Koopkoorts

Ondanks de vrij sombere economische context doet de markt van de particuliere auto’s het momenteel prima. Milieuvriendelijk of niet, we kunnen ons karretje niet missen. Een analyse van de markt op de vooravond van het autosalon.

Arnaud Dellicour

Het jaar 2000 was het beste van de voorbije vijftien jaar op het vlak van de inschrijvingen van nieuwe auto’s in België. We overschreden voor het eerst de grens van het halve miljoen inschrijvingen. Na een lichte daling in 2003 lag de verkoop in 2004 en 2005 opnieuw boven de 480 000. En op 1 september 2006 waren al 429 000 voertuigen ingeschreven, zodat de kans reëel is dat het record van de 500 000 zal sneuvelen.

België is natuurlijk al lang geen groeimarkt meer. De nieuwe wagens die worden gekocht vervangen het bestaande park. Na de harmonisering van de prijzen binnen de Europese Unie speelt het fenomeen van de wederexport veel minder mee. En sinds het midden van de jaren negentig blijft de markt van de tweedehandse wagens vrij stabiel, met ongeveer 650 000 transacties per jaar.

Variatie te koop

Het herstel bewijst dat we weer druk bezig zijn met onze auto’s te vervangen. Die koopwoede heeft veel te maken met de grote variëteit van het aanbod (trendy stadsauto’s, monovolumes, 4×4’s, cross-overs...). De auto is een trendobject geworden en we kopen hem vaak om een bepaalde lifestyle te demonstreren. In 1993 vertegenwoordigden de monovolumes amper meer dan 2% van de nieuwe auto’s. In 2005 was dat percentage vertienvoudigd tot één op de vijf! De 4×4’s en de SUV’s blijven niet achter. Hun marktaandeel is in dezelfde periode van 2,5% naar 8% gestegen. De nieuwe belangstelling voor kleine stadswagens is te verklaren doordat bepaalde kleine auto’s meer standing hebben gekregen, en een gedeelte van het publiek compacte luxe verkiest boven lomp vertoon.

Ook de manier van kopen verandert. Veel werknemers en zelfstandigen kopen een auto zonder in hun eigen beurs te tasten. De bedrijfswagens vertegenwoordigen nu bijna de helft van de nieuwe auto’s, 15 jaar geleden was dat nog maar 30%.

Steeds meer merken

Ook de spelers op de markt evolueren. De vertrouwde merken moeten opboksen tegen de concurrenten uit Oost-Europa die met de steun van grote constructeurs een nieuwe geloofwaardigheid hebben gekregen, en uit Azië dat sterk vertegenwoordigd blijft. De vijf eerste plaatsen op de hitparade van de Belgische verkoop worden nog altijd bekleed door (in dalende volgorde): Peugeot, Renault, Volkswagen, Opel en Citroën die elk een marktaandeel van 10 tot 11% bezitten. Daarna komt de club van 5% met Toyota, BMW en Audi, dat op het punt staat Ford (6%) van de zesde plaats te verdringen.

De opvallendste vooruitgang is die van Koreanen als Hyundai (2,3%) en KIA (op weg naar 2%, in 2003 stond het nog nergens). De verklaring voor hun succes? Nog sneller dan de Japanners in hun tijd stellen zij betrouwbare, knap ontworpen en goed afgewerkte modellen voor met moderne, fiscaal interessante dieselmotoren. En nu is het wachten op de Chinezen...

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content