Sinds 2018 is de terugkeer van de wolf in België een feit. © getty images

Samenleven met wilde dieren

Wolven in Vlaanderen, lynxen in de Ardennen, vossen in onze steden, buizerds langs onze jaagpaden,... Wilde dieren vinden stilaan de weg terug naar ons land. Dat zorgt voor verwondering én ongerustheid. Hoe gaan we daar mee om?

Wie nog niet weet dat er weer wolven wonen in ons land, heeft de voorbije jaren onder een steen geleefd. De hoeraberichten over de eerste wolvin en de geboorte van schattige pups werden afgewisseld met onheilspellender berichten over doodgebeten schapen en verongelukte (jonge) wolven. Maar de wolf is slechts één wilde diersoort die de weg heeft teruggevonden naar onze contreien. Andere comebacks van de eeuw: de lynx (in Wallonië), de otter, de bever, de oehoe, de das, de ree (in Vlaanderen), de wilde kat, de steenmarter,... Wat komen ze hier zoeken en welke uitdagingen brengt dat met zich mee? Diemer Vercayie, zoogdierenexpert bij Natuurpunt en coördinator van het Wolf Fencing Team, geeft uitleg.

Het is normaal dat de komst van wilde dieren conflicten veroorzaakt, maar ze horen thuis in onze natuurlijke omgeving.

Zijn er echt meer wilde dieren, of worden we er gewoon vaker mee geconfronteerd?

Diemer Vercayie: Dat is een gemengd verhaal. Er zijn een aantal soorten die rond de jaren 70, 80 en 90 haast volledig verdwenen waren en nu herstellende zijn, zoals de vos en de wolf, en de ree en het everzwijn in Vlaanderen. Maar nog steeds zijn drie miljoen soorten van de naar schatting acht miljoen diersoorten wereldwijd bedreigd. Een aantal soorten dat terug naar onze contreien kwam, doet het ook nog niet goed. Zo telt Vlaanderen maar vijf otters, terwijl die vroeger in elke provincie aanwezig waren. En de 200 Vlaamse beverterritoria zijn een absoluut minimum om van een leefbare populatie te spreken.

Wil dit zeggen dat onze natuur het beter stelt dan pakweg 20 jaar geleden?

Nee. De soorten die het goed doen, zijn voornamelijk soorten die relatief weinig eisen stellen aan hun omgeving, opportunistische soorten, zoals de vos en de wolf. Zij konden terugkeren omdat in 1992 door de leden van de Verenigde Naties werd afgesproken dat we zouden proberen de biodiversiteit te redden. We zijn van een antropocentrisch wereldbeeld geëvolueerd naar een meer ecocentrisch beeld, dat alle diersoorten hun recht op bestaan geeft. In Europa heeft dit o.a. geleid tot de bescherming van bepaalde soorten, zoals de wolf. Door die wettelijke bescherming kregen ze de kans zich te herstellen vanuit de restpopulaties die er nog waren. Daarbij komt dat in sommige delen van Europa een ware plattelandsvlucht plaatsvindt. Daardoor raken hele stukken landbouwgebied verwilderd en krijgen bepaalde soorten meer ruimte. De afbouw van het gebruik van DDT en pesticiden is dan weer gunstig geweest voor roofvogels. Het zijn mooie voorbeelden die aantonen dat acties in de natuur kunnen helpen om dieren terug te brengen. Maar dat kan je niet veralgemenen: op 30 jaar tijd is het aantal insecten met 76% gedaald.

Everzwijnen duiken op in de Ardennen, de Oostkantons, de Voerstreek en Limburg.
Everzwijnen duiken op in de Ardennen, de Oostkantons, de Voerstreek en Limburg.© getty images

Van insecten beseffen we dat ze enorm nuttig zijn voor de biodiversiteit en dus voor de mens. Hebben die grote roofdieren ook nut?

Ik spreek niet graag over nuttige versus schadelijke dieren. Ik spreek liever over de rol die ze hebben te spelen in het ecosysteem. We hebben nog steeds het klassieke beeld van de toppredator, zoals de wolf, aan het hoofd van de piramide, maar de werkelijkheid is veel complexer. Ik vergelijk het ecosysteem altijd met een blokkentoren: hoe meer blokken je er tussenuit haalt – dus hoe meer diersoorten er verdwijnen – hoe instabieler de toren wordt, zeg maar hoe minder het ecosysteem opgewassen is tegen allerlei verstoringen, zoals bijvoorbeeld de klimaatverandering.

In het geval van de wolf is schade makkelijker te kwantificeren dan het positieve effect dat zijn aanwezigheid heeft op de omgeving. Maar studies uit het buitenland tonen aan dat bepaalde ziektes minder voorkomen in populaties everzwijnen die in wolvengebied wonen. Wolven vangen immers de oude en zieke dieren, waardoor ziektes – die ook op de veehouderijsector kunnen overslaan – minder makkelijk circuleren. Wolven zouden er ook voor zorgen dat herten open plekken vermijden en dus minder op de openbare weg komen, waardoor er minder aanrijdingen zijn. En wellicht zijn er nog positieve effecten, maar dat weten we pas als we er onderzoek naar kunnen doen.

Sommigen beweren dat er geen plaats is voor een roofdier als de wolf in een dichtbevolkt land als België.

Als we elk dier dat ons schade toebrengt moeten weren, dan kunnen we evengoed weer alle soorten uitroeien. En we hebben intussen als mens afgesproken dat niet te doen. Je kan dieren ook niet zomaar verplaatsen. Hier groeien andere planten dan in Roemenië. Elke regio heeft zijn eigen natuurlijke diversiteit en dus zijn eigen verantwoordelijkheid om die te behouden. Wij verwachten dat de Afrikanen de witte neushoorn en de olifant beschermen. Maar ze kampen daar met exact dezelfde problemen: die dieren vertrappelen hun oogsten. En voor hen heeft dat grotere gevolgen dan wanneer bij ons een schaap wordt doodgebeten. Bij hen is het een kwestie van overleven. Als er één gebied is waar het moet lukken om samen te leven met wilde dieren, dan wel in onze rijke regio waar we maatregelen kunnen installeren om ons te beschermen tegen de schade die deze dieren kunnen toebrengen.

Bovendien heeft die wolf zelf beslist dat hier voldoende plaats is. Een wolf legt per dag zo’n 40 tot 50 km af. Hij zou dus gemakkelijk ergens anders heen kunnen trekken. Maar hij vindt hier blijkbaar voldoende voedsel en rust om zich voort te planten.

Waar komt onze angst voor de wolf vandaan?

Dat valt te verklaren door onze geschiedenis. Er is een tijd geweest dat wolven wel mensen aanvielen. Maar de omstandigheden waren toen helemaal anders dan vandaag. Eerst en vooral bestond hondsdolheid nog in West-Europa. We kampten, als gevolg van de vele oorlogen hier, ook geregeld met hongersnood waardoor mensen gingen stropen in de bossen. Ook de wolf moest dus op zoek naar ander voedsel. En door de vele lijken die er door die oorlogen te vinden waren, was de wolf het gewoon om mensenvlees te eten. Nu zijn die risicofactoren allemaal verdwenen.

In heel Europa leven zo’n 17.000 wolven. Op 20 jaar tijd is er sprake van 8 tot 9 aanvallen op mensen, waarvan geen enkele dodelijk. En die waren allemaal het gevolg van hondsdolheid – in Oost-Europa – of door gewenning aan de aanwezigheid van mensen. Het is dus wel belangrijk dat de wolf de mens niet gaat associëren met een gemakkelijke bron van voedsel. Onder andere daarom moeten we het vee beschermen en eventueel toch gedode schapen onmiddellijk verwijderen.

Het is normaal dat de komst van die wilde dieren conflicten veroorzaakt. We zijn het niet meer gewoon om met hen samen te leven. Maar ze horen bij de natuurlijke omgeving waarin we ons bevinden, dus moeten wij onze structuur een beetje aanpassen. Dat kost moeite, zowel financieel als mentaal. Maar ik geloof dat het, mits voldoende ondersteuning van de overheid, op een bepaald moment weer de normaalste zaak ter wereld zal zijn.

Komen er nog meer wilde dieren onze kant op?

De goudjakhals lijkt op weg. Er zijn enkele vaste groepen in Duitsland en er werden al exemplaren gespot in Nederland. Die soort was hier vroeger niet, maar is zich natuurlijk aan het uitbreiden. Omdat ze hier nieuw zijn, valt het moeilijk te voorspellen hoe ze zich zullen settelen en hoe de relatie zal zijn met wolven en vossen, waar deze soort zich een beetje tussenin bevindt.

Lees ook: Vos in de stad

Hoe reageren?

Een aanval van een wild dier is heel erg uitzonderlijk. Maar hoe reageer je best als je tijdens een wandeling oog in oog komt komt te staan met een wolf of een everzwijn?

  • Wilde dieren maken zich doorgaans snel uit de voeten als ze mensen horen. Babbelen, zingen of roepen maakt de kans kleiner dat ze je pad kruisen.
  • Als een everzwijnzeug gescheiden wordt van haar big, kan ze agressief reageren. Geef de big de kans om zich terug bij de moeder te voegen.
  • Neem eten mee in afgesloten dozen en laat geen etensresten achter op picknickplaatsen.
  • Zie je een gewond dier, benader het dan niet, maar wandel zo snel mogelijk achteruit. Zet het niet op een lopen, sommige dieren zetten uit reflex de achtervolging in.
  • Hou je hond aan de leiband. Wolven zien honden als concurrenten, dus kunnen ze loslopende honden achtervolgen en aanvallen.
Meer lezen? Paul Cobbaert , Wild land. De terugkeer van wilde dieren. Uitgeverij Ertsberg, 34,99 euro, isbn 9789464369946
Meer lezen? Paul Cobbaert , Wild land. De terugkeer van wilde dieren. Uitgeverij Ertsberg, 34,99 euro, isbn 9789464369946

Partner Content