© Getty Images

Longkankerpatiënten botsen nog steeds op vooroordelen

De diagnose kanker is vandaag gelukkig al een poos uit de taboesfeer al geldt dat nog niet voor alle types. Zo stuiten longkankerpatiënten nog vaak op vooroordelen. Bijna 1 op de 3 Belgen beschouwt de ziekte als hun eigen fout want hij of zij zal wel gerookt hebben.

Patiëntenorganisatie PROLONG peilde bij zo’n 1000 Belgen naar hun mening over longkanker en kwam tot enkele opvallende bevindingen. Zo blijkt het gebrek aan kennis over de ziekte heel wat hardnekkige vooroordelen in de stand te houden. Zo’n 80 % van de Belgen geeft aan dat anderen snel een oordeel klaar hebben over longkanker en bijna 1 op de 3 gelooft dat de ziekte (deels) de schuld van de patiënt zelf is. “Het klopt dat roken het risico op longkanker enorm vergroot maar ook de factor pech speelt een rol. Met andere woorden: iedereen kan erdoor getroffen worden en wat de oorzaak ook mag zijn, niemand kiest ervoor om longkanker te krijgen. Patiënten hebben daarom je steun nodig en niet je oordeel”, benadrukt Johan Thibo, voorzitter van PROLONG. Om die boodschap kracht bij te zetten lanceren ze tijdens de maand november een sensibiliseringscampagne.

Genezen

Longkanker is een van de meest voorkomende kankers in ons land. Bij mannen staat het op het tweede en bij vrouwen op de derde plaats. Zo’n 9000 Belgen krijgen jaarlijks deze harde diagnose meegedeeld maar in tegenstelling tot borst- en dramkanker blijken de meeste Belgen weinig te weten over longkanker. Minder dan de helft is ervan op de hoogte dat longkanker al in heel wat gevallen te genezen valt. Zo overwint 1 op de 5 mannen en 1 op de 3 vrouwen longkanker en zijn tijdige diagnoses daarbij van levensbelang.

Door die gebrekkige kennis voelen heel wat mensen zich bovendien onzeker in hun omgang met mensen met longkanker. Ze weten niet hoe te reageren wanneer iemand in hun omgeving getroffen wordt. Maar liefst de helft zegt of doet helemaal niets uit angst om een fout te maken. Dat longkanker nog steeds in de taboesfeer zit, heeft natuurlijk invloed op de patiënten. Want zelfs al heb je gerookt, dan nog koos je er niet bewust voor om deze kanker te krijgen. Kristien (55) werd vijf jaar geleden voor het eerst met de ziekte geconfronteerd. Zij rookte sinds haar 14de en merkte regelmatig via de non-verbale communicatie van anderen dat er een oordeel klaar zat over haar. “Blikken die me zeiden ‘Gerookt zeker?’ En dan een ja-knik en gefronste wenkbrauwen. Mensen zeggen het dan wel niet expliciet maar toch voelde ik hun oordeel. Terwijl je wil antwoorden, ‘et alors?’ ”

Leo Stoops

Ook gewezen VRT-journalist Leo Stoops (70) kreeg op zijn 59ste de diagnose, op een moment dat hij al 40 jaar rookvrij door het leven ging. “Toch zei ik er telkens automatisch bij: ‘ik heb longkanker maar niet door te roken’. Ik had het gevoel dat ik me telkens moest verantwoorden tegenover anderen.” Stoops merkte dat zelfs op bij de arts die hem behandelde. “Na mijn diagnose, toen ik onderzocht werd om te zien of ik sterk genoeg was voor de operatie, vond ik de dokter heel afstandelijk. Toen ik terloops zei dat ik een niet-roker was, draaide hij helemaal om en begon hij te sympathiseren. Dus zelfs die dokter ging er van uit dat ik gerookt had.”

Dat neemt niet weg dat roken natuurlijk een belangrijke risicofactor vormt en dat ook PROLONG mensen sterk aanmoedigt om vooral te stoppen. “Rokers zijn wel voor een stuk verantwoordelijk dat ze hun risico op het krijgen van longkanker verhoogd hebben. Het maakt dus wel degelijk uit of je gerookt hebt of niet.”

Zo kan je wel steunen

Om het stigma dat vaak nog kleeft op long- en longvlieskanker te doorbreken, geeft PROLONG concrete tips om de empathie tegenover patiënten en naasten te bevorderen.

  1. Let op met je eigen oordeel
  2. Blijf de patiënt betrekken bij leuke activiteiten maar laat de beslissing om in te gaan op uitnodigingen bij de patiënt zelf.
  3. Behandel de patIënt op een normale manier
  4. Minimaliseer de klachten niet
  5. Laat de patiënt zich nuttig blijven voelen.
  6. Bied concrete hulp aan. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik bereid elke week warme maaltijden voor mijn gezin. Ik kan makkelijke extra porties maken die je kan invriezen.’
  7. Blijf vragen hoe het gaat met de patiënt en zijn familie/naasten.

Voor meer tips en getuigenissen check www.prolong.be

Lees meer over:

Partner Content