Wegvallen hulp betekent zware last voor twee op drie mantelzorgers
Tweederde van de mantelzorgers ervaart de coronacrisis als zwaarder dan voordien. Dat blijkt uit een bevraging door de HOGent. Meer dan de helft besteedt bovendien meer tijd aan de mantelzorg, want professionele hulp was schaars en ook vrienden en familie moesten contacten met ouderen verminderen.
Op die manier moesten mantelzorgers een tandje bijsteken. Die bijkomende tijd ging vooral naar emotionele ondersteuning, huishoudelijke hulp, verzorging, de planning en coördinatie van de zorg, en de ondersteuning bij dagactiviteiten of zinvolle daginvulling. Het valt op dat 11 procent zelf meer verpleegkundige of medische taken opneemt dan voor de start van de coronacrisis.
Tijdens de lockdownperiode viel een deel van de professionele ondersteuning weg. Mensen kunnen minder een beroep doen op dagopvang, poetshulp en kinesitherapie. Er waren ook minder contacten met huisarts en specialisten. Opmerkelijk is dat 44 procent van de mantelzorgers de professionele hulp voor de zorgvrager tijdens deze periode als onvoldoende ervaart.
Tweederde van de deelnemers geeft aan de mantelzorg nu zwaarder te vinden dan voor de coronacrisis. Slechts 8 procent vindt de zorg minder zwaar. Mantelzorgers hebben vaker dan gewoonlijk het gevoel constant onder spanning te staan (56 procent) en slecht te slapen of wakker te liggen door kopzorgen (45 procent).
Er werkten 656 mantelzorgers mee aan de bevraging. De meerderheid daarvan zorgt voor een ouder 48 procent, een partner 25 procent, of een kind met een zorg- of ondersteuningsnood 14 procent. Van de respondenten verleent 86 procent zorg in de thuissituatie, bij 14 procent woont de persoon in een residentiële voorziening.