Nieuwe tekenziekte gespot

Teken zijn berucht als drager van een bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Maar diezelfde schapenteken kunnen ook besmet zijn met het TBE- virus, dat tot hersen(vlies)-ontsteking kan leiden.

In Oost- en Centraal-Europa en delen van Scandinavië circuleren teken die besmet zijn met het TBE-virus (tick borne encephalitis) al geruime tijd. De jongste jaren breidt dit gebied uit. Recent raakten ook in ons land voor het eerst drie mensen besmet met tekenencefalitis na een beet van een schapenteek.

“Teken die besmet zijn dragen het TBE-virus bovendien meteen bij de beet over”, benadrukt infectioloog dr. Ula Maniewski-Kelner (Instituut Tropische Geneeskunde, ITG). “Maar tegen tekenencefalitis bestaat wel een efficiënt vaccin, dat momenteel zeer sterk wordt aanbevolen voor wie op vakantie vertrekt richting Centraal- en Oost-Europa of Scandinavië. In ons land is die vaccinatie momenteel niet aan de orde.”

TBE kent soms een ernstig ziekteverloop. “In een eerste fase zorgt het virus vooral voor koorts, vermoeidheid en griepachtige symptomen, maar het kan ook klachtenvrij verlopen. Na een symptoomvrije periode treden er bij ongeveer één op de drie mensen toch neurologische klachten op. Afhankelijk van het type virus en de immuniteit kunnen die variëren van een meningitis tot een hersenontsteking.”

Lyme

Om de bacterie over te brengen die Lyme veroorzaakt, moet de teek 12 tot 24 uur op je huid zitten en bloed zuigen. “In Europa tekent zich enkele weken tot drie maanden na zo’n besmetting (meestal) een kenmerkende rode kring op de huid af, die kan gepaard gaan met koorts, gewrichts- en spierpijn. Als je zo’n kring opmerkt, moet je met-een naar de dokter.”

Teken gedijen het best in een vochtig klimaat, daarom is het vooral uitkijken tijdens de lente en herfst en iets minder tijdens een warme, droge zomer. Entomoloog Wim Van Bortel (ITG): “In bos- en natuurgebieden kan de bezettingsgraad van geïnfecteerde teken lokaal oplopen tot 20%. Zij hebben nood aan bloed van mensen of dieren zoals honden, katten, knaagdieren, hagedissen... voor hun ontwikkeling.”