Kenniscentrum voor Gezondheidszorg vaardigt richtlijn uit voor doorligwonden
In België krijgt 12 procent van de ziekenhuispatiënten te maken met doorligwonden. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft voor het eerst een richtlijn opgesteld voor zorgverleners over doorligwonden.
Het KCE verricht sinds zijn oprichting in 2002 beleidsondersteunend onderzoek in de sector van de gezondheidszorg en de ziekteverzekering. Voor het onderzoek naar voorkoming van doorligwonden werkte het KCE samen met UGent, KU Leuven, de Belgische wondzorgverenigingen en CIPIQ-S (Collaboration Internationale des Praticiens et Intervenants en Qualité) en – een primeur – met het vermaarde Britse National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE).
Doorligwonden ontstaan vooral op de hielen en de stuit. Het zijn de lichaamsdelen waarop het meeste druk wordt uitgeoefend als een patiënt lang zit of ligt. De ernst van de letsels gaat van roodheid van de huid die niet verdwijnt als erop wordt gedrukt, tot het afsterven van weefsel en bot.
De onderzoekers concluderen dat doorligwonden best worden voorkomen door een combinatie van maatregelen: de patiënt regelmatig wisselen van houding, het gebruik van drukspreidende materialen, zoals speciale matrassen, en het vermijden van harde huidmassages.
Bovendien wordt de preventie best op maat van elke patiënt georganiseerd. De aanpak moet ook regelmatig opnieuw bekeken worden.
Deze richtlijn is ook aanleiding voor een nieuwe bewustmakingscampagne bij de betrokken zorgverleners. Ze wordt ook best opgenomen in procedures voor dagelijks gebruik en in opleidingen voor zorgverleners. De richtlijn voor preventie zal medio 2013 worden aangevuld met een richtlijn voor de behandeling van doorligwonden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier