© FRANK BAHNMULLER

Herman Koch: ‘Ik geniet het meest van eenvoudige dingen’

De Nederlandse successchrijver Herman Koch (67) heeft een nieuwe roman uit. In ‘Een film met Sophia’ laat hij ons in het hoofd kruipen van een oudere regisseur die gefascineerd raakt door een tienermeisje, Sophia. Een heikel thema.

We ontmoeten Koch, die in 2009 wereldberoemd werd met de bestseller Het Diner, in zijn gemoedelijke buitenhuis in Zeeland. Hier verblijft hij met vrouw en zoon als zijn woonplaats Amsterdam te druk wordt. Hij houdt van mijmeren met uitzicht op de polders. Zijn nieuwe roman speelt zich evenwel af in de ‘verdorven’ filmwereld.

Je hoofdpersonage is een regisseur van eind de 60 met een fascinatie voor een 17-jarig meisje. Ik werd er als lezer een beetje ongemakkelijk van.

Je ongemakkelijk voelen bij het lezen is precies wat ik voor ogen had. Ik wilde een boek schrijven over een regisseur of modefotograaf, een man met zo’n typisch voyeurberoep die schaamteloos vrouwen kan bekijken. Want hij kijkt tenslotte beroepsmatig door de lens en dus neemt niemand er aanstoot aan. Die machtspositie heeft mij altijd gefascineerd.

De aankondiging van het boek heeft het over vaderlijke liefde. Vaderlijk lijkt het mij niet.

Nee, dat is wat hij zichzelf voorhoudt. Stanley Forbes, zo heet hij, vindt dat het meisje geen goeie vader heeft, zo’n egocentrische man die enkel met zichzelf bezig is. Hij wil ervoor zorgen dat Sophia niet in verkeerde handen valt, in aanraking komt met écht foute mannen. Want dat vindt hij van zichzelf niet. Daar knelt het natuurlijk.

In deze MeTootijd een heikel thema?

Ik wou geen MeTooboek maken. Niet omdat ik dat niet serieus neem, maar omdat het nogal modieus is, te makkelijk zou zijn. Het is géén Harvey Weinstein-verhaal. Deze hoofdpersoon, die weliswaar niet erg sympathiek is, doet dat soort dingen niet. Hij zoekt een manier om dicht bij het meisje te zijn, maar probeert wel uit alle macht afstand te houden, te voorkomen dat hij iets verkeerds doet. Het broeit onderhuids natuurlijk wel. Dat is ook de suspense doorheen het hele verhaal: wat gaat er gebeuren, gaat deze man over de schreef?

Je kiest wel vaker hoofdpersonages die niet helemaal oké zijn.

Ik hou van onbetrouwbare vertellers. De hoofdfiguur in dit boek vertelt ons nooit alles. Hij ziet een meisje en denkt, als zij op het witte doek komt, wordt ze een internationale ster... Vanaf het begin voel je: man, wat je ons voorschotelt, klopt niet. Je bent gewoon gefascineerd door een tienermeisje. Maar door jouw beroep kan je haar beloven dat je haar beroemd zult maken. Er zijn genoeg zulke gevallen bekend. Roman Polanski maakte foto’s van een 13-jarig meisje in een jacuzzi met de belofte dat ze een model in Vogue zou worden.

Had je hem in gedachten bij het schrijven?

Nee, ik had eigenlijk – zonder dat het een satire is – de Nederlandse regisseur Paul Verhoeven voor ogen (o.a. bekend van Basic Instinct). Hij is naar Hollywood vertrokken omdat hij Nederland te beperkt vond. Net als Stanley Forbes keert hij nog één keer terug om een film te draaien in zijn geboorteland.

Acteurs en de filmwereld worden genadeloos gefileerd. Is dat jouw persoonlijke visie?

Ik heb effectief een afkeer van het Nederlandse acteren. Ik heb écht het gevoel dat Nederlanders niet kunnen acteren, al zijn er natuurlijk uitzonderingen. Men doet hier vaak gewichtig over onze filmindustrie. Maar de Nederlandse film is helemaal niets in het buitenland! Ik heb een vage theorie dat de Nederlandse directheid daarmee te maken heeft. We zijn kampioen in het geven van onbeschofte opmerkingen onder het mom van directheid. In andere landen leren mensen een rol te spelen, omgangsvormen zijn voor een stuk acteren. Een Nederlander acteert niet in het dagelijkse leven. Hij is gewoon zichzelf en is daar soms ook berucht voor.

Zelf ben je naar verluidt on-Nederlands verlegen.

Dat klopt. Ik heb er mee leren omgaan, maar helemaal weg is het nooit. Op school was ik écht verlegen. Tot ik op een bepaald moment merkte dat ik een talent had om grappig uit de hoek te komen. Vanaf dan werd ik niet meer gezien als dat stille jongetje. Plots sloeg ik zelfs door naar veel te luidruchtig, werd van school gestuurd. Maar af en toe val ik ook nu nog terug in die verlegenheid. Ik word altijd nerveus als ik naar een praatprogramma op televisie moet. Dat was voor mij een voordeel tijdens de pandemie: geen grote bijeenkomsten en presentaties. Ik voelde mij terug een beetje een debutant, die in het geheim aan het schrijven was. Ik ben niet asociaal, ik vind het leuk mensen te spreken, maar maximum vier. Van zodra het er meer zijn, wordt het mij teveel. Op officiële gelegenheden denk ik vaak: hoe kom ik hier weg? Af en toe heb ik dat wel eens gedaan, ongemerkt wegglippen na een half uur.

Nederlanders kunnen echt niet acteren. Ze zijn te direct.

Eigenlijk heb je best veel gemeen met Stanley Forbes.

Het boek begint wanneer hij op de bank ligt en een etentje afzegt. Dat zou ik ook kunnen zijn. De toon waarop hij vertelt en de afkeer voor het Nederlandse acteren, dat ben ik. Maar ik ben géén Stanley Forbes die 17-jarige meisjes beroemd wil maken! Dat wil ik toch even voor de duidelijkheid stellen.

Hij heeft ook alles gehad en gezien – is dat iets van jezelf?

Toch wel. Soms zie je tachtigplussers wereldreizen maken. Dat soort onrust heb ik niet. Ik geniet ’s avonds liefst van een serie, een boek, het voetbal of een paar mensen zien. Eigenlijk vind ik dat genoeg. Het maakt mij gelukkiger dan een reis naar Japan. Het is niet zo dat ik de wereld de rug toe keer. Ik haal gewoon meer plezier uit eenvoudige dingen. Elke ochtend schrijven is voor mij het belangrijkste. Dat vind ik erg prettig en daar voel ik geen enkele druk bij. Of uit eten gaan met mijn vrouw en mijn zoon. Wat heerlijk dat we dat kunnen doen! In mijn boek heb ik het ook over het zinloze van verre reizen. Soms heb ik moeite met de onnadenkendheid waarmee mensen dat doen. Ik heb zelf wel veel gereisd toen ik jong was. En nu reis is vaak naar landen waar mijn boeken vertaald werden. Soms wonen we een tijdje in Barcelona omdat mijn vrouw daar vandaan komt. Maar al bij al heb ik er toch veel minder behoefte aan.

Zit een verhaal helemaal in je hoofd wanneer je aan een boek begint?

Nooit. Het moet voor mij ook spannend blijven. En dus heb ik vooraf geen schema met een begin en einde. Hoe minder planning, hoe meer plezier ik er zelf uit haal. Het verhaal groeit dag na dag. Natuurlijk denk ik wel een beetje vooruit, maar toch zo min mogelijk.

Wanneer wist je dat je schrijver wilde worden?

Als kind voelde ik al dat ik goed was in verhalen vertellen. Wanneer ik van school kwam en mijn ouders vroegen hoe het geweest was, dacht ik: hey, ik kan iets verzinnen. Zo ontdekte ik dat ik kon overtuigen met verzonnen dingen. Ik vond het op de basisschool leuk om opstellen te schrijven. En op de middelbare school begon het idee te groeien dat dit misschien mijn beroep kon worden. Maar ik heb ook veel omwegen moeten nemen.

Een internationale doorbraak kwam er pas in 2009 met Het Diner, toen je al in de 50 was.

Dat was best laat ja. Ik was ook al een dertiger toen ik mijn debuut maakte. Het was zeker niet zo dat daarvoor mijn boeken in de opslag bleven staan, het ging allemaal wel best. Maar toen was er plots die boom van 2009. Mijn eerste gedachte toen ik de oplage van Het Diner zag, was: nu kan ik jaren zorgeloos doorschrijven! Plots was er die luxe om geen andere opdrachten meer te moeten aannemen. Ik hoefde niet meteen een nieuwe auto of groot huis. Hoewel, ik merkte toch dat er iets materialistisch bij me insloop en ik begon te denken: hmm als er toch zoveel geld op de bank staat, waarom zou ik dan eens niet een leuke auto kopen?

Hoe verklaar je dat uitgerekend Het Diner zo’n grote impact had?

Ik weet het niet. Ik had bij al mijn boeken het gevoel dat het best wel eens een doorbraak kon worden. Bij Het Diner kwamen wellicht gewoon een aantal snaren bij mekaar. Ik dacht dat het vooral zou gelezen worden door bezorgde ouders. Maar toen bleek het ook een groot succes bij jongeren, die wel eens over die verknipte ouders wilden lezen. Misschien was het ook een dosis geluk.

Vind je het zelf ook je beste?

Zelf vind ik nog altijd mijn debuut, Red Ons, Maria Montanelli, het beste boek. Alles viel daarin perfect samen. En toen was ik nog een anonieme schrijver. Maar misschien komt er binnenkort toch weer een ander uit waarvan ik denk: dit is beter.

Een film met Sophia – Herman Koch – Ambo|Anthos – 22,99 euro – isbn 9789026353048 – amboanthos.nl

HERMAN KOCH

°Arnhem 5/9/1953

Groeit op in Amsterdam, studeert Russisch, werkt op een boerderij in Finland, vertaalt detectives.

TV

1990 tot 2005 maker VPRO-programma Jiskefet

ROMANS

Debuteert met Red ons, Maria Montanelli (1989). Daarna o.a. Eten met Emma, Odessa Star, Denken aan Bruce Kennedy. Het Diner (2009) haalt 2,5 miljoen exemplaren, in 42 talen en 55 landen. Verder Zomerhuis met zwembad, Geachte heer M, De Greppel, Finse Dagen, Een film met Sophia (2021)

PRIVÉ

Gehuwd met Amalia de Tena, vader van Pablo.

Partner Content