Multiple Sclerose: naar een revolutie in de behandeling
Voor de tienduizend Belgen die vandaag lijden aan een vorm van Multiple Sclerose (MS) is er hoop op beterschap. Genezen lukt nog niet, maar verschillende nieuwe therapieën lijken erin te slagen de ziekte beter terug te dringen en het comfort van de patiënten te verbeteren. Specialisten voorspellen dat de behandeling van MS de volgende vijf jaar ingrijpend zal veranderen. Een blik op de niet zo verre toekomst.
Multiple sclerose is een chronische ontstekingsziekte, die zorgt voor een langzame of bij sommige patiënten versnelde aftakeling van het centrale zenuwstelsel. Hersenen en ruggenmerg (die samen het centrale zenuwstelsel vormen) kunnen daardoor bepaalde signalen niet meer goed verwerken. Weinig aandoeningen hebben zo’n mysterieus aura als MS, precies omdat het zo’n gecompliceerde ziekte is die in uiteenlopende varianten voorkomt. Elke MS patiënt is uniek. De ziektesymptomen zijn lang niet altijd even zichtbaar, met als gevolg dat patiënten niet zelden op onbegrip van hun omgeving stuiten.
Twee processen in één lichaam
Typisch voor MS is dat twee ziekteprocessen op elkaar inspelen. De vet- achtige isolatielaag (of myeline) die rond onze zenuwbanen ligt, wordt bij MS patiënten door het eigen immuunsysteem aangevallen en aangetast. Hierdoor ‘lekken’ de zenuwimpulsen als het ware weg en kunnen er zich opstoten van ontstekingen voordoen. Op die plaatsen ontstaan een soort littekens of witte plaques op het ruggenmerg. Soms slagen de myelinevormende cellen erin om het beschadigde beschermlaagje rond de zenuwen te herstellen, maar vaak lukt dat niet of onvoldoende. Dan zet zich een tweede proces in gang, waarbij de zenuwvezels zelf beschadigd of zelfs vernietigd raken.
Vorm bepaalt behandeling
MS manifesteert zich onder verschillende vormen of fases, waarbij de (onderhouds)behandeling telkens anders is. “Je hebt de opstootvorm (relapsing-remitting). Dat is de meest voorkomende variant. Bij zo’n 80 % van de patiënten begint de ziekte onder deze gedaante”, vertelt professor en neuroloog dr. Guy Nagels van het Nationaal Multiple Sclerose Centrum in Melsbroek. “Perioden met opflakkeringen wisselen af met momenten waarop er minder klachten of symptomen zijn. De verschijnselen die optreden bij opstoten zijn meestal stoornissen van het gevoel, het gezichtsvermogen, de blaas en de coördinatie.”
Een tweede vorm of fase is de secundair progressieve MS, waarbij er ook in de fases tussen de opflakkeringen een progressieve verergering van de klachten optreedt.
“Daarnaast is er een kleine groep patiënten, ongeveer 10 tot 20%, die de primair progressieve variant ontwikkelt. Zij krijgen meteen af te rekenen met een progressieve achter- uitgang en aantasting van hun zenuwstelsel.” Deze vorm komt meestal voor bij mensen die op iets latere leeftijd met de ziekte geconfronteerd worden.
Gedeeltelijk effect
Afhankelijk van hun ziektevorm krijgen MS-patiënten vandaag uiteenlopende behandelingen, waarop de ene patiënt al beter reageert dan de andere. De huidige eerstelijnstherapieën moeten allemaal via dagelijkse of wekelijkse injecties in de spieren of onderhuids toegediend worden en hun werking is vaak maar beperkt. “Voor de grootste groep MS-patiënten beschikken we over een basis- of eerstelijnsbehandeling die de opflakkeringen kan verminderen zoals Rebif of Betaferon. Er zijn ook aanwijzingen dat die de toenemende invaliditeit kunnen afremmen. Al deze middelen richten zich op het dempen van de ontstekingen in ruggenmerg en hersenen. Ze hebben een bewezen werking maar het effect is maar gedeeltelijk. Ze houden zeker niet alle symptomen tegen. Uit studies blijkt dat ze gemiddeld een derde van de aanvallen voorkomen. Dat is goed maar zeker niet ideaal.”
Voor patiënten die onvoldoende op de basistherapieën reageren, is er sinds enkele jaren in ons land een andere, doeltreffender behandeling, die werkt volgens een heel ander principe. “Dat middel, Tysabri, blokkeert de doorgang van bepaalde afweercellen vanuit de bloedbaan naar de hersenen en het ruggenmerg. Precies deze cellen vallen bij MS-patiënten de eigen myeline aan. Door die cellen – en dus een deel van het immuunsysteem – uit te schakelen, verminder je natuurlijk de MS, maar bij één patiënt op 1000 kan een bepaalde herseninfectie uitbreken, met mogelijk ernstige gevolgen. Alleen bij patiënten bij wie de voordelen van dit middel veel zwaarder doorwegen dan het kleine risico op herseninfectie, kan voor dit medicijn worden gekozen”.
Pil in plaats van spuit?
Aan de horizon lonkt beterschap, en ook meer therapiecomfort, met de komst van enkele nieuwe veelbelovende geneesmiddelen in pilvorm. “Een daarvan is Gilenya, dat gewoon als een pil kan worden geslikt. Anders dan de bestaande behandelingen, die zich vooral op de aanpak van ontstekingen richten, zorgt dit middel ervoor dat sommige afweercellen opgesloten worden in de lymfeknopen. Zij kunnen dan niet meer meedoen aan de aanval op de myeline in de hersenen. Dit heeft een remmende invloed op MS”, vertelt dokter Nagels. De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) en zijn Europese evenknie EMEA aanvaarden het middel al. “De registratie van het middel in België wordt begin 2012 verwacht. We hopen dat dit middel later ook kan worden ingezet voor mensen met de ernstige primair progressieve vorm van MS maar daarvoor moeten we de resultaten van de lopende studie afwachten. Voor mensen met dit type MS hebben we momenteel nog geen bewezen onderhoudsbehandelingen. Zij moeten het voorlopig stellen met geneesmiddelen om de klachten te verminderen en met revalidatietechnieken.
Andere nieuwe middelen die nog in onderzoek zijn, zijn onder meer BG12, een pil die al tegen psoriasis werd gebruikt en waarvan bij toeval werd ontdekt dat het ook een gunstig effect zou hebben bij MS-patiënten. Dit effect is ondertussen bevestigd in een grote studie, maar nu moet er nog een goedkeuring van de overheid komen om het middel te gebruiken.
Science fiction
“Een heel interessant en mogelijk revolutionair geneesmiddel, dat voorlopig nog wel wat science fiction is, lijkt antilingo. Dat product, dat alleen bij dieren in het laboratorium werkt, stimuleert de heraanmaak van myeline, het kostbare isolatielaagje, dat bij MS wordt aangetast. Op die manier zouden beschadigde zenuwen weer kunnen gerepareerd worden. Maar dat komt ten vroegste over ettelijke jaren op de markt.” Een andere onderzoekspiste poogt in te grijpen op het defecte immuunsysteem, door het als het ware herop te starten, maar ook dat onderzoek heeft nog een lange weg voor de boeg.
“Nooit eerder was er zoveel onderzoeksbeweging naar nieuwe MS middelen. De komende jaren gaan we een veel grotere keuze aan behandelingsmogelijkheden kunnen bieden aan MS-patiënten. De toekomst wordt een therapie op maat. Ideaal zou daarbij zijn dat we vooraf, via DNA-matching of via andere metingen, kunnen bepalen welke patiënten positief gaan reageren op welk type therapie.”
Marie-Christine Colinon en Agnès Duperrin
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier