Ik eet dit niet, ik eet dat niet
Op een regenachtige zondag speelt u Pictionary en krijgt u het kaartje ‘maaltijd’ voorgeschoteld. Wat tekent u dan? Waarschijnlijk mensen rond een tafel, met in het midden een grote kookpot waaruit iedereen zich bedient. Dan moet u niet verbaasd zijn dat niemand het woord raadt dat u moest tekenen. Een recent colloquium over eetgewoonten bracht aan het licht dat de manier waarop u een maaltijd tekende totaal achterhaald is. Vandaag de dag is onze voedingskeuze hoe langer hoe meer een individueel gebeuren. We tafelen nog wel samen, maar ieder met zijn eigen potje. “Voor mij enkel groenten!”, “Voor mij ook, maar zonder paprika!”, “Doe mij er maar vlees bij!”, “En voor mij fishsticks!”, “Zeg, hebben we echt niets anders in de koelkast?”
Die individualisering van ons bord hangt ook samen met een hele reeks objectieve redenen, zoals allergieën die almaar vaker en jonger toeslaan. Hierover stelde een andere studie overigens zopas de hitparade van voedselallergieën bij kinderen op: de oude trouwe aardappel – al zolang een hoeksteen van onze voeding – staat op de vierde plaats. Dat maakt het samenstellen van een menu voor de hele familie er natuurlijk niet makkelijker op. Er is in elk gezin ook wel min-stens iemand op dieet. Die eist dan een slaatje zonder saus, vermijdt boerenworst en kookt uiteindelijk zijn eigen kostje. En omdat we, in onze zoektocht naar ethiek en/of spiritualiteit, almaar meer openstaan voor invloeden van buitenaf, is er ook vast wel iemand bij die geen dierlijke producten eet, of niets dat afkom-stig is van meer dan 30 km verderop of dat geoogst werd door onderbetaalde werkkrachten. Om het dan nog niet te hebben over de culturele en andere voedingsveto’s van mensen met een andere origine die nu deel uitmaken van onze familie- en vriendenkring.
Gelukkig is er in elk respectabel gezin ook wel iemand die alles eet. Tot hij/zij de benen onder tafel steekt en zich ineens toch enkele uitzonderingen herinnert... die u net op tafel wilde zetten.
Eerlijkheidshalve moeten we er aan toevoegen dat de kinderen uit de jaren ’60 deze beweging op gang hebben gebracht. Ze zijn grootgebracht door ouders die na de ontberingen van de oorlog gedwongen werden om zonder zeuren hun bord leeg te eten en daar zo slechte herinneringen aan overgehouden hebben dat ze begrip konden opbrengen voor al wat toen nog de stempel afwijkend eetgedrag meekreeg. Niet alle ouders waren zo, maar de trend was gezet...
Maar u vraagt zich wellicht af waar al die studies toe dienen die vaststellen wat iedereen al weet? Ik zal het u zeggen: ze zorgen ervoor dat u zich volledig normaal voelt en dat u het uiteindelijk toch gezellig vindt dat aan uw tafel geen twee mensen meer hetzelfde eten...
Anne Vanderdonckt, Hoofdredacteur
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier