Wie een gift doet, hanteert best de juiste fiscale regels. © Getty Images

Misverstanden over de populaire bankgift

De bankgift is een zeer populaire techniek om geld of effecten te schenken. Toch gebeurt dit in de praktijk niet altijd volgens de juiste fiscale spelregels. Plus Magazine verduidelijkt de meest voorkomende vragen en misverstanden.

Wat is een bankgift?

De bankgift is de populairste schenktechniek zonder notaris.  Bij een bankgift schrijf je geld of effecten over van de (effecten)rekening van de schenker naar de (effecten)rekening van de begiftigde. Uit de overschrijving blijkt op zich niet dat het om een schenking gaat, want het zou bijvoorbeeld ook een lening kunnen zijn of een terugbetaling. Daarom wordt aangeraden om zeker niet in de mededeling van de overschrijving ‘schenking’ of ‘gift’ te zetten.

Bewijs bankgift

Zowel naar de fiscus als naar de andere erfgenamen is het een absolute aanrader om ook een bewijs op te maken van een bankgift. Op die manier vermijd je immers latere discussies. Zo’n bewijs is ook heel nuttig als er bepaalde voorwaarden gekoppeld worden aan de bankgift. Ook is het praktisch voor de andere erfgenamen, zodat het duidelijk is dat het om een bankgift gaat en bijvoorbeeld niet om een renteloze lening voor de bouw van een woning.

Om een bankgift te bewijzen, gebruikte men vroeger vooral de twee klassieke aangetekende brieven. De schenker schreef vooraf een aangetekende brief waarin hij aankondigde dat hij ging schenken en na de bankgift schreef de begiftigde aan de schenker een aangetekende bedankingsbrief. In de praktijk wordt voor een bankgift steeds vaker gewerkt met een bewijsdocument dat ondertekend is door schenker en begiftigde (ook pacte adjoint genoemd). Dat bewijs wordt dan opgemaakt na de bankgift in de verleden tijd, omdat het bewijsdocument niet zelf de schenking mag inhouden.

Vooraf een intentie-mail sturen?

In naar schatting 75 procent van de gevallen worden ook voorwaarden verbonden aan de bankgift. Denk maar aan het beding van terugkeer, zodat het geschonken bedrag belastingvrij terugkeert naar de schenker als de begiftigde eerder zou overlijden. Maar ook andere voorwaarden worden vaak gekoppeld aan de bankgift, zoals een verbod inbreng in huwgemeenschap, een jaarlijkse rentelast van 3 procent, buiten erfdeel of als voorschot op erfdeel, enz.

Indien er voorwaarden in het pacte adjoint van de bankgift worden gezet, wordt in de rechtsleer veiligheidshalve steeds vaker aangeraden om een intentiebrief te sturen. Ook eventuele voorwaarden en modaliteiten van de schenker worden hier vastgelegd. Deze brief wordt opgemaakt en verstuurd voor de bankgift. Zo is duidelijk dat de voorwaarden vooraf overeengekomen zijn en niet achteraf. In de praktijk wordt nu ook om praktische redenen steeds vaker vooraf een ‘intentie-mail’ verstuurd door de schenker. Die e-mail mag trouwens ook verstuurd worden door je bankier of boekhouder. Belangrijk is dat je in de e-mail vermeldt dat je van plan bent een bankgift te doen en dat je daarin de voorwaarden zet, bijvoorbeeld: ‘Dag Tim, ik ben van plan je x euro te schenken buiten erfdeel: je hoeft het dus later in te brengen (wordt niet verrekend met de andere kinderen). Akkoord? Papa.’ Wie nog werkt met de klassieke aangetekende brieven om de bankgift te bewijzen (één vooraf en één achteraf), hoeft vooraf geen mailtje te versturen, maar wel de voorwaarden te vermelden in de eerste aankondigingsbrief.

Moet het aangetekend?

Bij een bankgift is er – in tegenstelling tot een notariële schenking – geen vaste dagtekening. Een zogenaamde semivaste datum is voldoende. Je mag dus de datum bijvoorbeeld aantonen via de postdatum van de twee klassieke aangetekende brieven of door het pacte adjoint in vier te vouwen en aangetekend te versturen. Maar het is zeker geen verplichting om met aangetekende brieven te werken. Je kan de datum van de bankgift immers ook perfect bewijzen via de bankuittreksels die de bank sowieso tien jaar bijhoudt. Bij een bankgift van effecten blijkt de ‘transfer van de effecten’ ook uit de bankdocumenten.

Wat is het beste bewijs?

De bankgift kan 100 procent sluitend bewezen worden via de twee klassieke aangetekende brieven, alsook via het bewijsdocument (pacte adjoint). Het pacte adjoint geniet in de praktijk wel steeds vaker de voorkeur vanwege de eenvoud, maar vooral omdat men daar de datum perfect kan bewijzen door de uitgeprinte bankuittreksels van de overschrijving.

Aangetekend én gewone brief?

Als je werkt met de twee klassieke aangetekende brieven wordt soms aangeraden om de brieven zowel aangetekend als per gewone post te versturen. Op alle brieven staat dan ‘aangetekend en per gewone post’. Het spreekt voor zich dat het juridisch gezien zeker niet noodzakelijk is om de brieven aangetekend én per gewone post te versturen. Maar in de praktijk kan het soms wel handig zijn.

Digitale of natte handtekening?

Het bewijsdocument van de bankgift kan ook digitaal opgesteld worden en de ondertekening van het pacte adjoint kan ook op digitale wijze ondertekend worden door de schenker en de begiftigde(n). Dat is vooral handig als er kinderen veraf of in het buitenland wonen.

Registeren = weg risicoperiode?

Als je een bankgift doet, kan je het bewijsdocument van de bankgift laten registeren. Dan betaal je schenkbelasting op de waarde van de bankgift. Maar de registratie is een mogelijkheid en is niet verplicht. Wie het bewijs van een bankgift niet laat registeren en dus geen schenkbelasting betaalt, moet als schenker wel nog een tijdje in leven blijven om erfbelasting op deze bankgift te vermijden. In Vlaanderen en Wallonië bedraagt deze risicoperiode vijf jaar. In het Brussels gewest is dat nog drie jaar, maar wordt het vanaf 2026 vijf jaar voor giften. Als de schenker zwaar ziek wordt en riskeert om de risicotermijn van drie of vijf jaar niet te halen, kan je het bewijs van de bankgift nog snel digitaal registeren via Myminfin, het onlineplatform van de FOD Financiën.

Vanaf wanneer loopt de vijf (of drie) jaar?

Vaak wordt gedacht dat de termijn van vijf jaar (voorlopig nog drie jaar in Brussel) begint te lopen vanaf de datum die op het bewijsdocument of poststempel staat, maar dat is niet het geval. De risicotermijn begint te lopen vanaf het moment waarop de bankgift is voltrokken, dus wanneer het geld of de effecten op de rekening van de begunstigde staan. Voorbeeld: als de ouders een bedrag als bankgift overschrijven naar hun dochter op vrijdag 31 oktober en het komt op de rekening van de dochter op maandag 3 november, dan loopt de risicotermijn van vijf (of drie) jaar vanaf 3 november.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise

Commerciële boodschap