VUB onderzoeksteam ontdekt essentieel eiwit dat bijdraagt aan leverfibrose

Plusmagazine.be Onlineredactie

Chronische leverziekte vormt een ernstig gezondheidsprobleem met een grote impact op de individuele levenskwaliteit. Een belangrijk kenmerk van chronische leverziekte is leverfibrose, waarbij bepaalde levercellen (zgn. leverstellaatcellen) actief worden en littekenweefsel produceren dat de lever beschadigt.

Tot nu toe bestaan er geen specifieke medicijnen om dit probleem te behandelen, mede omdat wetenschappers onvoldoende kennis hebben over het activatieproces van deze leverstellaatcellen en er tot dusver geen specifieke doelwitten bekend zijn waarop medicijnen zouden kunnen inwerken.

Een team van onderzoekers van de Liver Cell Biology Research Group (LIVR) van de Vrije Universiteit Brussel en het departement gastro-enterologie en hepatologie van het UZ Brussel is er nu in geslaagd om een specifiek eiwit op het celmembraan van deze levercellen te identificeren. “Dankzij nieuwe onderzoeksmethoden kunnen we zeer snel en efficiënt verschillende genetische merkers testen, en grote reeksen gegevens verwerken. Dat is ook nodig aangezien de functionele complexiteit van verschillende genen en eiwitten ongezien is.” zegt Leo van Grunsven van LIVR.

De identificatie van dit eiwit biedt perspectieven voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen om leverfibrose te behandelen. “Het eiwit draagt de weinig tot de verbeelding sprekende naam GPR176, maar dat komt omdat we nog niet goed weten waartoe dit eiwit nog dient. Mogelijk is dit eiwit gelinkt aan nog andere functies, maar we konden zowel in muis als mens een sterke correlatie vaststellen tussen leverfibrose en de productie van dit eiwit. In levende muizen, waar de productie van het eiwit GPR176 met genetische tools onderdrukt werd, zien we, dat wanneer er leverziekte optreedt, er minder fibrose wordt aangemaakt.” zegt Vincent De Smet van LIVR en het UZ Brussel. “Hoe dan ook is dit onderzoek een belangrijke stap naar de ontwikkeling van nieuwe en doeltreffende medicijnen.” voegt De Smet toe.

Het onderzoek was deel van het doktoraatsonderzoek van Vincent De Smet.

Partner Content