
“Als leider moet je altijd een voorbeeld zijn”
Generaal-majoor van het vliegwezen An-Roos De Potter staat sinds dit academiejaar aan het hoofd van de Koninklijke Militaire School (KMS). Dat is de unief van het leger, waar de toekomstige militaire leidinggevenden worden gevormd. Een sleutelfunctie in internationaal spannende tijden.
We melden ons aan in het wachtlokaal van de KMS, waar ook studenten passeren op weg van of naar hun loopuurtje in het nabijgelegen Jubelpark. Een wandeling langs en door de statige gebouwen van de campus leidt ons naar het kantoor van Generaal De Potter.
Hoe ben je bij Defensie terechtgekomen?
Ik ben daags na mijn 18de verjaardag hier gestart aan de Koninklijke Militaire School. In de afdeling polytechniek, dat is het equivalent van burgerlijk ingenieur. Ik had interesse voor die studies, maar ik zocht een extraatje. En ik had ook een voorliefde voor de luchtvaart. Die dingen samen hebben mij ertoe gebracht om mijn kandidatuur te stellen voor de KMS.
Het was een sprong in het onbekende. Ik kende het militaire leven niet zo goed. Ik had geen militairen in de familie en had niet bepaald veel zicht op de jobinhoud. Maar het is voor mij bijzonder goed uitgedraaid.
Was dat makkelijk, als meisje?
Ik ben gestart in 1988, tien jaar nadat de eerste vrouwen toegang kregen tot de KMS. Het pad was dus geëffend. Niet dat er al veel vrouwen waren: in mijn richting waren we toen met twee vrouwen, van de zowat tachtig studenten. Maar ik heb mij relatief makkelijk kunnen aanpassen aan het milieu. Je leeft in groep. Iedereen zit hier op internaat. Je eet samen, je sport samen, je studeert samen. Dat is heel bewust omdat we de samenwerking willen bevorderen. Het creëert een hechte band. Als dat je ligt, is dat heel fijn.
En het fysieke aspect van de opleiding?
De ene proef was gemakkelijker dan de andere. Daar train je dan wat meer voor. Dat is toch ook zo voor academische vakken? Mijn zwakke broertje was touwklimmen. Op een gegeven ogenblik ben ik mijn toelating om op weekend te mogen vertrekken bovenaan een touw moeten gaan halen. Dat was hard, maar het is gelukt.
Hoe verliep de rest van je carrière in het leger?
Ik heb bijna mijn hele loopbaan gerealiseerd in het onderhoud en het beheer van vliegtuigen en helikopters. Daar heb ik alle verantwoordelijkheidsniveaus doorlopen tot het niveau van groepscommandant, waarbij men zo’n zeven- à achthonderd mensen aanstuurt. Zo was ik een tijd verantwoordelijk voor het niet-geplande onderhoud van F-16-vliegtuigen in Kleine Brogel. Soms gingen we mee op buitenlandse oefeningen om de vliegtuigen daar ter plaatse te herstellen.
Heb je ooit in een oorlogssituatie of tijdens een hulpmissie moeten opereren?
Ik heb deelgenomen aan de eerste buitenlandse operatie van de F-16, eind 1996-begin 1997. Dat was in de nasleep van de burgeroorlog in ex-Joegoslavië. Maar die vliegtuigen vertrokken niet uit een oorlogszone, wij waren gehuisvest in Villafranca in Italië. Je voelt wel dat de motivatie van de technici op zulke missies heel hoog is. Je doet extra je best om zo’n vliegtuig snel te herstellen. Eenzelfde motivatie heb ik later vastgesteld in Koksijde, bij de Search and Rescue opdrachten met de Sea King helikopters. Dan hebben mensen maar een half woord nodig om te begrijpen wat er moet gebeuren.
An-Roos De Potter
°1970
1988-1993: studies polytechniek aan de Koninklijke Militaire School (KMS);
leidde teams die instonden voor onderhoud en het beheer van vliegtuigen en helikopters in Kleine Brogel, Koksijde, Bevekom en Evere
2014-2015: opleiding Ecole de Guerre Paris
2021-2024: chef technisch en administratief secretariaat van het kabinet van Defensie
2023: benoemd tot generaal
2024: commandant van de KMS en commandant der Scholen
Privé: getrouwd en moeder van 2 kinderen
Sinds september 2024 ben je rector aan de KMS.
Toen ik in 2023 generaal werd, was dat onmiddellijk met de precisering dat ik commandant van de KMS zou worden. Dat lag met mijn technische achtergrond misschien niet meteen op mijn pad. Anderzijds is het natuurlijk ook vooral een team aansturen en dat is iets wat ik al mijn hele loopbaan gedaan heb.
Welke accenten leg je als rector?
De KMS is een nogal stabiel instituut. De multidisciplinaire aanpak – met een academische, militaire en sportieve vorming en de nadruk op persoonlijkheidsontwikkeling – dateert al van bij de oprichting in 1834. Dat is een succes, dus dat gaan we niet veranderen. Natuurlijk moeten we onze vormingen actueel houden en onze studenten met de nieuwste technologieën laten kennismaken. Dat gaat dan over AI, cyberveiligheid, drones …
Welke capaciteiten moet een goede leider in het leger hebben?
Ons leiderschapsmodel is gebaseerd op wat wij omschrijven als ‘be, know, do’. Je moet jezelf kennen, weten waar je mee bezig bent en die competenties toepassen. Voor mij persoonlijk betekent leiderschap dat je je moet kunnen aanpassen aan de omstandigheden. Je moet beslissingen kunnen nemen, maar ook luisteren naar de mensen rondom je en goed kunnen samenwerken. En vooral altijd een voorbeeld zijn. Dat vind ik bijzonder belangrijk. Dat wil niet zeggen dat je geen fouten mag maken. Fouten maken is menselijk. Het gaat om je gedrag. Ik heb redelijk hoge verwachtingen van mijn medewerkers, maar ik ben ook streng voor mezelf.
Is er veel veranderd aan de opleiding sinds jij zelf studeerde aan de KMS?
Ik vind oprecht dat de studenten vandaag veel beter voorbereid zijn om leiding te geven. Ze krijgen doorheen hun traject steeds meer verantwoordelijkheden. We stimuleren hen ook om zich in te zetten voor het goede doel. Vorig jaar hebben ze 52.000 euro opgehaald met allerhande activiteiten ten voordele van onderzoek naar pancreaskanker. Op die manier leren ze zaken organiseren.
Ze worden ook voorbereid op rusticiteit. Zo gaan ze onder andere op winterkamp naar Marokko waar ze tien dagen in heel rudimentaire omstandigheden leven, in tenten met quasi geen comfort. Ze moeten weten hoe het is om in moeilijke omstandigheden te werken.
Veranderen de huidige spanningen op wereldvlak iets aan de werking van de militaire school?
Aan de werking van de school an sich niet. Wij proberen wel mee te werken aan de groei van Defensie en bereiden ons dus voor om iets meer leerlingen toe te laten tot onze opleidingen. Er is alleszins voldoende interesse.
Jarenlang werd er minder geïnvesteerd in Defensie. Nu weten jongeren dat er nieuw materieel komt: ze zullen kunnen werken met de nieuwe vliegtuigen, nieuwe mijnenjagers, nieuwe gevechtsvoertuigen ... In zekere zin hebben ze geluk dat we nu in deze fase zitten. Al is dat goed en niet goed, natuurlijk ...
Je zei naar aanleiding van de opendeurdag van de KMS dat we eigenlijk al niet meer in vredestijd zijn. Wat bedoel je daarmee?
Het is niet zo dat hier morgen vijandelijke tanks binnenrollen, maar we spreken van hybride oorlogsvoering met buitenlandse beïnvloeding, cyberaanvallen … Er zijn signalen dat zulke zaken ook in ons land gaande zijn. In het Frans zegt men ‘Il faut gagner la guerre avant la guerre’. Je moet voorbereid zijn om een zeker afschrikkingseffect te hebben, in de hoop dat je je capaciteiten nooit moet gebruiken.
Je bent de tweede vrouw aan het hoofd van de KMS. Je voorganger, Lutgardis Claes, vond het heel belangrijk om meer vrouwen naar het leger te halen. Is dat ook jouw ambitie?
Hier in de KMS hebben we al een mooi cijfer. Bijna 25% van de studenten zijn vrouwen. Het globale cijfer in Defensie is 12%, dus daar is wel nog ruimte voor verbetering. Dan spreken we over onderofficieren, vrijwilligers … Dat begint bij de rekrutering en daar heb ik zelf weinig vat op. Waar ik wel over kan waken is dat de militaire scholen waar zij les krijgen, en waar ik als commandant der Scholen ook verantwoordelijk voor ben, dezelfde normen en waarden hanteren als de KMS.
Merk je dat vrouwen sneller uit het leger stappen?
Daar heb ik geen cijfers van, maar ik heb niet het gevoel dat er meer vrouwen vertrekken dan mannen. De vrouw met wie ik mijn studies ben begonnen, zit ook nog steeds in het leger.
Is het makkelijk te combineren met een gezin?
Mijn echtgenoot zit ook bij Defensie. En wij hebben twee kinderen van 25 en 23 jaar. We hebben wel wat moeten schipperen om alles geregeld te krijgen. Mijn man is bij de Marine en ik stond er soms enkele maanden alleen voor. Ik had gelukkig mijn familie waarop ik kon terugvallen als het echt nodig was. Ik heb ook het geluk gehad dat mijn kinderen nooit zwaar ziek geweest zijn. Dat is belangrijk voor eender welke loopbaan. In een andere situatie maak je misschien andere keuzes.
Maar ook op dat vlak is er veel veranderd tegenover dertig jaar geleden. Zo is het in bepaalde ondersteunende functies mogelijk om eens een dag thuis te werken.
Waar houd jij je graag mee bezig als je geen uniform draagt?
Ik hou van reizen. Van het voorbereiden tot de reis zelf. We hebben veel verschillende landen bezocht met het gezin. Dat zijn kostbare momenten die me altijd zullen bijblijven. In de rush van de werkweek zie je soms niet hoe je kinderen evolueren. Op reis heb je tijd voor elkaar. We hebben ook bewust een aantal verre reizen gemaakt om hen andere culturen te laten ontdekken in de hoop hen te laten uitgroeien tot verdraagzame personen. En dat is wel gelukt, denk ik. •
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier