Met de motor langs de Hagelandse wijn

Tot half oktober worden de druiven geplukt in de wijngaarden van het Hageland tussen Leuven, Aarschot, Diest en Tienen. Enthousiaste wijnbouwers maakten van deze regio de meest noordelijk gelegen, erkende wijnstreek van Europa.

Het is nog vroeg in de morgen. Laag licht schampt over het dorpsplein van Werchter en zet de bovenverdiepingen van de huizen in een gouden gloed. Ik start mijn motor en in een rechte streep (op de kaart welteverstaan) schuif ik op in oostelijke richting. Op het dorpsplein van Wezemaal zet ik de motor aan de kant en loop het Bezoekerscentrum van de Hagelandse Wijn binnen, dat in een negentiende-eeuws neogotisch gebouw is ondergebracht. Ik vind er een brochure over Hagelandse wijnbouw, wandel- en fietstips en een lijst met 20 (semi)professionele wijnboeren.

200 jaar wijn

Een wandeling tussen de wijngaarden? De man achter de balie raadt me de Wijngaardbergwandeling aan. Die is normaal 8 km lang (in te korten tot 3 km), maar ik kies voor de motor. Een handvol minuten later sta ik boven op een zuidhelling voor een manshoge muur, opgetrokken uit ijzerzandsteen. Deze ‘wijnmuur’ is anderhalve kilometer lang en werd zo’n 200 jaar geleden gebouwd om de wijnranken te beschermen tegen gure noordenwinden. Sinds 1995 is het een beschermd monument. Een bewijs dat de wijnbouw hier niet een recente bevlieging is....

Ik rijd nu verder pal zuiden. Via Leuven gaat het naar het Meerdaalwoud in Oud-Heverlee. Tegen de flanken van het bos strekt zich de wijngaard Chardonnay Meerdael uit. Wijnboer Paul Vleminckx heeft er 60.000 wijnstokken van de chardonnaydruif neergepoot. Ze brengen een mousserende wijn voort die al vaak in de prijzen is gevallen. De productie gebeurt met de nieuwste technologie. Na de machinale oogst worden de druiven geperst door een computergestuurde membraanpers.

Wiegen tussen plooien

De tocht gaat verder over langgerekte stukken beton die door het golvende landschap klieven. Ik rijd door Bierbeek en Boutersem en via Pellenberg zet ik koers naar het noorden.

In Pellenberg, bevind ik me dik honderd meter boven de zeespiegel. Toen de zee wegtrok bleven de zandbanken over en die zijn dan verhard tot ijzerzandsteen. Een reliëf als een fraaie plooienval, waarin lange heuvelruggen (de vroegere zandbanken) en valleien elkaar in een elegant ritme afwisselen. Langs secundaire wegen wieg ik mee met de grillen van dit golvende landschap. Nergens mag je meer dan 70 km per uur bollen.

In Linden stop ik aan het wijndomein van de beroemde kok Frank Fol. Zijn vader Maurice was in 1973 één van de pioniers in de heropbloei van de Hagelandse wijnproductie. Vader en zoon werken nu samen in Domein Tempelberg. In hun wijngaard gedijen vier druivenrassen waarvan ze wijn maken onder de naam Lindener. Met daarbovenop nog een verrassing – een slaapmutsje dat Flo heet. Een brandewijn (40 % alcoholvolume) die 3 jaar heeft gerijpt op eiken vaten.

Belgiës grootste wijndorp

Ik schuif op naar het centrum van het Hageland. In een handomdraai kruis ik Holsbeek en zet dan koers naar Sint-Pieters-Rode. Ik kom bij het kasteel van Horst uit de 12de eeuw, omgeven door een slotgracht en bekend als “de burcht van de Rode Ridder”.

Na dit middeleeuwse prachtstuk rijd ik in één ruk naar Houwaart. Dit dorp telt het hoogste aantal wijngaarden van België. Op de zuidhellingen achter de dorpskom staan duizenden druivenstokken strak in het gelid. Mijn motor valt stil langs wijngaard Den Houwaart.

Wijnboer Joeri Röttger heeft er pinot noir-, dornfelder- en rivanerdruiven aangeplant. De oudste wijnstokken gaan al terug tot 1974. Proeven kan ook, want in het naburige Sint-Joris-Winge heeft hij een wijnbar geopend. Daar rond ik mijn wijntoer af met een glas Cuvée Jul Barrique, een rode wijn die gerijpt is op Amerikaanse eiken vaten en zou passen bij een herfstige wildschotel. Géén Barolo, géén Pomerol, maar een Hagelander!

Tekst en foto’s: Erwin Kennis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content