© getty images

Oost west, leeg nest

Het moment waarop de kinderen het ouderlijke huis verlaten wordt zelden nog gevierd met een huwelijk. Maar ook al zit je als ouder niet langer plotsklaps met een leeg nest, ingrijpend is het wel.

Het is ingewikkeld. Dat vat vandaag zo’n beetje de relatiestatus tussen ouders en hun jongvolwassen kinderen samen. Waar vroeger het huwelijk een duidelijke grens vormde tussen een vol nest en een leeg nest, staat vandaag nog zelden zwart op wit geschreven wanneer je kind het ouderlijke huis verliet. Was dat toen zoonlief op kot ging? Toen de dochter ging samenwonen met enkele vriendinnen? Of toen ze op wereldreis vertrok? En telt dat jaar dat de zoon met zijn ex-lief samenwoonde en na de breuk even terug thuis kwam wonen om op adem te komen?

“Het is interessant om te zien hoe het concept leeg nest is geëvolueerd de voorbije decennia”, zegt Karen Van den Broeck, relatiecoach en auteur van het boek ‘Het lege nest. De relatiecoach biedt inzichten en kansen’. “Toen ik 30 jaar geleden sociologie studeerde, was het een nieuwe fase in het leven van een koppel: je kinderen waren het huis uit en jij ging verder met je partner. Nu heb je ouders die langer leven en waarvoor je op dat moment vaak de zorg opneemt. De samenstelling van het gezin is veranderd, de kinderen gaan cohousen, ze komen tijdelijk weer thuis wonen,... Toch zijn ze op een bepaald moment echt het huis uit.”

It’s the economy, stupid

Het moment dat jongvolwassenen het huis verlaten, schuift altijd op. Door corona en de huidige economische crisis lijken kinderen nog langer onder moeders en/of vaders paraplu te willen toeven. De gemiddelde leeftijd waarop kinderen uit huis trekken ligt momenteel op 26,2 jaar (27 voor jongens, 25,4 voor meisjes). Dat is de officiële leeftijd waarop jongeren van domicilie veranderen en zegt dus niets over de eventuele jaren dat ze al elders woonden, maar wel nog thuis gedomicilieerd waren. Ter vergelijking: in 2000 was de gemiddelde leeftijd 24,4 jaar.

“De belangrijkste reden voor dat uitstel heeft met de toegenomen scholing te maken. Jongeren studeren langer en worden daarom ook later economisch zelfstandig”, aldus socioloog Dimitri Mortelmans van de UAntwerpen. “Economisch onafhankelijk zijn en dan voornamelijk een stabiele job hebben, is een heel belangrijke reden om wel of niet uit huis te gaan. Daarom zien we in onzekere tijden zoals de covidpandemie plots zo’n stijging van de leeftijd van het uit-huis-gaan. Ouders willen dat hun kinderen een goede start kunnen maken. Beide partijen willen absoluut vermijden dat die stap mislukt, want met hangende pootjes terug thuis moeten gaan wonen is het grootste horrorscenario.”

Oost west, leeg nest

Vandaar ook dat in Noord-Europa de leeftijd waarop kinderen het huis verlaten veel lager ligt (19 in Zweden). Jongeren kunnen er sneller een beroep doen op sociale uitkeringen die hen ondersteunen om onafhankelijk te blijven. In Zuid-Europa gaat het beleid er veelal vanuit dat de familie voor zo’n vangnet zorgt, met als gevolg dat, zoals in Portugal bijvoorbeeld, de leeftijd oploopt tot 33,6 jaar.

Dat kinderen zo laat het huis verlaten, kan wel tot problemen leiden, ervaart Karen Van den Broeck. “Ik zie steeds vaker dat kinderen noodgedwongen blijven inwonen bij hun ouders of schoonouders omdat ze financieel nog niet voldoende sterk staan. Vaak duurt dat langer dan verwacht en ontstaan er spanningen. Enerzijds zijn de kinderen dankbaar dat ze thuis mogen blijven wonen, anderzijds oefenen ouders, omdat ze zo dicht op elkaar wonen, meer invloed uit op de beslissingen van hun kinderen.”

Symmetrische relatie

“Op een bepaald moment moet je als ouder afstand nemen van je zorgende rol en moeten kinderen zelf verantwoordelijkheid nemen. Je moet evolueren naar een symmetrische relatie. Maar je kan pas een andere rol innemen door afstand te nemen van elkaar.” Kinderen moeten zelf de touwtjes in handen nemen, en krijgen. Dat is misschien wel het moeilijkste aspect aan de legenestfase, want als ouder wil je hen behoeden voor foute beslissingen. Ga dus niet voor hen op zoek naar een woning, maar geef advies als ze je erom vragen.

“Jij mag nog veel zeggen, maar de kinderen moeten de beslissing nemen. De eindverantwoordelijkheid ligt niet meer bij de ouders”, vat Karen Van den Broeck samen. Wat niet wil zeggen dat je als ouder die hele transitie zomaar moet ondergaan. “Het is niet omdat je kinderen het huis uit zijn dat jullie geen band meer hebben. Het gaat om anders connecteren. En verbinding creëren is ook afspraken maken. Vraag je af hoe jullie het liefst verbonden willen blijven en maak daar afspraken rond. Je kan je kind gerust vragen om minstens één keer in de week contact op te nemen. Je mag daarover onderhandelen.”

Op maat

En die onderhandelingen zullen in elk gezin anders verlopen en tot andere afspraken leiden. In eenoudergezinnen kunnen sommige kinderen het moeilijker hebben om hun ouder los te laten uit schuldgevoel dat ze dan alleen achterblijven. In nieuw samengestelde gezinnen ervaart de ene partner misschien al een legenestgevoel, terwijl de andere nog volop in de clinch ligt met zijn pubers.

“Ondanks al die verschillen, is het opvallend dat het kerngezin maatschappelijk nog altijd als de norm wordt gezien. En dat veel mensen het er soms moeilijk mee hebben dat het bij hen niet gelukt is. Ze voelen zich gefaald als ze niet aan die norm beantwoorden. Dat is bijzonder jammer. De samenstelling van gezinnen is sterk geëvolueerd. De verschillen maken het juist interessant om te zien hoe meervoudig ouderschap in onze samenleving een plaats krijgt. De ouderrol wordt niet enkel en alleen meer opgenomen door de biologische ouders. Het belangrijkste is dat ouders en kinderen een nieuw evenwicht vinden als ze uit huis gaan.”

Oost west, leeg nest
© wim kempenaers

Sandra overwon haar verdriet met karate

“Ik woonde in België, maar werkte in Nederland toen ik zwanger werd van mijn dochter. Die afstand was moeilijk te overbruggen met een kind in huis. Omdat ik zo graag mama was en we het financieel aankonden, besloten we dat ik fulltime mama zou worden. Ik genoot daar enorm van. Ik zat in het jeugdbestuur van de golf, was manager van hun hockeyclub, ... Alles om betrokken te zijn bij de kinderen. Maar toen ging mijn dochter studeren. In Nederland, dan nog wel. We hadden een hele goede band en praatten altijd gezellig als ze van school kwam. Toen zij weg was, stortte ik me op mijn zoon. Maar die is helemaal anders en vond dat heel lastig. Op een dag zei hij me: get a live! Ik was zo verdrietig want ik wilde helemaal niets anders dan moeder zijn. Ik had het gevoel dat ik niet meer nodig was. Ik regelde alles en loste alles op voor mijn kinderen.

Op een dag stelde een groepje vriendinnen voor om mee te gaan naar een initiatie karate. Ik heb vroeger op hoog niveau karate gedaan en wou eigenlijk niet mee gaan. Dat hoofdstuk had ik afgesloten. Maar ik liet me overtuigen en was meteen weer verkocht. Ik begon als een gek te trainen. Ik wilde mijn zwarte band terug halen en deelnemen het wereldkampioenschap voor 50-plussers. Dat was een bijzonder moment. Het hele gezin was meegereisd naar Tsjechië. En in plaats dat ik voor hun hockeywedstrijden supporterde, supporterden zij voor mij. Ik heb die wedstrijd gewonnen. Mijn kinderen waren zo trots op mij.

Onze relatie is veranderd, ze is evenwichtiger geworden. Zij zijn nu ook trots op wat ik doe. Ik heb nadien een sportschool voor weerbaarheid en zelfverdediging opgericht en ze steunen me daar voor honderd procent in. En ik los haast nooit meer iets voor hen op. Ze regelen alles zelf. Dat vind ik helemaal niet meer vervelend. Integendeel. Ik ben soms lastig als ze me vragen iets voor hen te doen. Ik kan me niet voorstellen dat ik vroeg zo anders dacht. Ze doen het prima en ik ben supertrots op hen.

Uiteindelijk is het verdriet om het lege nest, dankzij de karate en door het los te laten, vanzelf overgegaan – al steekt het soms nog de kop op. Ik heb geen spijt dat ik voltijds mama ben geweest. Maar ik denk niet dat ik klaar ben om voltijds grootmoeder te worden. Ooit dacht ik daar anders over. Maar de situatie is veranderd. Ik ben veranderd. Ik ben heel erg gegroeid. En ik ben blij dat ik niet in mijn verdriet ben blijven hangen.”

san-do.be

Oost west, leeg nest
© frank bahnmüller

Rozemie en Luc begonnen restaurant in de living

Luc: Het is een combinatie van een leeg nest en met pensioen gaan. We zijn een nieuw samengesteld gezin. Toen we elkaar leerden kennen woonden nog twee kinderen van Rozemie in. Enkele jaren voor ons pensioen, en voor de jongste het huis verliet, kregen we dit zot idee: als we de woonkamer van Rozemies huis, dat gebouwd werd op maat van een gezin met vier kinderen, nu eens inrichten als restaurant?

Rozemie: Hier was altijd veel leven in huis. De kinderen brachten vrienden mee en die bleven geregeld mee eten. Maar dan gaan ze een voor hun weg en begint het leeg te worden. Ik had het daar moeilijk mee. Alleen voor mijn man en mij eten maken, boeit me niet. Ik zorg graag voor anderen. Dat viel weg. Ik voelde me minder nuttig. In de zorg gaan werken, was geen optie. Dit restaurant doen we op ons eigen tempo.

Luc: Het is een sociaal restaurant met democratische prijzen en een traditionele keuken. We hebben veel vaste klanten die elke week terugkomen. Het mooiste compliment dat we kregen is van een alleenstaande meneer die zei dat hij precies weer bij zijn moeder was gaan eten. Het woonkamerrestaurant is een echt familiegebeuren. De schoonzoon is it-specialist en verzorgt onze website. Op zondagavond trekken we met de restjes van onze service naar hem om het menu voor de volgende week samen te stellen.

Rozemie: De kinderen komen nog graag naar huis. Ze komen niet zozeer als het restaurant open is, maar ik nodig hen vaak uit om overschotjes te komen eten. We hebben niets aangekocht voor de inrichting van het restaurant. We hebben alles gekregen of gerecupereerd van ons eigen ouderlijke huis. Dat is wel mooi. Ik kan hier rondlopen en zeggen: dat schilderijtje is van mijn moeder. In mijn eigen woonkamer zou ik niet zoveel decoratie gebruiken, maar in een restaurant kan dat wel.

Luc: De vier slaapkamers van de kinderen hebben we grotendeels zo gelaten. Eentje is nu het bureau, de andere worden vaak ingepalmd door de kleinkinderen. We hebben ook even een gezin van vijf Oekraïners opgevangen. Ze konden snel naar een noodwoning verhuizen, maar we hebben nog geregeld contact. En ze helpen ons nog met het stikken en strijken van de tafellakens voor het restaurant.

hetkiekenendenolifant.be

Marleen kreeg nog meer hobby’s

De oudste was al vroeg het huis uit. Ze wou op kot. Daarna ging ze samenwonen met haar vriend. Ik verhuisde naar haar kamer: mijn man snurkte en haar bed stond leeg. Ik sliep plots veel beter. De leegte van de oudste werd ingevuld door de vriend van de jongste die bij ons kwam wonen. Mijn man was intussen ziek. Ik werkte voltijds en door dat jonge koppeltje in huis was er altijd iemand om voor hem te zorgen. Niet lang nadat zij toch naar hun eigen huis verhuisden, overleed mijn echtgenoot. Het huis was plots heel leeg. Maar dat heb ik makkelijk kunnen vullen door de vrijgekomen kamers herin te richten. Ik werkte voltijds, had verschillende hobby’s, ging veel reizen, was actief in verschillende verenigingen. Ik had geen tijd voor een legenestgevoel. Bovendien ben ik graag alleen. Ik geniet van de stilte rondom mij. Ik ben nooit een moederkloek geweest. Door mijn onregelmatige werkuren waren de kinderen al vroeg zelfstandig. Ik heb me nooit zorgen gemaakt om hen, maar ze konden me wel altijd om raad vragen.

Gerlinde ging kleiner wonen

Het legenestgevoel was een emotionele rollercoaster, zeker als ouder van één kind. Ik was net gewend dat zijn vrienden en liefje zijn belangrijkste steunpilaren waren en dan volgde die nieuwe stap: mijn zoon ging samenwonen met zijn vriendin. Ik rook zijn aanwezigheid nog, zag zijn gewoontes nog helder voor mij en begon hem echt te missen. Naar die periode kon ik nooit meer terug. Ik werd wat melancholisch, begon fotoboeken te bekijken, ruimde zijn schoolboeken op om contact met vroeger te vinden. Onbewust weet je dat je niet mag blijven hangen in die tijd. Maar het besef dat die voorgoed weg is, overviel me echt. Toen ik zag dat hij het goed had met zijn vriendin, verdween het legenestgevoel en kwam er ruimte om te denken aan de toekomst van mijn man en mij.

Het was snel duidelijk dat we kleiner wilden gaan wonen: die vrijgekomen kamers moet je onderhouden en door gezondheidsproblemen kon ik moeilijk trappen doen. Bovendien waren mijn zoon en zijn vriendin op zoek naar een woning. Door de onze aan hen te verkopen, konden we hen een goeie start geven. En wij kochten een kleiner huis dat paste bij ons leven: een bungalow in een totaal andere buurt. Het was even wennen, maar we zijn allemaal tevreden met de beslissing. Kleiner wonen betekent niet aan comfort inboeten. En we zijn jong genoeg om hier iets nieuws uit te bouwen.

De jaren nadat mijn zoon het huis had verlaten, waren best stresserend. Maar ik vond het wel een avontuur. Die hele verhuizing gaf mij enorm veel energie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content