is het best lekker. Voor de doorsnee Tanzaniaan is de pure vorm met bonen dagelijkse kost.

De weg naar de Materuni waterval is glad en glibberig.
De weg naar de Materuni waterval is glad en glibberig.

Met Sophie’s broer als gids bewandelen we de flanken van de Kilimanjaro. Einddoel is de Materuni waterval op 1.800 meter. Het regent, het pad is glad en glibberig. Geen probleem voor de jongelui voorin. Ik leg wat meer voorzichtigheid aan de dag. Een kort bezoek aan het stadje Moshi en een tuktuktocht later vertrekken we richting Tarangire National Park.

Pumba & co

Vanaf nu is Jojo onze gids/driver, een praatvaar met vijf kinderen en 20 jaar ervaring. Hij kent de fauna en de vele kronkel- en binnenwegen in de wildparken als zijn broekzak. De Toyota Landcruiser Safari met openklapbaar dak is zijn tweede thuis.

Tien dagen samen optrekken met Jojo verveelt nooit.
Tien dagen samen optrekken met Jojo verveelt nooit.

Wij komen intussen ogen tekort: olifanten, stokstaartjes, wrattenzwijnen – Pumba’s, dixit de dochter -, giraffen, impala’s, grappige dikdiks... ze passeren allemaal de revue. We verblijven in een luxueuze tent in het park, waar de voltallige zevenkoppige staf ons zingend en dansend verwelkomt. Megagênant, vindt Marlies en het voelt inderdaad erg koloniaal aan. Een tweede rit door Tarangire levert mooie plaatjes op van waterbokken, buffels, zebra’s en een ogenschijnlijk onzichtbare python in een boom.

Indrukwekkend dichtbij, zo'n olifant.
Indrukwekkend dichtbij, zo’n olifant.

Dan zet Jojo koers richting Ngorongoro Crater. Om de kratervlakte te bereiken gaat het eerst over de in nevelen gehulde wand. Eens opgeklaard is het zicht fenomenaal. De game drive zelf valt wat tegen – oei, reageren we nu als verwende toeristen? In de vlakte stuiven heel wat landcruisers rond, maar relatief weinig dieren. Niet het juiste seizoen, legt Jojo uit.

File op de safarisnelweg.
File op de safarisnelweg.

Via een bar slechte weg gaat het vervolgens richting het aangrenzende, zeer uitgestrekte Serengeti Natio-nal Park. Hier wisselen nijlpaarden, zebra’s en goed gecamoufleerde leeuwen elkaar af.

Zebra's en gnoes spotten in de Serengeti.
Zebra’s en gnoes spotten in de Serengeti.

We vergapen ons ook aan een luipaard en krokodillen. Na een radioberichtje gaat Jojo plots in overdrive. We knotsen en botsen richting een onbekende bestemming. Een verrassing... plots staan we oog in oog met een cheetah, het schuwe en zeldzame jachtluipaard. Opdracht volbracht, zegt Jojo zelfvoldaan.

Mama Happy

Via de flanken van de Ngorongoro en een bezoek aan een Masai-dorp, gaat het richting Endallah, een speldenkop van 5.500 inwoners aan de rand van Lake Manyara National Park.

Bij de Masai, in de schaduw van een boom.
Bij de Masai, in de schaduw van een boom.

Endallah is de thuishaven van de Belgische vzw Misingi. In de loop der jaren realiseerde ze kleinschalige maar nuttige projecten: een schooltje, waterputten, een materniteit... Dit is het rurale Tanzania, met schrale grond, lemen hutten, armoede. We zijn onder de indruk. Verblijven doen we bij Mama Happy, gelukkig voor ons in een stenen huis. De kamer is basic, maar grote luxe naar Tanzaniaanse normen. ’s Avonds trekken we de bush in voor een barbecue. Met frieten zowaar, en kip, schapenvlees met veel botten, rijst en uiteraard ugali.

Op de foto met dr. Komba aan het dispensarium in Endallah.
Op de foto met dr. Komba aan het dispensarium in Endallah.

Een bezoek aan het lokale dispensarium mag niet ontbreken. Het gebouw is goed onderhouden, de leidende dokter/apotheker/laborant – met een Tanzaniaans artsendiploma mag je alle medische beroepen uitoefenen – is erg gedreven. Het probleem van dokter Komba is het gebrek aan geneesmiddelen. Vaak draaien de patiënten op voor de kosten. Marlies vraagt de arts de kleren van het lijf. Waar koopt hij zijn medicatie? Waarom staan er zoveel antibiotica in de medicijnen top 10? Beschikt het dispensarium over goede diagnostische tests? Enzoverder.

Koffie-bessen crushen op de lokale plantage.
Koffie-bessen crushen op de lokale plantage.

We gaan ook nog langs op een lokale bananen- en koffieplantage, waarna Jojo ons naar zijn thuishaven rijdt voor onze vlucht terug. Maar vertrekken mogen we pas na een uitgebreide maaltijd bij hem thuis, waar we kennis maken met zijn gezin en hij honderduit vertelt over de economisch moeilijke periode zonder toeristen waar het land tijdens de pandemie door moest. Een reis om nooit te vergeten, voor vader en dochter.

Praktisch

Tanzania-expert Steven Andries van reisorganisatie Zuiderhuis stelde een programma op maat voor ons samen. In de prijs zit ook een gemeenschapsbijdrage voor de projecten van Misingi. zuiderhuis.be en misingi.be

Partner Content