De wet staat euthanasie alleen toe bij patiënten die wilsbekwaam zijn of volledig bewusteloos zijn. © Getty Images

Moet euthanasie toegankelijker worden wanneer de patiënt niet meer zelf kan beslissen?

Mailys Chavagne Journaliste

Het huidige wettelijke kader inzake euthanasie vertoont volgens het Comité voor Bio-ethiek een belangrijke leemte. Het Comité stelt voor om de regeling uit te breiden naar personen die bij bewustzijn zijn, maar lijden aan neurologische aandoeningen (dementie, beroerte, enz.).

In 2024 kozen 56 mensen met dementie in België voor euthanasie. Een laag, maar veelzeggend cijfer. Voor veel patiënten creëert de wet namelijk een blinde vlek: wanneer het vermogen om te beslissen verdwijnt, wordt het recht op euthanasie vrijwel ontoegankelijk. Daarom stelt het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek voor om de wet te wijzigen en voorafgaande verklaringen voor euthanasie in geval van dementie toe te staan.

Wat zegt de huidige wetgeving over euthanasie?

Momenteel kan euthanasie slechts via twee wegen worden aangevraagd:

  • Het huidige verzoek; geformuleerd door een patiënt die wilsbekwaam is en zijn of haar wil kan bevestigen.
  • De voorafgaande verklaring; op basis waarvan euthanasie alleen mag worden uitgevoerd als de patiënt een ernstige en ongeneeslijke aandoening heeft, bewusteloos is en zijn of haar toestand onomkeerbaar is.

Met andere woorden, de wet staat euthanasie alleen toe voor patiënten die wilsbekwaam zijn of volledig bewusteloos zijn. Mensen die hun beslissingsvermogen hebben verloren maar nog steeds bij bewustzijn zijn, vallen dus buiten de boot.

Daarom kiezen sommige patiënten met degeneratieve ziekten, zoals dementie, ervoor om euthanasie aan te vragen in een relatief vroeg stadium van hun ziekte, terwijl ze nog in staat zijn om zelf beslissingen te nemen. Dit doen ze uit angst dat hun verzoek later wordt afgewezen.

Een ‘uitgebreide’ voorafgaande verklaring

Het Comité beveelt unaniem aan om het wettelijk kader te wijzigen om een ‘uitgebreide voorafgaande verklaring’ mogelijk te maken. Het beschouwt de situatie namelijk als onrechtvaardig voor patiënten die, ondanks hun ziekte en lijden, euthanasie kan worden geweigerd vanwege de gevolgen van de ziekte zelf.

Deze voorafgaande verklaring zou dus van toepassing zijn op personen wiens vermogen om te beslissen en hun wil te uiten onherroepelijk is aangetast als gevolg van een ongeval of een ziekte. Er moet echter worden benadrukt dat het uitdaging kan zijn om de wil van de patiënt te interpreteren.

Om zijn voorstel kracht bij te zetten, stelt het Comité dan ook voor om de voorafgaande verklaring van de patiënt te behandelen als een ‘drievoudige veronderstelling’ op het moment dat de persoon niet meer in staat is om zijn wens kenbaar te maken:

het aanhoudende karakter van de aanvraag: vrijwillig, weloverwogen en zonder druk geformuleerd.

– het complexe lijden dat gepaard gaat met het verlies van autonomie.

– de ondraaglijke aard van de situatie wanneer specifieke drempelwaarden, die vooraf door de patiënt zijn vastgesteld, worden bereikt.

Het Comité benadrukt tevens het belang van een zeer gedetailleerde verklaring, om de patiënt te beschermen en de arts te ondersteunen. Voorafgaande zorgplanning dient hierin opgenomen te worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise

Commerciële boodschap