© iStock

Vermijd deze 3 valkuilen bij een renovatie

Bij de renovatie van een woning kom je algauw in de verleiding om je te spiegelen aan nieuwbouwwoningen. Weet echter dat keuzes die evident zijn voor nieuwbouw, dat lang niet altijd zijn voor een bestaande woning.

1 Performante, maar onvolledige isolatie

In een nieuwbouwwoning is de isolatie optimaal: ze vormt een aaneengesloten schil die het hele huis omgeeft. “Bij een renovatie ligt dat een pak ingewikkelder”, zegt Eric Cloes, architect en hoofdredacteur van het tijdschrift Ik ga bouwen & renoveren. “Het huis langs de buitenkant isoleren is – door plaatsgebrek of stedenbouwkundige regels – soms onmogelijk. Terwijl het via binnenisolatie dan weer tamelijk ingewikkeld is om de verschillende isolatiematerialen perfect op elkaar te laten aansluiten.” Goed isoleren bij een renovatie is haalbaar, maar daar zijn wel werken voor nodig die duur kunnen uitvallen.

Om de kosten te spreiden geven de meeste mensen die een woning renoveren de voorkeur aan een aanpak in stappen. “Eerst isoleren ze het dak met zeer sterk isolerende materialen, vervolgens isoleren ze de ramen, de gevel, de vloer... Maar heel vaak haken ze ergens in de loop van dit proces af, om financiële redenen of omdat ze in het huis wonen en het lastig is om dan de vloeren te verhogen en de binnenmuren met isolatieplaten te bekleden. Probleem is dat zo’n onvolledige isolatie veel aan efficiëntie inboet en vaak leidt tot vochtproblemen. Een klassiek voorbeeld is driedubbel glas in een slecht geïsoleerde woning”, licht de architect toe. “Omdat de muren kouder zijn dan de ramen, condenseert het vocht op de muren, met schimmelvorming tot gevolg.”

Er is maar één manier om dit te vermijden: van bij de start nadenken over de isolatiewerken als een geheel en die afstemmen op je budget. “Je bent beter af met een volledige en coherente isolatie – ook al is die minder performant dan in een nieuwbouw – dan met een combinatie van overmatig geïsoleerde delen en totaal niet geïsoleerde zones.”

2 Dubbele-fluxventilatie

In een goed geïsoleerd huis is een ventilatiesysteem onmisbaar. Maar eigenlijk is zo’n systeem vandaag in elke woning een aanrader. De meeste nieuwbouwwoningen zijn uitgerust met dubbele-fluxventilatie (systeem D), waarbij de afgevoerde binnenlucht de vers aangevoerde buitenlucht verwarmt. Zo’n systeem installeren in een bestaande woning is vrij ingewikkeld en duur, omdat er een dubbel luchtcircu-latiecircuit voor nodig is, dat tamelijk veel plaats inneemt.

Bij een renovatie is het daarom vaak interessanter om voor enkele-fluxventilatie (systeem C) te kiezen. “Bij dat systeem komt er gecontroleerd buitenlucht naar binnen via roosters in de ramen, terwijl een ventilator de vervuilde binnenlucht afvoert via een circuit van leidingen”, legt Eric Cloes uit. “Dit ventilatiesysteem kreeg vroeger heel wat kritiek, maar is vandaag erg efficiënt, omdat het nu is uitgerust met CO2- en vochtsensoren. Daardoor wordt er niet meer geventileerd dan nodig, terwijl de luchtkwaliteit binnenshuis toch optimaal is.” Om luchtroosters te installeren, moeten er soms nieuwe ramen worden geplaatst. Maar omdat enkele-fluxventilatie aan één leidingencircuit genoeg heeft, neemt het minder plaats in en kan je het makkelijker installeren in een bestaande woning. Het energieverlies is beperkt.

3 Vloerverwarming en/of warmtepomp

Wil je vloerverwarming leggen in een bestaande woning, dan kan je niet anders dan de vloer opbreken en een nieuwe on-dervloer gieten. Soms moet daarvoor zelfs het vloerpeil verhoogd. Dat is niet altijd mogelijk en zelfs niet altijd wenselijk. Vloerverwarming heeft enkel zin in een woning die correct en uitstekend geïsoleerd is. “Zo niet is je vloerverwarming absoluut niet efficiënt”, waarschuwt de architect. “Want daar waar een traditioneel verwarmingssysteem temperaturen tot 60-65°C inzet, werkt vloerverwarming op lage temperatuur: 30 tot 35°C. Onvoldoende dus om ruimtes te verwarmen waarvan de muren ijskoud zijn!”

Of een warmtepomp interessant is, hangt af van de verwarmingstechniek die je hebt gekozen. “Warmtepompen halen een prima rendement, op voorwaarde dat het temperatuurverschil tussen de buitenlucht en het water in het verwar-mingscircuit niet te groot is”, legt Eric Cloes uit. “Met radiatoren die tot 65°C moeten worden verhit, valt het rendement veel lager uit dan met vloerverwarming, die genoeg heeft aan 35°C.”

Sommige fabrikanten mogen dan al uitpakken met warmtepompen die volgens hen performant genoeg zijn om je radiatoren te verwarmen, in de praktijk leidt dit vooral tot meer elektriciteitsverbruik en dus een hogere factuur. “Het klopt dat een warmtepomp duurzamer is dan een systeem met fossiele brandstof, maar elektriciteit is nog altijd duurder dan gas.”

Wordt je woning verwarmd met radiatoren en is ze niet perfect geïsoleerd, dan is een hybride installatie – een warmtepomp aangevuld met een kleine stookolie- of gasketel – de milieuvriendelijkste en zuinigste oplossing. De ketel neemt dan de taak om je woning en water te verwarmen over wanneer de buitentemperatuur een duik neemt.

Praktisch

Batibouw 2020, 29/2 tot 8/3 in Brussels Expo. batibouw.com

Partner Content